VI.BE

Indiestyle vi.be van de maand

  • Media
1488 inzendingen

Deadline 03.10.22

Elke maand zet Indiestyle een vi.be act in de kijker via website, Facebook en Twitter.

Indiestyle vi.be van de maand

Gecreëerd door

Indiestyle

Onze keuze van deze maand is er een voor een dijk van een song. ‘Shelter’ is namelijk een oorwurm van een jongedame met piano en prachtige stem die je na enkele luisterbeurten niet meer loslaat. It Was A Storm herleiden tot dat ene lied zou echter te kort door de bocht zijn. Emma Storme, de artieste die achter dit pseudoniem schuilgaat, zingt op een manier die telkens weer doet verlangen naar het volgende lied.

De huis-aan-huispredikant die je wel binnenlaat, de verzamelaarster van handtekeningen voor het goede doel die je niet gehaast afwimpelt, dat is deze jonge Gentse. Haar manier van zingen en spelen heeft namelijk iets dat nieuwsgierigheid opwekt en je auditief doet gluren naar wat er om de hoek te horen valt.

De klanken die It Was A Storm ons biedt, zijn vaak vrij somber, hoewel de zang af en toe ook vrolijkere regionen opzoekt, zoals in ‘The gap’, dat een spel lijkt tussen droom, hoop en ontgoocheling. ‘Flow of thoughts’, ‘Days of yore’ en ‘Dive’ brengen meer van dezelfde melancholische of zoekende dromerigheid. Als we de vi.be-speler van It Was A Storm enkele malen achter elkaar afspelen, groeit soms het verlangen om andere instrumenten te horen.

We weten niet of er plannen zijn om in de nabije of verre toekomst nummers op te nemen in een beperkte of volledige groepsbezetting. Wat we wel weten, is dat de 22-jarige Emma Storme een mooie verzameling liedjes heeft opgenomen die ons doet uitkijken naar wat nog komt.

(Bart Somers)

It Was A Storm

It Was a Storm represents the combination of dreamy piano melodies with a fragile voice.

Meskerem Mees brengt ontwapende prachtmuziek voor alle seizoenen. Ziezo, weg met de clickbait. En euh, lees vooral verder, want we vertellen je ook nog waarom.

Opener ‘Charlemagne’ is een vrolijk huppelend lentevogeltje dat wat ons betreft onmiddellijk zijn of haar nestje mag bouwen in de studio’s van Radio 1 om wekenlang onze oren te verblijden via de radiogolven. ‘How to be alone’ is de vriendelijke medemens die met kerst een eenzame uitnodigt, en zich ook tijdens de rest van ‘t jaar op een minzame manier ontfermt over de minder gelukkigen in onze samenleving. Deze twee songs zijn onze favorieten, al mag de rest er ook wezen.

‘Song for Lewis’ klinkt als een wiegeliedje dat je niet aan een bepaalde maand kan linken, en dat gewoon van 1 januari tot en met 31 december het zonnetje in huis kan brengen, jaar na jaar opnieuw. ‘Queen bee’ heeft iets van jong leven dat in de zomer over weides allerhande dartelt. Beslis zelf maar of het dan gaat om lammetjes, veulens of uitgelaten festivalgangers.

In de vi.be-speler treffen we ook een interview aan waarin we een studente kunstwetenschappen horen die voor een 19-jarige een ontzettend volwassen indruk nalaat. De inspiratie haalt ze, zo leren we, enerzijds bij artiesten als Bob Dylan, omdat ze de teksten bijna even belangrijk vindt als de muziek, en ook bij hoogvliegers uit recentere tijden. De jonge Gentse steekt zelf heel veel tijd in het vinden van de juiste woorden. Ons doet deze singer-songwriter denken aan mensen als sixties-icoon Melanie of recenter Soko of Angel Olsen, allemaal vrouwen en vrouwtjes die er met een schijnbaar breekbare doch buitengewone stem, intrigerend gitaarspel en veel begeestering in slagen om in elke situatie de juiste sfeer te scheppen. De muziek van Meskerem Mees doet het dan ook uitstekend bij zowel haard- als kampvuur. De liedjes dragen de kleur en de geur van alle seizoenen. Helaas mogen we haar slechts één keer tot onze vibe van de maand uitroepen, en dat is dan bij deze gebeurd. (Bart Somers)

Meskerem Mees

Singer-songwriter uit Gent.

Zalig toch, naast een bos wonen en genieten van de stilte, de fauna, de flora en de gezonde lucht. Behalve op die ene dag dat de kettingzagen van het krieken van de dag tot het vallen van de avond loos mogen gaan; dan snakken we toch wel naar de zonsondergang en de teruggekeerde rust.

Het muzikale equivalent van die geluidsoverlast heet Stay Idle. In zekere zin dan toch, want de decibels die dit gezelschap produceert, zijn wel degelijk genietbaar en geven aanzet tot vermaak van de bovenste plank. De stille Kempen zijn daarentegen voor eeuwig en altijd naar de Filistijnen als het van deze groep afhangt.

Het luidruchtige gezelschap uit Get Wood City, in de volksmond en ook wel bij Google Maps bekend als Houthalen-Helchteren, grossiert in mokerslagen van decibelsalvo’s en orkanen van messcherpe riffs. Vergelijken kunnen we de garagepunk van Stay Idle met die van de Amerikaanse lawaaimakers van Fidlar. De groep dropt zelf op de vi.be-pagina ook nog namen als Ramones en Black Lips, al komen de Limburgers toch veelal luider voor de dag dan deze collega’s. Wat Belgische namen betreft, komen SONS en The Glücks spontaan in ons op als ijkpunten.

‘Weak end’, ‘Stay idle’ en ‘Sugarcoat’ heten de songs op het vi.be-profiel van de groep en stuk voor stuk rammen ze alsof het wereldrecord op de 100 meter nog niet scherp genoeg staat. Muzikale dreunen verkopen is niet strafbaar, en gelukkig maar. Zo niet zaten de leden van Stay Idle nu in de gevangenis in plaats van in de Limburgse finale van Sound Track. Als het van ons afhangt, laten we ons de komende jaren nog heel vaak gaan op de tonen van hun gebrul. (Bart Somers)

Stay Idle

From the deepest depths of Get Wood City rises the uncanny exploration of energetic guitar violence. A 4-headed fuzzy, yet melodic garagepunk outfit.

Pop in je bandnaam, het kan werken in België. Pop in Wonderland en Das Pop zijn twee voorbeelden van acts die het bij ons in het verleden al op artistiek en commercieel vlak behoorlijk deden. Is LEPOPSKI klaar om in deze voetsporen te treden?

Wat we horen is een vrij Belgisch geluid, toegankelijk met voldoende inventieve elementen om geen stroperige eenheidstroep te zijn. ‘Lydia’ is een knap geproducet popnummertje dat doet vermoeden dat de bandleden weten hoe je dansbaarheid succesvol koppelt aan mysterie. De intro wekt je interesse, de muziek valt overtuigend binnen en ook de zang houdt je aandacht vast. Een killer-refrein missen we misschien wel, de stem zou hier een tikkeltje enthousiaster mogen, maar we zijn een en al oor.

‘Socrates’ valt met de deur in huis. Een zwoele baslijn, catchy toetsen en aanstekelijke drums zorgen voor een lancering uit de boekjes, en de zang doet de rest. Mogelijk is dit het beste nummer van de drie in de vi.be-speler van LEPOPSKI, al snappen we het nut van het Vlaams gesproken intermezzo niet helemaal.

Het meest dromerige en experimentele nummer is afsluiter ‘Behind’. Dwarrelende gitaren worden gevolgd door een rustgevende stem en een lied dat lijkt te deinen op de stromingen van de lucht. Acts als Fulco of Absynthe Minded zijn hier niet ver weg. LEPOPSKI komt uit Oostende, en ‘Behind’ lijkt wel geïnspireerd door de rust die je kan vinden op een leeg strand, met enkel het geluid van de aankomende golven als bondgenoot.

Tel dit alles op en je hebt met LEPOPSKI een band die aardig aan de weg lijkt te timmeren. De studioversies overtuigen alvast. Aangezien de groep geselecteerd is voor de nieuwe wedstrijd Sound Track, krijgen de jonge West-Vlamingen heel binnenkort ook de kans om de Vlaamse muziekliefhebber live van hun kunnen te overtuigen.(Bart Somers)

LEPOPSKI

Jagen op popliedjes in slaapkamers....PAF

Genieten van het leed van een ander, bij post-punk mag het. We laten jullie dus ook graag kennismaken met Lustrous, een vijftal uit Gent en Lokeren, waarvan het ons niet zou verwonderen als ze vroeg of laat in de voetsporen van Whispering Sons of Lagüna treden en eremetaal wegkapen in een grote wedstrijd.

Post-punk is uiteraard een heel breed begrip, en tussen de muziek van Lustrous en die van bovengenoemde concullega’s is er nog een wereld van verschil. Waar Whispering Sons eerder een verre verwant is van The Cure en Lagüna in de hemisfeer van Joy Division ronddwaalt, gaat het er bij Lustrous veel steviger aan toe en is Bauhaus een van de referenties die ons te binnen vallen. Het codewoord lijkt overtuiging te zijn. Het nummer dat dit het best belichaamt is ‘Spiral art’. De ongewoon lange en knap opbouwende intro gevolgd door de indringende strofes en de moeilijk te weerstane riffs bouwen een ongewoon spanningsveld op. Internationale grootheden als Protomartyr of Shame komen ongevraagd om de hoek loeren. In België kunnen we Lustrous indelen in de categorie Fornet of Sunflower.

Een goed verstaander heeft maar een half woord nodig en weet bij deze waar de klepel hangt. Lustrous houdt van vrij stevig en nogal donker. Laat hetzelfde nu ook net gelden voor ons… (Bart Somers)

Lustrous

Ghent Post Punk

Makkelijk zat als een bandnaam reeds een aardige tip van de sluier licht over de muziek die je te wachten staat. Dankjewel dus, Whisper Party, om jullie fluweelzachte fluisterklanken al te onthullen nog voor de eerste toon begint te spelen.

Je hoeft overigens niet te roepen om de aandacht naar je toe te trekken, zo blijkt. Margot De Ridder en Jan Marcoen hebben aan pakweg 25 seconden van ‘not scared’ genoeg om ons in een pittige wurggreep te nemen. De zomer is in ’t land, en op een of andere manier roept deze muziek bij ons een sfeertje van het Frankrijk uit de jaren 60 op. De klanken zijn overigens veel mysterieuzer dan de bandnaam en doen je keer op keer benieuwd luisteren naar wat er volgen zal.

Tegenstribbelen is af en toe mogelijk. Door de duobezetting klinkt het soms alsof een beetje meer body de songs geen kwaad zou doen. Zo hebben de opener en ‘alley cat’ naast de verrukkelijke riffs en akkoorden hier en daar momenten die een beetje wringen of niet helemaal vol lijken.

Wat overheerst is echter de fijne man/vrouw-samenzang in combinatie met de verhalende mineurakkoorden en de contrasterende vrolijke keyboardriedeltjes die nu en dan als verfrissing opduiken. Om een nummer als ‘alley cat’ extra geloofwaardig te doen klinken, krijgen we zelfs puik geïmiteerde kattengeluiden cadeau.

De muziek is heel ingetogen en straalt tegelijk zo hard dat je de melodieën bijna voor je ogen kan zien voorbij zweven. Whisper Party is de perfecte soundtrack bij een wondermooie zonsondergang. (Bart Somers)

Whisper Party

Whisper Party brengt een heel eigen 'tweepop' repertoire met de focus op moody fluisterliedjes

De laatste weken hebben we de indruk dat gitaren terug een prominentere rol krijgen op Studio Brussel. Dat het zessnarige instrument sowieso over verschillende genres heen immens populair blijft, merken we maand na maand op vi.be. Een van de groepjes die het met ietwat stevigere gitaarklanken probeert waar te maken, is het Vlaams-Brabantse she bad (met uitsluitend kleine letters) dat in februari de ep ‘she bad’ uitbracht.

Op die ep vinden we vier nummers terug, die allemaal beginnen met het woord “these”. she bad houdt overigens echt niet van hoofdletters, zo blijkt ook uit de songtitels.Dan nemen wij de taak op ons om hier en daar de juiste uitroeptekens te plaatsen.she bad klinkt strak en goed, en doet wat denken aan een stevigere versie van Throwing Muses, de groep die onder leiding van Kristin Hersh vooral in de jaren 90 furore maakte. In ‘These days’, en dan vooral de gebalde radio edit, horen we ook flarden High Hi. Deze kortere singleversie bewijst overigens dat less vaak more is. Ontdaan van ballast en spelletjes is dit nummer helemaal to the point.

Waar het live soms fijn kan zijn om te pingelen en te breien, is het in studioversies vaak boeiender om naar de essentie te luisteren. Het nummer dat ons het meest overtuigt, is ‘These lovers’. De gitaren walsen vanaf seconde 1 als een stormram over ons heen. De zang die snel volgt is dreigend en maakt duidelijk dat er de komende minuten niet gelachen zal worden.

she bad trad voor het eerst op het voorplan in 2017 met een overwinning in Rockvonk, de tweejaarlijkse Brabantse regionale wedstrijd voor rock- en popartiesten. Een echt succesverhaal kon de band nadien nog niet schrijven. De recente ep verzonk een beetje in de anonimiteit. Dit neemt niet weg dat de potentie en de energie aanwezig zijn. De aanhouder wint, kunnen we die spreuk binnen dit en een aantal weken, maanden of jaren toepassen op she bad? (Bart Somers)

she bad

Winnaar Rockvonk 2017

We waren eigenlijk al bijna klaar met een andere vi.be toen we plots de nieuwe single ‘Drink alone and die’ van Get Well hoorden en besloten om het roer om te gooien. Want wat een bom is dit!Ken je de frivoliteit die het vroege werk van Danny Blue And The Old Socks kenmerkte? Precies daar moeten we aan denken als we dit knappe nummer horen, en misschien is het zelfs beter dan dat. Knallende garagegitaren, tot de verbeelding sprekende zang en ontembare drums staan met andere woorden voor wat we te horen krijgen. ‘Low’ biedt ons meer van hetzelfde weergaloze geluid. Dit is zo goed dat we ons artikel dat bijna klaar was voor minstens dertig dagen terug richting drafts sturen en Get Well even voorrang geven.

Waar de bandbio nog Slowdive als referentiepunt naar voor schuift, blijft daar in deze twee songs geen spaander van heel. Dat de groepsnaam ontleed is aan een lied van Nothing doet vermoeden dat de jongelui van Get Well naast garagerockfans ook enorme shoegaze-liefhebbers zijn. En inderdaad, als we verderop in de player ‘Wasted all the time’ horen, weten we waar de Slowdive-referentie vandaan komt. En het dient gezegd dat ook deze loggere muziek de band goed afgaat.

Gaat iemand zich eraan storen dat dit oudere nummer en het nieuwe werk op het eerste zicht mijlenver uit elkaar liggen qua genres? Misschien, dat is dan iets voor de bandleden om uit te maken of zij het zelf erg vinden of niet. Wij horen in ieder geval een straffe, jonge en veelbelovende groep die we het mogelijk ver zien schoppen. En onze excuses aan de andere band die hierdoor niet onze vi.be van de maand wordt. We zeggen niet wie jullie zijn, maar hopelijk komt jullie kans binnen enkele weken. (Bart Somers)

Get Well

Garagerock met gitaren en trommels, recht uit de polders | contact: band.getwell@gmail.com

Wie vanaf de zijkant aan post-rock denkt, associeert het genre vaak met lange bandnamen als Godspeed You! Black Emperor, Explosions In The Sky of God Is An Astronaut. Het toont maar aan hoe snel vooroordelen kunnen ontstaan. Voor elke onuitspreekbare groep heb je immers een evenknie die Mogwai, Mono, Isis of Caspian heet. Uit Brussel en omstreken komt Astodan, een korte en krachtige naam die we vandaag graag in de kijker zetten.

Tegenstanders van het genre dichten post-rock vaak bloedarmoede toe. Het is uiteraard een feit dat de typische wall of sound die volgt op een rustig begin een werkelijk geijkt patroon is binnen het genre. Inventieve bands staan dus voor de opdracht om het draaiboek een eigenzinnige invulling te geven. Astodan doet dat door verder te kijken dan de typische formatie met gitaar, bas en drum. Pianogeluiden en elektronica injecteren een broodnodige dosis originaliteit in de songs.

Voorts slaagt Astodan erin om de traditionele contrasten te verscherpen. De stiltes zijn soms angstwekkend stil en de uitbarstingen werkelijk overrompelend. De intro van ‘Khandias’ ademt een quasi onevenaarbare rust uit, maar wanneer de dreiging na een dikke anderhalve minuut invalt, voel je dat er een heel zware bui zit aan te komen. Op het moment waarop de beuk erin gaat, krijg je het gevoel dat er iemand werkelijk zal moeten gaan lopen voor zijn of haar leven, als het tenminste nog niet te laat is. ‘Dakhma’ creëert op een andere manier toch hetzelfde effect. De uitblinker bij uitstek is misschien de tweede helft van ‘Empty’. Dit is akeligheid van de bovenste plank die onvermurwbaar probeert om het vel van je borstkas te rukken en je ribben uit elkaar te rijten. Je bent gewaarschuwd.

Zo valt er over elke song in de vi.be van Astodan wat te zeggen. Dit is muziek die leeft, die spreekt, die zalft en die slaat. Bovenal is dit muziek die ademt en aantoont dat post-rock een genre is dat zich kan heruitvinden en weet te evolueren. Dat een Belgische groep dit doet, is iets waar we met zijn allen best trots op mogen zijn. (Bart Somers)

Astodan

Astodan delivers intense instrumental postrock that consists of intimate elements and outburst. Think Eplosions in the Sky, ISIS, Mogwai,...

They had us at “deep”. Ooit, het moet een drietal jaar geleden zijn, hadden we Whispering Sons als vi.be van de maand. Die groep riep toen nog enkel in de naaste vriendenkring van de bandleden zelf een zweem van herkenning op. We weten hoe het de Limburgers ondertussen verging.

Waarom zeggen we dit? Wel, het moet van toen geleden zijn dat een artiest op vi.be ons binnen de nanoseconde zo naar de keel greep. Fox Jacuzy + Hausbau slaagt er echter in om datzelfde euforische gevoel teweeg te brengen.

Het duo, bestaande uit Floris De Decker (frontman van Team William, vast lid van de liveband van The Van Jets) en Jan De Rauw (Humo’s Rock Rally-finalist watchoutforthegiants), maakt naar eigen zeggen de muziek die het zelf rond half vijf ‘s ochtends zou willen horen op een party. Zo scheef mogelijke, ietwat weirde dansplaten, noemen ze het, ergens op de kruising van Blood Orange, (oude) Major Lazer, Jamie xx, Kanye West, Rihanna en een heel eigen twist. In ‘Deep down’ (mix van pop, dancehall en hip-hop), ‘Ready 4 love’ (typisch xx-gevoel) en ‘Home malone’ (het speelse van Team William op een hiphop-beat) komen we al deze referenties inderdaad grotendeels tegen.

Telkens de band tevreden is over een nummer, wordt het ingeblikt en met een clipje online gegooid, zonder veel planning. Wat maakt het uit wanneer de songs zo straf zijn? Het zou ons verwonderen moesten er links of rechts geen dj’s zijn die Fox Jacuzy + Hausbau snel oppikken. En als het gebeurt, vind je ons op de dansvloer. (Bart Somers)

Fox Jacuzy + Hausbau

Fox Jacuzy en Hausbau maken liedjes om op te dansen.

Indiestyles vi.be: Bosum

Wie op de vi.be-pagina van Bosum de bandfoto bekijkt, zou kunnen vermoeden dat de groep aan Dracula gerelateerde postpunk brengt. Niets is echter minder waar. Of ja, bijna niets, want zeggen dat ’t lijkt op Niels Destadsbader Goes Death Metal zou de waarheid nog meer geweld aandoen.

Wat mogen we dan wel verwachten? Wat ons betreft, tovert Bosum een prettige mix van typisch Belgisch en delicaat Brits uit de hoed, een konijn met een fluweelzachte pels en onverwachte sprongetjes in onvoorspelbare richtingen.

De rust die uitgaat van de stem zou moeten volstaan om een dozijn ADHD’ers in minder dan geen tijd te converteren tot vintage Zen-boeddhisten. De instrumentatie en de arrangementen slaan een brug tussen enerzijds Absynthe Minded en Balthazar en anderzijds Coldplay en Keane, voordat deze twee laatste bands de bombast van de stadions begonnen te verkiezen boven de intimiteit van de clubs, welteverstaan. De bas, drums en gitaar zijn de honden die de kudde samenhouden, terwijl toetsen en zang zorgen voor de kersen op de taart.

Radiovriendelijk is geen lelijk woord als de muziek recht naar het hart gaat. De melodieën zijn niet te moeilijk. De mooi opgebouwde laagjes houden het geheel dan weer spannend genoeg. Bosum zou zo’n groep kunnen zijn die door de toegankelijkheid en de veelzijdigheid meer dan één publiek weet aan te spreken.

Als we er op vi.be een favoriet moeten uitpikken, gaat onze voorkeur waarschijnlijk naar ‘Marvin’. ‘Golden Rain’, de nieuwe single van de groep, die vrijdag uitkwam, staat helaas niet in de player, je vindt ’m wel op YouTube. Met plannen voor een ep in de loop van 2019, wil de band een pak podia beklimmen. (Bart Somers)

Rond je dertigste beslissen dat je wil stoppen met lesgeven om helemaal voor de muziek te gaan: de ene zal je voor gek verklaren, anderen zullen je dan weer complimenteren omdat je je hart volgt. Wat jij er ook van denkt, Linard Van den Bossche deed het, en gooide onder de artiestennaam L.I.N.A.R.D enkele beloftevolle deuntjes online.


In negen nummers spreidt de Gentenaar aardig wat veelzijdigheid tentoon: solo op gitaar of piano, of begeleid door een volledige band, alles passeert de revue en vaak klinkt het goed. Onze lievelingen zijn de akoestische parels ‘Feeding on me’ en ‘Head in the clouds’, die respectievelijk aan Bon Iver en Daughter verwant zijn. De aanstekelijke tokkel van het eerste nummer en de aangrijpende rust van het tweede leiden ons regelrecht in bekoring. Daarnaast kunnen ook het dromerig poppy ‘HeartBeat’ en de radiovriendelijke twee-eiige tweeling ‘Chase your dreams’ en ‘Pick it up’ ons bekoren. Het instrumentale ‘Cloudet thoughts’ sluit op zich mooi af, maar is een beetje een koekoeksjong dat hier op een of andere manier echt niet thuishoort.

De andere nummers zijn wat richtingloos, hebben een betere productie nodig, of missen pure kwaliteit, afhankelijk van welk nummer je beluistert. En hoewel we variatie toejuichen, zou een beetje meer coherentie alleen een positieve invloed kunnen hebben.

In ieder geval heeft L.I.N.A.R.D een knappe basis gelegd om op verder te werken. Hou hem in de gaten. (Bart Somers)

L.I.N.A.R.D

Gewapend met gitaar en stem neemt hij je mee in zijn wereld waar melancholie en vreugde nooit ver van elkaar liggen.

Beschrijvingen als knotsgek, hoogsteigenaardig of prettig gestoord zijn overbodig bij een muzikale act die zichzelf Cosmic Super Weirdo noemt. Het is als de kleurige parkiet in de biotoop van de zwarte merels en de grijze mussen. Dat laat ons toe om onmiddellijk op de muziek te focussen en de randverschijnselen als enigszins normaal te catalogeren.

En die muziek is heel divers, een bont amalgaam van invloeden uit verschillende genres en generaties. Het gaat van poppy new-wave (‘Nowhere Home’) naar achtereenvolgens melancholisch melodieus (‘Never-Ending Confusing Morning’), donker dansbaar (‘I Feel Like A Jedi’), intrigerende eighties (‘Fail To Live Outside My Mind’), ingetogen reflectie (‘Consoling Summer Rain’) en speelse lo-fi (‘Do You Eat Cornflakes??’).

Cosmic Super Weirdo maakte eerder dit jaar indruk door als Ugly Weirdo een plaats af te dwingen in de finale van Humo’s Rock Rally. Met de geluiden die we momenteel op vi.be horen moeten de talentloze losers, zoals ze zichzelf omschrijven in hun bio, in ieder geval gewapend zijn om verder aan de weg te bouwen. De zanglijnen en alle instrumenten nieten zich vast in je oren en vormen daar een groot kluwen van vermakelijkheid. (Bart Somers)

Cosmic Super Weirdo

lo-fi synther-songwriter, verwarde weirdo

We houden van afwisseling. Van wat experiment hier en daar zijn we zeker niet vies. En als er gedanst kan worden, zijn we graag van de partij. Vandaag doen we dat met jazz, een genre dat in België op handen gedragen wordt en in uiteenlopende varianten een divers publiek aanspreekt via acts als Stuff., blackwave. en Nordmann.

Screens bewandelt de paden tussen atmosferische jazz en instrumentale pop. Onderweg kruisen we onder meer vredige meertjes (‘Low’), klaterende watervallen (‘It ain’t easy being cheesy’), mistige beemden (‘What you don’t see’), misleidende stiltes (‘No way out’) en dartelende woudwezens (‘Leave no bro behind’). Lyrics zijn er niet, hierdoor kan je de verbeelding ongestoord de vrije loop laten.

Wat opvalt, is de kwantitatieve weelde op de vi.be van Screens. Waar we het bij veel groepen met drie songs moeten stellen, en het dan nog regelmatig huilen met de pet op is, horen we bij dit viertal zeven volwaardige nummers die allemaal het potentieel hebben om live te overtuigen.

In september speelt Screens de finale van De Beloften. De concurrentie is niet van de poes, we kijken alvast uit naar de liveprestatie en het verdict van de jury. (Bart Somers)

Screens

Intertwining atmospheric jazz and instrumental pop music

Een vi.be van de maand kiezen was zelden zo gemakkelijk. Bij ‘Wanderlust’ van Fortress heb je na minder dan tien seconden de indruk dat je naar een worp van een wereldvermaarde producer zit te luisteren. Een intro die je aandacht zodanig hard trekt, is een krachtig wapen.

Gelukkig duurt de pret ook verder in het nummer voort. Dreunende bassen en verleidelijke synths houden je aandacht zo vast en maken stilzitten erg moeilijk. Uiteraard is de combinatie van dromerig en dansbaar de laatste jaren uitgebreid verkend. Fortress doet dan ook niets volledig nieuws, al horen we wel een eigen twist die genoeg elektronische groentjes heeft gegeten om stevig op eigen benen te kunnen staan. ‘Colours’ en ‘Waterfall’, de twee andere nummers op vi.be, bevestigen dit volmondig.

Verwonderen doet dit niet. Hanne Torfs, bezielster van Fortress, had met Nunki enkele jaren geleden al een veelbelovende band onder haar hoede. Daarnaast beroert ze ook de keyboards bij School Is Cool, niet de minste. Fortress is dus haar nieuwste baby en, voor zo ver dat nodig is, onze zegen heeft ze. (Bart Somers)

Fortress

Fortress is een gloednieuw en verleidelijk dansbaar synth-pop trio uit Antwerpen.

Indiestyles vi.be: Sweats

“Potentieel” kan een erg lelijk woord zijn. Zoals in: ja, we horen wel iets goeds, al vrezen we dat het er nooit helemaal zal uitkomen. Wel mooi wordt potentieel als het voorafgegaan wordt door de gevleugelde woorden “tonnen”, “hopen”, “bakken” of “massa’s”. En ja hoor, dat is precies wat we over dit kwartet kunnen zeggen.

Sweats doet namelijk iets vrij unieks. Het viertal klutst genres bijeen die op het eerste zicht mijlenver van elkaar staan en doet het resultaat klinken alsof deze uitersten al jarenlang beste maatjes zijn. Ken jij veel acts die de radiovriendelijkheid van Kelis of Destiny’s Child combineren met de rauwe energie van Crystal Castles, Kap Bambino of in eigen land Nid & Sancy? Nee? Wij ook niet, maar met Sweats hebben we een band ontdekt die dit met verve doet.

De aanstekelijkheid van hedendaagse r&b gaat hand in hand met de dynamiek van de betere electroclash. De zang is geprofileerd en helemaal af, de ritmes maken het onmogelijk om stil te zitten, de beats maken zich meester van je heupen en de elektronica dreunt er zodanig in dat je heel veel zin krijgt om dit allemaal eens live te gaan checken. In dat opzicht ontdekken we Sweats een nanoseconde te laat, omdat de groep net nu een mooie reeks optredens heeft afgesloten.

Het lijdt echter geen twijfel dat deze groep alle wapens in huis heeft om de komende maanden van zich te laten horen. Wij houden hen alvast in de spreekwoordelijke gaten. (Bart Somers)

Sweats

Sweats, straight from your middle-class basement, brings heavy oestrogen-fueled beats with a spicy sauce of attitude and punk with a hint of self-mockery.

Klaar voor een trip doorheen verschillende werelddelen en stijlen? Bij eclectisch denken we vaak aan math rock, noise pop of freejazz. Tussen onze vibe-inschrijvingen stootten we deze maand op een project dat het woord divers op een heel minimalistische wijze kleur geeft.

De Havilland zit klaarblijkelijk in de studio met Simon Casier van Zimmerman en Balthazar om aan een album te werken, waarvan we in april nog een eerste single moeten krijgen. Op vi.be horen we enkele ruw gemixte opnames waarvan de opener, ‘Much that I will be missing’, ons het meest aanspreekt. Met een hangdrum troont het nummer ons mee naar Aziatische paradijzen waar het alvast goed toeven is. ‘No more tenderness’ is de vreemde eend in de bijt, een erg radiovriendelijke ballad die zo uit het Suffolk van Ed Sheeran had kunnen komen. De Antony and the Johnsons-cover ‘Hope there’s someone’, die klinkt alsof hij live is opgenomen tijdens een repetitie, neemt ons mee naar de andere kant van de Atlantische Oceaan, en geeft blijk van een uitstekende smaak.

Wat ons naast de stille kracht van de ingetogen instrumentatie het meest overtuigt is de zang. Als Casier er samen met De Havilland in slaagt om deze demo’s om te zetten tot een album met iets meer homogeniteit en eigen identiteit dan we hier horen, en de sterke punten kan behouden, zou De Havilland dit najaar of volgend voorjaar weleens hoge ogen kunnen gooien. (Bart Somers)

De Havilland

Working on first album with producer Simon Casier (Zimmerman, Balthazar). New single to be expected april 2018.

Gevarieerd en internationaal zijn de eerste twee woorden die in ons opborrelen als we de muziek van Ludoviq kort en krachtig willen beschrijven. In de vi.be-speler van de 29-jarige Antwerpenaar vinden we 4 songs van zijn debuut-ep 'Changes', die ongeveer nu officieel op de wereld losgelaten wordt.

Dankzij de diepe, warme en krachtige stem klinkten de nummers steeds erg soulvol. De muziek zorgt dan weer telkens voor een ander timbre en neemt ons bewust of onbewust mee op een reis doorheen verschillende tijdperken van de soul.

Met 'Changes', de titelsong van zijn ep, gaat de tocht in het heden van start. Artiesten als Kwabs, Samm Henshaw of in mindere mate Sampha komen om het hoekje loeren. Dan nemen we de afslag richting jaren 80 met de soulvolle (in 'IOYCTHO') en funky (in 'Hello') geluiden uit die periode. 'The reminiscence' sluit op een ingetogen, Ry X-achtige wijze het muzikale rijtje af, en levert het bewijs dat Ludoviq niet alleen kan doen dansen, maar ook doen dromen. Dit knapperdje schopte het trouwens tot de laatste 8 in De Nieuwe Lichting 2017.

Met zijn 29 lentes is het stilaan money time voor deze zanger. Met de ep 'Changes' heeft de man volgens ons echter het ticket voor de juiste trein in handen. En wij rijden graag mee. (Bart Somers)

Zegt de naam Mickey Doyle je wat? En zo ja, ken je Mooneye? Eerstgenoemde is het muzikale alter ego van de West-Vlaamse singer-songwriter Michiel Libberecht, die de laatste jaren met stijgend succes fijne muziekjes maakte, en deze op de podia van onder meer Cactus, Democrazy en De Zwerver live mocht brengen.

Om de volgende stappen voorwaarts te zetten, besloot Libberecht een band rond zich te verzamelen en een ep op te nemen met Pascal Deweze. Dat dit een schitterende zet was, blijkt uit de songs die we momenteel op vi.be kunnen horen. Alle nummers, met uitzondering van ‘Only because of your eyes’ en ‘I don’t want your love’, staan op de ep. Het resultaat klinkt als een perfecte plek voor wie even weg wil om tot zichzelf te komen, ver van de hectiek en de sleur.

Het meest zijn we onder de indruk van de stem van de frontman. Daarnaast hebben we niets dan lof voor zowel de melodieën, de instrumentatie, de arrangementen en de productie. De songs zijn geïnspireerd en beklijvend. Door de kenmerkende manier van zingen kan je zelfs in deze prille fase al van een zekere eigen Mooneye-stempel spreken.

Fans van onder meer Villagers, The Triffids, Fleet Foxes, Mercury Rev en de latere Roy Orbison raden we zeker aan om hun oor heel aandachtig te luister te leggen. En zijn we dat niet allemaal minstens een beetje? (Bart Somers)

Mooneye

#michelpop

Creativiteit lijkt de laatste jaren prominent in de Brusselse en Waalse winkelrekken te liggen. Het aantal artiesten dat met originele en sterke releases komt, is haast niet bij te houden.

De volgende in het rijtje BRNS, Robbing Millions, Pale Grey en consorten dient zich hier mogelijk aan. Run SOFA bracht in 2016 al de met Koen Gisen opgenomen ep ‘Shenanigans’ uit, en is klaar om eind januari 2018 zijn debuutalbum op de wereld los te laten. Een eerste voorsmaakje staat al op vi.be.

‘Dissin’’ is merkelijk steviger dan de nummers die we op de ep tegenkwamen. Waar we in 2016 nog aan BRNS en vroege Foals schatplichtige mathpop te horen kregen, lijkt de rol van de gitaar tegenwoordig veel dominanter. Kwamen de oudere songs nog voorzichtig, speels en ietwat aarzelend op je deur tikken, dan probeert ‘Dissin’’ deze onverwijld in te beuken.

Zonder het volledige album gehoord te hebben, is het moeilijk om een doorbraak te voorspellen. Het zal ons echter niet verbazen als Run SOFA eind 2018 een band is geworden die veelvuldig over de lippen gaat. Leg je oor op 26 januari zeker te luister. (Bart Somers)

run SOFA

run SOFA is a rock band from Charleroi city.

Kurt Cobain en Nirvana, deze twee legendes springen spontaan in beeld als ‘Diescene’ en ‘Border’ van The Waltz door onze speakers knallen. ‘Territorial Pissings’ en ‘Breed’ van op ‘Nevermind’ loeren om de hoek. Eerlijk gezegd: de energie maakt ons razend enthousiast. En aangezien dit de derde en de vierde song in de vi.be-player van The Waltz zijn, weten we ook al dat deze rumoerige jonge snaken tot meer in staat zijn.

Opener ‘Charlie Cello’ houdt aanvankelijk het midden tussen een metal-ballad genre ‘Nothing Else Matters’ en de zweverigere variant van progrock, om dan uit te monden in een verwoestende orkaan die ergens meedogenloos over een onhergbergzame streek walst. Het meest verrassend komt The Waltz uit de hoek op ‘Ferocious’. De razernij die door de songtitel gesuggereerd wordt, barst efffectief los na iets meer dan een minuut, wanneer een eigenwijs dansbare ritmesectie wordt aangevuld door de overweldigende zang en de dito gitaarmuur. Een Belgisch anthem à la ‘All My Demons Have Distortion’ van Psycho 44 is in de maak.

Is jouw belangrijkste opmerking nu dat de paragrafen hierboven een vrij groot aantal referenties bevatten? Gelijk heb je. Een eigen geluid heeft The Waltz nog niet echt. Kwaliteit en talent lijken echter in overvloed aanwezig te zijn. Als de bandleden erin slagen om iets neer te zetten dat herkenbaar is en toch een uitgesproken eigen gezicht heeft, gaan er binnenkort op veel podia “waltzkes” gedanst worden. (Bart Somers)

The Waltz

Single 'DIESCENE' out now: http://bit.ly/2jPuGXg

Een blik op de vi.be van de groep die de gekke naam Danny Blue and the Old Socks draagt, leert je dat de zichzelf meisjes noemende jongens naar eigen zeggen lo-fi indie uptempo tropical bikini-rock brengen. Als je ons vraagt om hier dan enkele namen op los te laten, komen artiesten als Mac DeMarco, The Drums, Kurt Vile of Beach Fossils spontaan in ons op. Drukken we daarna op de afspeelknop, dan merken we dat we er niet zo ver af zitten, en dat Danny Blue en kompanen niet voor een gat te vangen zijn.

‘6ft Tall Baby’ is een nonchalante valse trage, ‘King Of The Trashcan’ kiest voor stevige garage, ‘Be With Me’ mengt op geslaagde wijze psychedelica met jaren 90-Britpop, ‘Mas Cara’ is de ideale soundtrack voor een documentaire over surfboys en -girls op zonnige stranden, terwijl ‘Belgian Venice’ aanleunt bij acts als The War On Drugs. Aan variatie ontbreekt het dus hoegenaamd niet, aan jolijt en fantasie al evenmin.

De eerste ep van het gezelschap heet ‘Backyard Days’, en deze wordt later deze week, meer bepaald op 08.11, live voorgesteld in Kavka te Antwerpen. Beluister de songs alvast integraal op vi.be, zodat je ze woensdag luidkeels kan meezingen. (Bart Somers)

Een vi.be uit Durbuy, dat hadden we nog niet gehad. Tot nu dus, want Le Manou is een jongedame met West-Vlaamse roots die momenteel aan de gans andere kant van België huist. Dat ze tegenwoordig als inwoner van Wallonië dan weer in Gent studeert, maakt het op Belgisch niveau helemaal exotisch.

Le Manou klinkt vertrouwd en eigenwijs tegelijk. Enerzijds horen we elektronische klanken die het vandaag bij wel meer artiesten goed doen. Het is dansbaar en dromerig, en kan in dat opzicht gemakkelijk in een playlist gegoten worden met het gros van de acts die anno 2017 hip zijn.

Aan de andere kant is de voertaal hier Frans, wat het geheel toch een ander tintje geeft. Ook muzikaal zijn er breaks en wendingen die niet elke andere artiest uit zijn of haar hoed weet te toveren.

Fijn weetje: net als onder meer Max Colombie, Matthieu Terryn en Oliver Symons heeft Le Manou een verleden in Junior Eurosong. Daarnaast deed ze het blijkbaar ook niet onaardig in The Voice Belgique. Hokjesdenken is niet meer van deze tijd, en afgaande op wat we nu horen is snel plat succes momenteel niet de hoogste prioriteit. Deze sound staat er, en zou de komende maanden weleens menigeen kunnen verbazen. (Bart Somers)

Le Manou

Een dromerige zoektocht om lyrische klassieke muziek en electronisches vibes te combineren.

Wie deze zomer een of meerdere festivals bezocht, kon vaststellen dat een goede gitaar, ondanks de onstuitbare opkomst van uiteenlopende vormen van elektronische geluiden en instrumenten, nog steeds zijn plaats heeft, en in de smaak valt. En wie al eens naar een feestje genre Hindu Nights, Regel Rebel of Date With The Night gaat, weet dat dit zeker in het Gentse nog heel wat volk in beweging kan krijgen.

Dat Millbrooks hoofdzakelijk uit Gent komt, verwondert ons dan ook totaal niet. Hun stevige indierock doet een grote bewondering voor Alex Turner en Josh Homme vermoeden. ‘Rosenthal Effect’ zou een ode aan The Last Shadow Puppets kunnen zijn, terwijl ‘Red Light District’ Arctic Monkeys eer aandoet, en ‘Scenario’ de duim opsteekt naar QOTSA.

Goede smaak hebben de mannen van Millbrooks met hopen, songs schrijven kunnen ze ook, rest nog de zoektocht naar een eigen smoel. De groep, die volgens de Facebook-bio in 2016 is ontstaan, is in ieder geval geselecteerd voor Oost.Best!. Wij kijken er al naar uit, en zijn benieuwd naar eventueel verdere stappen in de goede richting. (Bart Somers)

Millbrooks

Rauw, energiek, maar ook gelikt.

Ditmaal gaan we de ietwat experimentele kant op met Morgan Abend, een biepjonge elektronicaproducer die doet wat deze muzikanten horen te doen: klanktapijten weven en ze overgieten met fijnzinnige beats en vindingrijke bijgeluiden.

Wat opvalt is de grote afwisseling tussen de nummers onderling. ‘Breeze’ is een rustgevende instrumental waar de chille bas het op punten haalt van de hyperactieve piano, die tot het einde blijft strijden. ‘Het Jaar Opnieuw’, waarin Vloedt zijn duit in het zakje doet, is een neefje dat neigt naar dub(step), en dat voorzichtige vocals mag verwelkomen. ‘Fools’ klinkt aanvankelijk alsof het een anthem van The Chainsmokers of Dimitri & Mike had kunnen zijn, maar blijft lekker zweven en bewijst dat een zware drop helemaal niet moet. ‘Naïef’ dringt niet helemaal door, al is het ook te goed om het als afdankertje te dumpen.

Het nummer dat onverzettelijk onder je vel kruipt dan daar blijft huizen, heeft Morgan Abend nog niet geschreven. Ons inziens kan daar binnenkort zeker verandering in komen. Onthoud deze naam. (Bart Somers)

Morgan Abend

Morgan Abend is een jonge, Belgische producer die experimenteert met elektronische muziek.

Molenbeersel, het is geen samentrekking van Molenbeek en probeersel, wel de naam van een Belgisch-Limburgse gemeente op een boogscheut van de Nederlandse grens. Enkele inwoners startten onder de naam Baltimore een op klassieke leest geschoeide rockband, en de liedjes van het vijftal, ‘Glow Deep’ en ‘Sunglasses’ voorop, mogen er best wezen.

De groep zoekt een mooi evenwicht tussen bombast en finesse, zweverig avontuur en catchy refreinen, rust en razernij, en dit alles steeds verpakt in een doos vol muzikale psychedelische illustraties. Anno 2017 denk je bij zo’n beschrijving uiteraard onmiddellijk aan Tame Impala of The War On Drugs, en daar hebben de jongens van Baltimore zeker een deel van de mosterd gehaald.

Mosterd of geen mosterd, de zaadjes zijn uitgestrooid, en we zien er wel wat moois uit groeien. De zoektocht naar een eigen geluid is nog niet voltooid, de bandnaam kan door een gelijknamige Franse groep die het in het thuisland verre van onaardig doet ook nog veranderd moeten worden, al is dit Belgische Baltimore zeker een gezelschap dat we in de gaten zullen blijven houden. (Bart Somers)

Baltimore

Pyschedelic garage pop rock.

Warm water bestaat al even, net als popmuziek, gitaren, lo-fi, garagerock en -pop en grappige titels. Wie dat beseft, en al deze elementen in een juiste dosis kan combineren met talent en gevoel voor melodie, kan een eind ver komen.

Het is dan ook verre van verwonderlijk dat Capibara deze maand van alle kandidaten het meest in de smaak viel ten huize Indiestyle. De groep weet met elke intro reeds de aandacht te trekken, en houdt die vervolgens keer op keer probleemloos enkele minuten stevig vast. Strakke drums, fijne riffjes, een vlot rollende bas en overtuigende zang kwijten zich uitstekend van de hen toegewezen taken.

Mooi is dat elk lied een ander tempo heeft en een ander gevoel uitstraalt. Van dromerig in ‘The Day Mr. Burns Stole The Sun’ gaat het over laidback in ‘Summer Slacks’ en wanhopig in ‘Looking At The Blue’ naar uitbundig in ‘Katie’s Feast’. Steeds weet Capibara de juiste sfeer neer te zetten zodat de afwisseling een extra troef is. Want als je hetzelfde doet als vele anderen, dan doe je het toch best een beetje anders en beter, of niet? (Bart Somers)

Capibara

"Lichtjes nostalgisch maar zorgeloos."

Het leven is als een met sigarettenpeuken bezaaid strand of een festivalcamping vol achtergelaten tenten: een broeihaard van plezier met helaas ook minder fraaie kantjes. De muzikale exponent hiervan wordt sinds kort op puike wijze van noten en woorden voorzien door The Leslies, een olijke verzameling muzikanten uit de Oost-Vlaamse steden Wetteren en Gent.

Plezier en melancholie springen haasje over in tekst en melodie. De zoetgevooisde lo-fi-wijsjes van gitaar en bas worden overgoten met een portie tristesse in de beklijvende stem van zanger Jaan. Dit geslaagde contrast komt uitstekend tot uiting in ‘The party’, een titel waarachter in plaats van een vrolijke meefluiter een overdosis weltschmerz schuilgaat. Pakkend pathos vinden we in ‘Blue Lagoon’, met name in de overweldigende finale. Even goed is het akoestische ‘Shoestring And Highs’, met een bas die zo soulful is dat ze niet zou misstaan op de ‘Best Of’ van Otis Redding of Marvin Gaye.

Miserie heeft nog niet vaak zo aantrekkelijk geklonken. Aanschuiven in de file richting naaktstrand Bredene wordt deze zomer zoveel fijner met muziek van The Leslies in je oververhitte wagen. Let wel op dat je, eens aangekomen, niet op een smeulende peuk gaat zitten. (Bart Somers)

The Leslies

As long as life's useless, we'll be here.

Lang leve Aalst, stad van de diversiteit. Waar kolder en kunst hand in hand gaan. Waar carnaval, torenpoepers en vergane voetbalgloriën worden gecounterd door een topploeg uit het basketbal, de eeuwig blinkende erfenis van Louis Paul Boon of een creatief paradijs als Kunstencentrum Netwerk.

Voegen we vroeg of laat Pavlove toe aan dat tweede rijtje? Een lied als ‘Because Of You’ opent in ieder geval heel mooie perspectieven. Het grijpt je onverwijld bij de lurven en laat je pas na 3 intrigerende minuten weer los. Alles klopt: de intro, de bas, het drumritme, de gitaarriffjes, de zang en het refrein kampen onvermoeibaar voor de hoogste eer. Dit resulteert in indierock die zowel avontuurlijk als speels en toegankelijk is.

‘Eira’ laat zich eveneens kenmerken door een nieuwsgierigmakende intro en de alweer heel fijne zang, zonder weliswaar het dwingende van de opener te evenaren. Ook in ‘Play’ belandt de bal tegen de paal, of zelfs net naast het doel: goed geprobeerd, een applausje van de trouwe supporters op de tribunes, maar punten scoor je er niet mee.

Onze nieuwsgierigheid is met de songs in de vi.be-speler van Pavlove alvast gewekt. We zijn samen met jullie benieuwd hoe de band in de komende maanden en jaren zal evolueren. (Bart Somers)

Pavlove

A touch of indie pop and a drop of psych rock.

Onlangs schreven we dat vrouwen meer aandacht moeten krijgen binnen de Belgische muziekscene. Is het daarom dat we deze maand Vliegtuig als vi.be kozen? Toch niet, we vielen voor de onweerstaanbare muziek. Dat er een jongedame achter de microfoon staat, is mooi meegenomen.

De groep lijkt wel van een taalkundig grapje te houden. Hoe verklaar je anders dat ‘Simpel’ zijn titel in de verste verte geen eer aandoet. Het nummer bulkt van de laagjes, onverwachte wendingen en contrasten. Het lijkt wel of je luistert naar een troostende verpleegster die na een zware orkaan de zwaargewonde slachtoffers een licht voor ogen tracht te houden.

Als Céline en haar Katers grossierde deze band al in finaleplaatsen. Na de naamsverandering, die we enkel kunnen toejuichen, lijkt niets deze trend nog te kunnen stoppen en zit er vroeg of laat misschien wel een of andere mooie overwinning aan te komen. Variatie horen we genoeg. Het eerst rustgevende en uiteindelijk verontrustende ‘Vloed’, het hoekig elektronische ‘Alleen Maar’ en het poppy ‘Trektocht’ tappen allemaal duidelijk uit een ander vaatje dan ‘Simpel’, zonder aan kwaliteit in te boeten. (Bart Somers)

V L I E G T U I G

synthpop

We openen onze reeks vi.be-artiesten van 2017 met een toptalent dat Josly Meso heet, 20 jaar is en uit Liedekerke komt. Voor de rest is de biografische info over deze jongeman heel schaars, wat ervoor zorgt dat de muziek voor zich moet spreken. En of die dat doet!

Met raps vol soul en funk katapulteert Meso ons terug naar de jaren 90 toen acts als Fugees en Warren G het mooie weer maakten. Mooi is dat deze rapper dit voor een groot deel in zijn eentje lijkt te doen. Ongetwijfeld refereert ‘Better Off Alone’ niet daaraan, maar een absolute knaller is dit wel.

De twee ep’s die Josly Meso in 2015 en 2016 op de markt gooide, bestaan uit enkele heel geslaagde vingeroefeningen. Het verrast ons dan ook enigszins dat deze naam nog niet op onze radar stond, en evenmin op die van veel andere media.

Wij hopen alvast dat Meso in 2017 opnieuw met een ep, full album of mixtape op de proppen komt, en dat deze de weg naar de juiste kanalen zal vinden. De ingrediënten zijn aanwezig, nu is het zaak om het recept in de grote kookboeken te krijgen. (Bart Somers)

Hoewel het gros van de bands op vi.be uit de Vlaamse scene komt, vinden hoe langer hoe meer acts uit de Franstalige Gemeenschap hun weg naar het platform van Poppunt. Een van hen heet Rince-Doigt, oftewel zo’n doekje dat je bijvoorbeeld krijgt als je mosselen gaat eten.

Rince-Doigt speelt mathrock, een term die even overweldigend kan zijn als een pot mosselen van 1,2 kilogram die plots voor je rode neus wordt neergezet nadat je al iets te gretig in de aperitiefhapjes en -drankjes bent gevlogen. De heerlijke geur zet je er toch toe aan om onverdroten ten aanval te trekken en voor je het weet heb je de hele pot leeggevreten.

Het ontbreken van een zanger wordt in de vier songs die deze vi.be rijk is nooit een gemis. Rince-Doigt laat de gitaar spreken, de creatieve partijen zuigen je aandacht voortdurend naar zich toe, en worden ondersteund door een ritmesectie die perfect doseert tussen inhouden en gaan.

Dat de Franstalige scene barst van het talent bewezen in een niet zo ver verleden BRNS, Robbing Millions en nog een aantal gouwgenoten. Wat ons betreft mag Rince-Doigt ook zo vaak ze willen de oversteek naar Vlaanderen wagen. (Bart Somers)

Rince-Doigt

Rince-Doigt is a young math-rock trio from Brussels playing atmospheric music based on loops and complex rythms. FFO: Redneck Manifesto, ASIWYFA, Delta Sleep

Indiestyles vi.be: Maris

Maris belandde op haar zeventiende in België. Als enige van 34 inwoners van het dorp Niwar overleefde ze de uitbarsting van de minder bekende IJslandse vulkaan Dasni. Omdat er geen aswolken mee gepaard gingen die het Europese luchtverkeer wekenlang lamlegden, werd er in onze contreien over de ramp niet echt gerept. Dankzij haar muzikale talent wist de jongedame zich echter snel te profileren en schopte ze het zelfs tot gemeenteraadslid van de Brabantse gemeente Onzine.

Dit verhaal klopt uiteraard voor geen meter, maar van zodra je de muziek van Maris beluistert, waan je je op het prachtige Scandinavische eiland, in een open veld tussen artiesten als Jónsi en Björk. De sfeer die deze Leuvense jongedame oproept komt geweldig authentiek over. Geheel naar IJslandse traditie verweeft ze melodie, experiment en zin voor avontuur tot een muzikaal sieraad waar je mond bij openvalt van verbazing.

De warme klanken verdrijven de winterse kou die aan de deur staat. Zet de vi.be van Maris bij je favorieten, zij helpt je ongetwijfeld de winter door. (Bart Somers)

Maris

"On Gods and other Thing" is a debut album by Maris, the solo project of Belgian singer Mariske Broeckmeyer.

The sky is the rabbit. Met een punchline als die van Watchoutforthegiants heb je onze aandacht in 3 seconden helemaal vast, en drukken we vol verwachting de digitale play-knop een beetje dieper in ons computerscherm. ‘Over our heads’ overtuigt meteen, bundelt het bombastische van Muse, het mysterieuze van Radiohead en zowaar het zweverige van Oscar And The Wolf, en schiet sferisch als een cylinder vol buskruit zijn doel tegemoet om onderweg een onstuitbare explosie van bijgeluiden te veroorzaken.

‘The sky is the rabbit’ en ‘Closer’ doen de arty kabaaldemonen van Sonic Youth uit hun as verrijzen en zetten de veelzijdigheid en de kwaliteit van onze reuzenspotters in de wild in het rond spattende verf. ‘Friday Forever’ lepelt dan weer uit het jazzy ovenschaaltje waar bands als dEUS, Mintzkov en Absynthe Minded in een min of meer recent verleden ook wel eens van gesmuld hebben.

Kijken mag, rondspringen ook. En aankomen? Ontdek dat vooral zelf op 22.09 als Watchoutforthegiants als winnaar van onze vi.be-wedstrijd op TrixTrax speelt op een avond die later ook nog Maze en It It Anita op de affiche heeft. Klik hier voor meer info.

watchoutforthegiants

The Sky is The Rabbit.

Indiestyles vi.be: Mauger

Fijnproevers die hun tanden graag voorzichtig in een hapje Bon Iver of Andrew Bird zetten, zijn bij Mauger aan het juiste adres. Mauger Mortier, een naar Oostende uitgeweken Brusselaar, is net als zijn voorbeelden gezegend met een uitmuntende fluwelen tokkel en een stem die zowel rustgevend (‘I’m Always Fine’) als aansporend (‘Don’t Ask’) weet te bekoren, en ook zonder Google Maps de gulden middenweg weet te vinden (‘Route Du Soleil’).

Mauger is treurnis en vertedering, zoals de roofvogel die zonder meelij een hulpeloos dier doodt om het daarna vol liefde aan zijn schattige pluizige kuikens te voeren. Melancholie en schoonheid voeren samen een intimistische volksdans uit. De songs zijn zo pakkend dat ze bij wijze van spreken over een boterham met choco zouden kunnen gaan en toch beklijvend overkomen.

De ruwe bolster van Brussel vond deze singer-songwriter naar eigen zeggen een harde dobber. Als dit effectief zo is, juichen wij de verhuis naar ’t zeetje enkel toe. We zouden er bovendien als het ware onze donzige kuikens op durven verwedden dat ’t geen enkele reis is, maar een retour die Mauger nog naar mooie podia moet kunnen brengen. (Bart Somers)

Mauger

Eind april dook Barely Autumn op Indiestyle al eens op als ‘Verse Vangst’, de rubriek waarin we recente Belgische singles in de kijker zetten. Tijdens deze herfstige zomer nodigen zowel de bandnaam als de songs uit om de muziek van Nico Kennes en co wat nauwkeuriger onder de loep te nemen.

De mosterd en de fijne kruiden lijkt het gezelschap te halen aan het einde van de jaren 60 en het begin van de jaren 70, toen mensen als Velvet Underground en Neil Young heel mooie deuntjes uit hun gitaren toverden. Zelfs wie niet echt goed tussen de lijnen kan lezen, weet meteen dat akoestische gitaren en hier en daar wat neurotische psychedelica de dienst uitmaken.

Dit resulteert in fijne melodieën waarin de zang een prominente rol krijgt. Gevoelens worden niet enkel aan het begin van de zin met grote G geschreven. Melancholie gaat erin als benzine in een Hummer. Titels als ‘All My Heroes Are Dead’, ‘Go Your Way’ en 'Leave This Place’ klinken niet als uitnodigingen voor een plezante party, en dat zijn ze ook niet. Gelukkig bestaat een prachtig schilderij zelden uit fluogeel en roze. Wat Barely Autumn met donkere kleuren en akkoorden doet, is alvast een streling voor het oor. (Bart Somers)

Barely Autumn

Pure, simple songs about ordinary people.

Indiestyles vi.be: Mahler

Vorige maand heeft het heel hard gespannen tussen Mahler en Cleo, de band die we uiteindelijk tot onze vi.be van april kozen. Ondertussen versloeg eerstgenoemde groep de andere in de finale van Verse Vis, en zetten wij deze prestatie en hun muziek graag nog eens extra in de verf.

Het fijne ding dat variatie heet, tiert in ieder geval welig in de drie songs tellende vi.be-player van Mahler. Voorzichtig dansbaar, dromerig en fantasierijk lijken de codetermen te zijn. ‘Sheria’ komt dicht bij een meezingrefrein. In ‘’Bout To Go Down’ werkt het aan ‘Never Forget You’ refererende Motown-basriffje dan weer aanstekelijk vanaf seconde 1. ‘In My Head’ leidt je af in de richting van de Madchester-sound uit de jaren 90.

Mahler weet hoe een goed popnummer in elkaar zit en is druk in de weer met het verzamelen van ingrediënten. Slagen ze er binnenkort in om deze op de juiste manier te mengen en het geheel extra te kruiden, dan hebben we het laatste nog niet gehoord over deze groep. (Bart Somers)

Mahler

Indiestyles vi.be: Cleo

We vallen graag met de deur in huis. Het enige wat we minder geslaagd vinden bij Cleo is hun zelfkennis, hoewel de band daar ook al op eigen initiatief een kanttekening bij plaatst. In de bio op vi.be beschrijft de groep haar muziek als dreampop, en die definitie is even scheef als de manier van stappen van Liesbeth Homans na een rijk van drank voorziene receptie.

Wat horen wij dan wel? Onze oren vangen heel veel op, en allemaal verschillende dingen, die zich op een of andere manier toch perfect laten samensmelten tot wat we niet als een Cleo-sound kunnen bestempelen, maar dat in ieder geval heel coherent in elkaar stroomt. In ‘Rotterdam’ steken zowel de Beatles van ‘Blackbird’, de akoestische passages van Alt-J als mainstream-artiesten genre Dotan en Passenger hun neus aan het venster.
‘You are (definitely out of reach)’ pakt uit met een weidse orkestratie die het nummer ergens richting de oeuvres van The Maccabees en Belle and Sebastian katapulteert. Out of reach is dat, voor een pak artiesten, al doet Cleo een meer dan verdienstelijke en veelbelovende poging. Als de groep het oorwurmgehalte van het refrein nog omhoog weet te stuwen, spreken we over een song die echt gaat beklijven.

Bij het laatste lied, dat ‘Superman’ heet, krijgen we terug een singer-songwritertouch die mooi slingert tussen commercie en authenticiteit, en altijd aan de juiste kant van de grens weet te blijven. Het moet van ‘The beach’ van Sea Peoples geleden zijn dat we nog zo vrolijk rondgehuppeld hebben op de gitaartokkels van een Belgische song.

Op 7 mei staat Cleo in de finale van Verse Vis, naast onder andere Mahler, nog zo’n West-Vlaamse band die ons al meermaals opviel in de vi.be-vijver. We hebben nog niet alle finalisten beluisterd, maar indien deze twee acts een barometer zijn voor het gemiddelde niveau, dan zal de wedstrijd alleszins een heel mooie winnaar krijgen. (Bart Somers)

Cleo

Wij zijn Cleo Luister & Geniet Binnenkort brengen wij onze EP uit

Indiestyles vi.be: Harpp

Wie in België iets met een bluesrockgeurtje speelt, al dan niet als duo, wordt al snel met Black Box Revelation vergeleken. Je moet als groep dus de nodige creativiteit aan de dag leggen om dergelijke beschuldigingen met recht en reden als vals af te wimpelen.

Drie jongelui uit Dendermonde, die zich als band Harpp laten noemen, slagen daar wonderwel in. Wie hun invloedenlijstje bekijkt, weet al dat dit trio niet voor één muzikaal gat te vangen is. De groep mengt blues met rock en jazz en schrikt niet terug voor een tempowissel of een onconventionele maat meer of minder.

Wat knap is, is dat het eindproduct wel vrij toegankelijk blijft klinken voor mensen die een beetje openstaan voor klanken die de minder alledaagse hoekjes van het rockspectrum verkennen. Dit geldt vooral voor ‘Gaze’, dat zowel liefhebbers van pure garagerock, zuivere jazz als rasechte blues moet kunnen bekoren. De verrassende break in de laatste 45 seconden zorgt ervoor dat je op iets meer dan drie minuten tijd meer variatie hebt gekregen dan bij sommige andere bands in drie hele songs het geval is. ‘OCD’ danst ook nog lekker weg voor wie zich hier en daar flexibel door de bocht weet te wringen. ‘Sun White Sun’ kiest eerder voor de stille weg, al heeft die vaak wel iets van een kasseistrook uit Parijs-Roubaix waar je regelmatig overvallen wordt door het gevoel je evenwicht te zullen verliezen.

HUMO’s Rock Rally 2016 werd geen succes voor Harpp, al mag dit geen obstakel wezen voor deze jonge snaken wiens leeftijden tussen 18 en 22 jaar ligt. Flying Horseman vloog er enkele jaren geleden ook uit in een preselectie, en kijk waar die heren momenteel staan. Het is aan Harpp om de komende tijd te tonen dat zij ook uit het goede hout gesneden zijn. De basis is alvast solide. (Bart Somers)

Harpp

Harpp is een jonge, driekoppige band die muziek maakt beïnvloed door psychedelica en jazz op fundamenten van stevige garageblues en rock'n roll.

Als geen andere Belgische stad ademt Gent rock-’n-roll, en dan vaak de Britse variant van het genre. Echt verwonderd zijn we dan ook niet dat Coyote Melon op de Union Jack geschoeide indierock speelt.

Wat ons wel positief verrast, is de manier waarop de jongelui dit doen. Hoewel er hier en daar iets te nadrukkelijk een poolaap de kop opsteekt, horen we even vaak beginselen van een eigen geluid, en dan vooral wanneer de stem van de zanger de hogere regionen opzoekt.

De groep wist op amper een jaar tijd een aardig palmares bij elkaar te spelen, met een finaleplaats in Oost.Best! en een plek bij de geselecteerden voor De Nieuwe Lichting 2016 als uitschieters. We horen dan ook bakken talent bij Coyote Melon, dat werkelijk de indruk geeft vroeg of laat die ene hit te gaan schrijven die 30 jaar later nog luidkeels wordt meegezongen op feestjes allerhande.

Werkpuntjes zijn er onvermijdelijk ook. De invloeden zouden iets minder mogen doorschemeren, de eigen verf mag er met andere woorden wat dikker op komen te liggen. In de breedte kan het momenteel zeker nog beter. Een finale spelen betekent niet automatisch dat er een winnaar in je schuilt, maar we hebben er alle vertrouwen in dat deze groep nog dat tikkeltje beter kan worden en dat dit slechts een kwestie van tijd is. (Bart Somers)

Coyote Melon

Swingend lonken naar een kortgerokte rocksong.

Indiestyles vi.be: Bonzo

Bonzo bestaat nog geen jaar en heeft in die tijd al minstens zeven klassesongs bij elkaar geschreven. De nummers op vi.be dragen een zware jaren-90-stempel, en meer bepaald de lo-fi gitaarrock waarvoor Stephen Malkmus, Lou Barlow en hun respectievelijke kompanen hun neus allerminst voor zouden ophalen. Het eigen gezicht creëert de groep door de extra scheut psychedelica die regelmatig de kop opsteekt.

Er is binnen dit genre al heel veel gedaan, en nieuwe songs staan of vallen bij geniale riffs, aanstekelijke zangpartijen of andere niet-hoogtechnologische spitsvondigheden. Bonzo heeft gelukkig ergens een heel bassin vol verrukkelijke gitaarlijnen en dito effecten aangetroffen, en duikt gretig het ene pareltje na het andere op. We horen gejengel en geklaag, zo gebracht dat je er toch goedgemutst van wordt. Vakbondslui van de spoorbonden kunnen er een punt aan zuigen.

De twintigers van Bonzo hebben een tape uitgebracht die je kan kopen op een van de vele concerten die er de komende weken en maanden zitten aan te komen. Wij gaan alvast proberen om een of meer shows mee te pikken. Dat we jullie aanraden om hetzelfde te doen, spreekt voor zich. (Bart Somers)

Bonzo

Lo-Fi, popsongs

Indiestyles vi.be: Fär

Fär is het soloproject van An-Sofie De Meyer, een met een prachtige stem gezegende Gentse die je moet ontdekken als je van donkere electronica of electroclash houdt, into new wave bent, of intens kan genieten van het rustigere werk van Lykke Li of I Will, I Swear. Uiteenlopende referenties zijn dit, en toch in de verste verte niet uit de lucht gegrepen.

Als een orkaan die het gammele dak van een verafgelegen spookboerderij volledig aan flarden wil razen, openen de eerste klanken de vi.be-speler van Fär. Al snel lopen bombast en finesse in ‘Sinners’ en ‘Hands’ achter elkaar in de rij als noeste mieren, werkend aan de uitbouw van een voortvarend nest, ter eer en glorie van de koningin. Wolken en opklaringen, stormwinden en zomerbriesjes maken keer op keer hoffelijk plaats voor elkaar en we kunnen onmogelijk uitmaken wie aan het einde van de rit de bovenhand haalt. ‘Lonesome Boy’ bewijst dat het ook van begin tot eind in alle rust moet kunnen, en sluit op een erg mooie manier af.

HUMO’s Rock Rally 2016 komt eraan. Fär zit alvast bij de geselecteerden, en wie weet doet zij het wel even goed als Samowar twee jaar geleden, die andere jongedame die het in haar eentje tot in de finale schopte met haar stem, wat toetsen en enkele knoppen om die geluiden te vervormen. (Bart Somers)

FÄR

FÄR is een gitaar, een piano en een meisjesstem.

Muzikaliteit is geen vreemde passant in de familie Verresen; Nils maakte één heel mooie plaat als The Bear That Wasn’t. Karen, beter bekend als Bovarii, bedwelmde ons bij momenten met haar jazzy stemgeluid. Rolf was dan weer actief bij wijlen Das Munich – zo veel talent, die band –, Yuko en richtte zijn pijlen later op soloproject Winterslag. Dat soloproject is nu een beetje uit de hand gelopen, en kunnen we eigenlijk een volwaardige band noemen.

Winterslag, met onder meer zangeres Renée en muzikanten van Yuko en Marble Sounds in de rangen, strooit in het rond met zachte fluisterfolk en kamerpop, maar durft bij momenten en met succes ook wat tegendraadse elektronische klanken in hun universum toe te laten. Dat maakt dat ‘These Rigid Limbs’ aanvoelt als een nummer van Elliott Smith waar Son Lux achter de knoppen mocht zitten.

Maar het is vooral dat bloedmooie duet met Renée, ‘It Was Just A Daydream’, waar wij helemaal weg van zijn. De aparte ritmesectie sleurt je hele gemoedstoestand mee voor iets meer dan drieënhalve minuut, waardoor de mijmerende zang geleidelijk binnensijpelt en ons volledig doet geloven in de down-to-earth mentaliteit van Winterslag: “Stopped chasing those dreams years ago / keep living one day at a time”.

Hun debuutalbum werd ‘The Might-As-Well’ gedoopt en ligt sinds eind oktober in de rekken. Afgaande op wat wij hier gehoord hebben, raden wij aan om dat zo snel mogelijk in huis te halen, want de huiselijke warmte van Winterslags muziek gedijt ontzettend goed in de koudere seizoenen. Bovendien, jongens van Winterslag, lijkt het ons vanzelfsprekend dat jullie met zo’n mooie klanken toch nog wat dromen achterna kunnen gaan. ’t Zou wel eens kunnen werken. (Bram Pollers)

Winterslag

Winterslag is een alternatief combo dat zonet een eerste cd heeft uitgebracht getiteld The Might-As-Well. Huidige single: It Was Just a Daydream

Flashback: we bevinden ons iets voorbij half augustus, rond een uur of één, misschien iets later, op een grote vlakte vol muzikale trekpleisters. Pukkelpop, inderdaad. Dag drie is begonnen, en met licht vermoeide lichamen beginnen we aan een laatste tour de force. De overdaad aan straffe acts zorgt voor lichte besluiteloosheid, en we zoeken ontspanning en afkoeling in de nieuwe Baraque Futur.

Elk stukje nog beschikbare schaduw wordt door onze lichamen gretig ingepalmd, om toch maar uit de brandende zon te blijven, tot onze oren een heel erg interessant geluid gewaarworden. De tweede band van de dag – ze hebben zichzelf The Glücks gedoopt, blijkbaar – startte zijn show. En daarvoor stonden wij een goed half uur gewillig in de zon.

En nu, een goede twee maanden later, zijn wij licht verbaasd dat wij intussen nog geen radiohitje hoorden passeren. Het jongen-meisje duo slaagt erin om tegelijk dreigend en aanstekelijk te klinken – denk gerust aan The Kills, maar dan met een geut Black Box Revelation en een wolkje 13th Floor Elevators in het bloed. ‘On The Road’ zweeft alvast op een riff die Jan Paternoster ook uit zijn sloffen zou durven toveren.

Hun compromisloze garagerock – ‘A World You Do Not Own’, bijvoorbeeld, teert op een tomeloze energie die meewiegen schier onmogelijk maakt – ligt gewoon heel erg lekker in de oren, zeker wanneer ze geserveerd wordt onder een blakerende zomerzon. En neen, dat kwam in onze flashback zeker niet enkel door die frisse PKP-pint. Maar goed, we wijken af. The Glücks brengt gewoon straffe, ongenuanceerde, rechttoe rechtaan rock. Om het met de woorden van de legendarische Rik De Saedeleer te zeggen: moet er nog zand zijn? (Bram Pollers)

The Glücks

Bonnie & Clyde psyched out primitive Rock n Roll Garage Fuzz Trash Punk twosome sexplosion!

We schrijven anno 2013; helden uit de jaren negentig maken 16 jaar na hun laatste wapenfeit een nieuwe plaat. De helden in kwestie zijn Oblivians. Het punky trio uit Memphis, Tennessee kwam destijds drie albums lang op de proppen met in fuzz gedrenkte, energieke garagekleppers. En toen was er de terugkeer in stijl, die ‘Desperation’ gedoopt werd.

De reden waarom wij deze mini-bio van Greg Cartwright en kompanen bovenhalen, is een jonge band uit Oost-Vlaanderen. Vanaf het moment dat de eerste tonen van Voodooland via de hoofdtelefoon naar onze oorkanalen begeleid worden, grijpt het viertal onze aandacht zelfbewust bij de kraag. Het als volleerde rammelrock vermomde popnummer ‘Our People’ zet aan tot onbeschaamd heen-en-weer bewegen – dansen gaan we het alvast niet noemen.

Op ‘Welcome’, een vals trage oorwurm, bewijst Voodooland een band te die zijn songs kneedt; geen sprake van onsamenhangende delen, maar een kwiek opgebouwd geheel dat gezwind repetitiviteit als een voordeel weet te gebruiken. ‘Our Rules’ is het nummer dat het minst direct blijft plakken, maar geef het wat tijd. Na een vijftal luisterbeurten krijgen wij het gevoel dat we zitten te luisteren naar The Flaming Lips, op voorwaarde dat Wayne Coyne een volbloed punker was.

Als we dit alles in een conclusie moeten gieten, kunnen we enkel zeggen dat het Oost-Vlaamse kwartet een eigenschap heeft die wel meer jonge bands bezitten, maar weinigen zo bewonderenswaardig goed weten te benutten: hun aanstekelijke nonchalance. Dat leidt bij hen geenszins tot ongeleide projectielen, doch het levert heerlijk luchtige garagepunk op. Drie keer raden welk Amerikaans trio nog over deze kwaliteit beschikt? (Bram Pollers)

voodooland

Mix van fuzz'jes, orgels en tamboerijnen afkomstig uit Gent en omstreken.

Sean Michael Raab laat zich in het avondrood graag Misérable noemen – een artiestennaam is altijd aangenaam wanneer je naam niet lekker bekt. Maar elke discussie over dit alias wordt overbodig wanneer de eerste tonen van ’s mans muziek onze voelsprieten laten tintelen van nieuwsgierigheid. ‘Silhouettes’, de dader in deze, lijkt in eerste instantie een brok chillwave, tot Raabs stem een psychedelische vibe meegeeft aan het geheel, waarna de elektronica ook geregeld een versnelling hoger schakelt.

Op ‘Futon’ horen we zelfs flarden van een radiopotente song. De dromerige vocal zweeft ergens tussen Ruban Nielson (Unknown Mortal Orchestra) en John Gourley (Portugal. The Man), terwijl de dreunende elektronica als een vals trage popwervelwind een aanslag pleegt op je collectieve geheugen. De loungy sfeer in ‘Arikukato’ bewijst dan weer dat repetitiviteit allerminst een recipe for disaster hoeft te zijn. Glimlachend zakken wij achterover in onze stoel, want onze nieuwsgierigheid is meer dan terecht gebleken.

Ongeveer een week geleden bracht deze 21-jarige Brusselaar zijn ep ‘Yucca’ uit. Wij raden je alvast aan deze te beluisteren, en vervolgens Misérable te liken op allerhande sociale media. ’t Is maar dat je achteraf kan zeggen dat je er snel bij was. (Bram Pollers)

Misérable

Experimental Pop artist from Brussels Ridin the chillwavezzz bruhh

Indiestyles vi.be: Piquet

Piquet is geen nieuwe naam in de enge zin van het woord. We ontdekten deze Limburgse band op de finale van Limbomania 2013, inmiddels toch bijna 2 jaar geleden. Intussen brachten ze dan wel een single uit, op een volwaardig album bleef het wachten. Deze keer is de vi.be van de maand dus geen echte kennismaking, maar een herinnering aan de ruwe diamant die voor onze ogen ligt te schitteren.

“Het heeft geen zin om buiten te komen”, zo predikt Lien Moris meermaals in ‘Zijn We D’r Bijna’. Dat moeten wij snel tegenspreken: met zo’n snedige single kan een mens meer dan buiten komen. Dat ook ‘Jonjo’, een oase van onrust met tegendraadse drums en gejaagde gitaren, werd geschreven in de taal van Claus en Boon, juichen wij gewoon met veel graagte toe.

Op ‘Fast Moving Consumer Goods’ – een cover van Kabul Golf Club, de band van wijlen Florent Pevée – kiest Piquet voor een blitztransfer naar het Engels. Hoewel we dat Nederlands wel echt kunnen smaken, is ook deze mélange van EMA en Limburgse helden Millionaire een erg genietbare cocktail van muzikaal vernuft. Tevens hebben we een speciale vermelding veil voor het nummer ‘Randgeval’, zonder twijfel de meest imposante creatie van Moris en co, inclusief bezwerend kretenwerk van de zangeres.

Maar de grootste troef van Piquet is natuurlijk zangeres Lien Moris: een roodharige engel wiens stem (en teksten) ons meezuigt in een rollercoaster van emoties en een aura van eerlijkheid. In dat opzicht doen haar lyrics ons een beetje denken aan Ellen Schoenaerts – totaal ander stemtimbre, overigens – die ons ook probleemloos meesleepte in haar prachtige zinsconstructies. Liefste Piquet, we zijn nu twee jaar na de zilveren plak op Limbomania. Geef het Nederlands weer zijn welverdiende plaats in de hedendaagse rock-’n-roll, alstublieft? De vereniging dankt u. (Bram Pollers)

Piquet

Experimentele pop met transoceanische vocalen

Deze collectie nachtegalen maakt indruk met hun vocale kwaliteiten. De Brusselse all-girl-band bewandelt de paden van een bedwelmend universum van artistieke schoonheid, waar ook Björk en The Dirty Projectors hun vaste avondwandeling maken.

Meer zelfs, in ‘Earthquake’ en ‘And the mermaids dance’ zou Björk zomaar één van de centrale stemmen voor haar rekening kunnen genomen hebben, maar het bleek toch gewoon om een jonge Belgische zangeres te gaan. Op ‘No man’s land’ zweven dreigende synths en repetitief georkestreerde drums onder het oppervlak, bij wijze van instrumentale steun voor de vocale veelzijdigheid.

Het is de combinatie van de warme verzameling van fluwelen stemgeluiden en de uitgekiende melodieën die van One Bird Orchestra een Grote Belofte maken. Mochten Ayco en Eppo nog even verder duysteren, zou het ons niet verbaasd hebben als één van hun songs zomaar een plaatsje had veroverd in het mooiste radioprogramma ter wereld.

Zelf beschrijven de vier jonge deernes hun muziek als “harmonieuze pop voor fabeldieren en roofvogels”. Als ze hun pijlen daadwerkelijk richten op het dierenrijk, zijn wij er alvast van overtuigd dat het beestenbos nooit meer boos zal zijn. (Bram Pollers)

One Bird Orchestra

One Bird Orchestra brengt harmonieuze pop voor fabeldieren en roofvogels.

Bij de keuze van deze maand nemen we een duik in het verleden, naar een tijdstip ergens diep in de grauwe jaren 80. De synthesizer lijkt voor het eerst het belang van de gitaar te minimaliseren en organische, elektronische klanken zwerven richting een nieuw muzikaal universum. En dat is precies waar ook Whispering Sons op mikken. Dat kunnen we best opmerkelijk noemen, aangezien geen enkel lid van de band het levenslicht zag in de eighties.

Donkere post-punk anno 2015, met een vrouw aan de macht? Dan denken wij al snel aan Savages. Maar het diepe, ijle stemgeluid van zangeres Fenne Kuppens is meer een sfeerscheppende factor – denk: Anna Calvi die op een regenachtige dag de leden van New Order tegen het lijf loopt – dan een venijnige razernij. ‘Midlife’ is een kopstoot in slowmotion, terwijl ‘Tidal’ klinkt als het klankbord van een onheilspellende scène in een zwart-witfilm.

Met al een aantal nummers in de achterzak trok het vijftal naar de RockRace, waar ze enkele weken geleden een knappe overwinning binnenhaalden in de ABClub. Wij vermoeden alvast dat het geen toeval was dat Whispering Sons in de late uurtjes furore maakte. (Bram Pollers)

Whispering sons

'The name taken from an obscure song by Moral; Whispering Sons tries to bring back ethereal waves and shoegazing guitars from darker times'

Kan er iemand deze jonge bende uit Brussel en Limburg zo snel mogelijk het zwijgen opleggen aub? Hun ‘Pulling Me Under’ domineert al wekenlang zowat alle positieve sensoren van onze zintuigen, en de andere songs hebben het potentieel om vroeg of laat hetzelfde te doen. “Beach” lijkt wel het codewoord. Neem wat Beach Boys, een beetje Beach House en een vleugje Beach Fossils, voeg er een fikse dosis eigen inspiratie van de vijf rotgetalenteerde snaken bij, en je komt automatisch bij de muziek in hun vi.be-player terecht.

Vroeg of laat zing ook jij deze nummers van buiten mee. ’t Is niet van willen, ’t is van mammoeten. (Bart Somers)

Wooly Mammoths

Mysterious since 2013 // Indie Psych Rock Pop from Brussels // Vibe with us

Indiestyles vi.be: lohaus

Eind 2014 publiceerde Indiestyle een lijstje met daarin enkele Belgische beloften voor 2015. Met onder meer Brutus, Monster Youth, Polaroid Fiction, High Hi, Stuff., Illuminine en Byron Bay, die inmiddels al mooie releases presenteerden, lijkt onze voorspelling de nagel keihard op de kop te slaan. Een andere naam in het overzicht was lohaus, een trio uit de Kempen dat ook steeds nadrukkelijker op de deur komt kloppen.

Gedreven door de karakteristieke stem van Thomas Lauwers slalommen de drie jongelui gezwind van triphop over dreampop naar electropop, behendig de clichés ontwijkend, en blijven ze in de drie songs tellende vi.be-player met sprekend gemak overeind. In ‘Overwhelm’ en ‘White Feathers’ doen de Kempenzonen dit op een erg rustige manier terwijl ‘Lighthouse’ aanzet tot voorzichtig dansen.

Afgelopen weekend konden we het gezelschap live aanschouwen in de pas geopende pop-upbar Stulp in Antwerpen. Wat we daar zagen, versterkte alleen maar ons gevoel dat lohaus tot heel mooie dingen in staat is, en dat het niet lang meer zal duren voor dit ook in de praktijk zal blijken. Dit is topklasse, of je nu van triootjes houdt of niet. (Jacky Ypzsilon)

lohaus

Electropop ◙ Trip Hop

Laten we maar meteen met de deur in huis vallen: de reden dat ons oor viel op Along A Line, is omdat de band anders klinkt. Zoek niet naar een (elektrische) gitaar of toetsen, want Along A Line heeft lak aan die traditionele instrumenten in de popmuziek. In plaats daarvan wordt Aline Goffin – half mens, half engel, afgaande op haar stem – met verve begeleid door fluitist Stefan Bracaval en nog een handvol andere blazers en strijkers.

Along A Line zoekt naar eigen zeggen een weg in de muzikale veelkleurigheid, en slaagt daar wonderwel in. ‘Masquerade’ is My Brightest Diamond die de gezelligheid van huiskamerpop ontdekt heeft, terwijl de schijnbaar verlegen ukelelesong ‘North Pole’ gestaag open bloeit tot een volle, in jazz gedrenkte compositie.

Maar het meeste indruk maakt het excentrieke ‘War’, dat danst op de grenzen van hedendaags klassiek en tegendraadse folkpop zonder zijn eigen gezicht te verliezen. Het rijke klankenpalet van Along A Line zou echter geenszins zo aantrekkelijk zijn als de stem van Goffin niet zo’n schot in de roos was. Het ene moment groots en theatraal, het andere moment lieflijk en intiem; altijd in dienst van het muzikale spectrum dat zich rond haar vormt, nooit over the top. Laat ons nog snel even recapituleren: Along A Line is op en top vakmanschap. (Bram Pollers)

Alongaline

Along A Line bewandelt de lijnen tussen verschillende genres. Grenslijnen of verbindingslijnen? Binnen de lijnen of buiten de lijnen?

Een goede naam maakt een belangrijk deel uit van de branding van een band. Als je een groepsnaam kiest die verwijst naar een nummer van dEUS, stellen wij met graagte onze onverdeelde aandacht ter beschikking, zelfs zonder één muzikale noot gehoord te hebben. Dat de vier jongeheren een voorliefde schijnen te hebben voor de indierock van onder meer Dinosaur Jr. maakt het natuurlijk des te interessanter.

Het beste bewijs? ‘Peach fuzz’, met een gitaarriff die van J Mascis zelve kon zijn, is een aanstekelijke splinterbom. Ondanks het gecontroleerde lawaai afkomstig van drums en bas sleept de compromisloos over het geheel zwevende stem van de zanger ons mee naar een verschroeiende finale. ‘Giralda’ laat eveneens horen dat het viertal goed weet welke richting het uit wil met hun muziek, namelijk terug naar de jaren 90. ‘The Farewell State’ is een catchy ode aan Stephen Malkmus en zijn Pavement, zonder aan ordinaire reproductie te willen doen.

Ze werden al geselecteerd voor De Nieuwe Lichting 2015 van Studio Brussel, hebben handvol sterke nummers en zijn nu op de koop toe onze eerste vi.be van de maand in dit nieuwe jaar. Het is allemaal nog heel erg pril, maar wij roepen op tot een indie nineties revival, en laat Freaks Up Front dan maar glorieus voorop gaan in die strijd. (Bram Pollers)

Freaks Up Front

We don't know anything about arrangements, but man, we've sure got melodies.

In en rond Gent weigeren de mensen om een vierkante centimeter muzikaal braakland te laten ontstaan. De meest productieve regio op het vlak van inlandse muzikanten heeft er weer een nieuwe telg bij. What About Washington orkestreert groovy elektronica – wij dagen jullie alvast uit om niet te bewegen tijdens hun meest aanstekelijke creaties – en speelde voor Studio Brussel een eigenzinnige versie van Nirvana’s ‘In Bloom’.

Neem nu bijvoorbeeld die baslijn in ‘Waterfall’, de onweerstaanbare leidraad doorheen een nummer dat een spanningsboog herbergt die een band als Willow moeiteloos bijbeent. ‘John Locke’ is een interessante evenwichtsoefening waar de strofes handelen als een gezellige, vriendelijke handshake terwijl het refrein omslaat in een dwingende uppercut. Daarenboven lijken beide songs, liefdesbaby’s van Chvrches en Two Door Cinema Club klaar om zo mee te draaien in de playlist van een (alternatief) radiostation.

‘Prayer’, een minder vanzelfsprekend nummer en dus bezwaarlijk singlemateriaal, heeft wat meer tijd nodig om zich in onze oren te nestelen, maar dan valt dat bezwerende “come let us pray” ook niet meer weg te denken. Drie op drie, en dus geniet What About Washington onze volle aandacht. Wij hebben geen idee wat er in het Gentse rioolwater zit, maar het moet iets goeds zijn. (Bram Pollers)

What about Washington?

Belgische band. Washington is het nieuwe London. Indietronica. BRCHTDMR - JRNBRL - KNRDDPW - SVNSBB - WSHNGTN

Op talent staat geen leeftijd, zo wordt gezegd. En volkomen terecht, blijkt na het beluisteren van de drie nummers die Fernant Zeste, in het dagelijkse leven beter bekend als Jonathan Scheerlinck, inzond. De bebaarde man – op het eerste zicht dachten we even dat Mark Oliver Everett een nieuw alter ego had, eerlijk waar – gaat naar de veertig en is nog maar vier jaar bezig met zijn muzikaal project. Maar wanneer het adembenemend mooie ‘Snowblind’ onze bubbel binnentreedt, is er geen sprake van stuntelig beginnelingenwerk. In het bluesy duet met Sarah Leuridan grijpt Scheerlinck ons meermaals bij de keel en zelfs na het verscheidene malen herhalen van deze twee en een halve minuut blijft de repeatknop onze aandacht trekken.

In ‘Your Mind Was Tremblin’’, waar de warme stem vergezeld wordt van een traditionele bluesriff, speelt de gitaar het innemende spel der verleiding met een viool en in ware folky singer-songwriterstijl weet de Gentenaar ons mee te slepen in ‘The Boat’. “I don’t know ’bout you, but I’m just trying to hang on”, zingt Jonathan Scheerlinck ons toe. Als dit het resultaat is van dat volhouden, moet hij dat vooral blijven proberen.

Deze drie nummers stonden op ‘Polaroid’, het tweede album van Fernant Zeste, dat in februari 2013 het levenslicht zag. Toevalligerwijs bracht de man vorige week zijn derde plaat ‘Drama’ uit, en blijkt die daarenboven ook nog eens de met zijn voorganger gepaard gaande verwachtingen te overtreffen. De gitaarriedel van ‘The Romp’ huppelt ‘Vive ma liberté’-gewijs rond de vrouwelijke zang en zorgt voor een uiterst aangename luistertoestand. Ook wanneer de gitaar de sfeer ombuigt tot intensere bluesrock (‘All Night Long’) blijft de aandachtsboog steeds gespannen. Maar op z’n best is Fernant Zeste wanneer hij quasi-parlando zijn intense en donkere songs begeleidt en de luimerende stilte gebruikt als een belangrijk sfeerelement, zoals in ‘Five Minutes’, ‘Lenore’ en ‘Blue’.

Het hartverscheurende afscheid in ‘Never Again’ is even mooi als triest, mede door de emotionele bekentenis “I never want to see your face again”, hoewel we ons moeilijk kunnen voorstellen dat dat erg gemeend is. Drie albums ver in zijn carrière weet de 38-jarige Jonathan Scheerlinck heel erg goed welke richting hij uit wil, en dat is maar goed ook. Als deze Gentse self-made man aan dit tempo straffe songs blijft maken, zal de naamsbekendheid Fernant Zeste niet veel langer beperkt blijven tot de regio van zijn thuisstad. (Bram Pollers)

fernantzeste

Fernant Zeste is a bearded bluesman who has been in search of the blues since the day he was born. For the last three years he has been playing every other day.

Naast een bekende studentenstad is Leuven eveneens een plaats waar muziek leeft. Concertzalen als Het Depot en STUK weten er jaar na jaar sterke programma’s voor te leggen en ook qua bekende muzikanten hebben de Pietermannen met Selah Sue en Milow twee grote ijzers in het muzikale vuur.

En wat meer is: er is opvolging op komst in de hoedanigheid van The Herfsts, een zevenkoppig indiepopcollectief. De band brengt een eclectische mix van elektronicagepingel en gitaargeram en zweeft te allen tijde tussen euforie en weemoed. Het groots aandoende ‘Superklang’ koppelt de intense indierock van Modest Mouse aan synths die recht uit de jaren 80 lijken te komen.

Op het intiemere ‘Gutscratcher’ horen wij een stem die dicht aanschurkt bij het geluid dat Johannes Genard produceert, voorzien van een portie meeslepende muzikale melancholie. Ook het laatste nummer, voorzien van een uptempo sound, heeft een link met Genards band School Is Cool: de barokke pop van ‘Two Dancers’ had namelijk niet misstaan op hun debuutalbum ‘Entropology’. En zo hadden The Herfsts niet meer dan drie songs nodig om ons te overtuigen van hun kwaliteiten. Binnen onafzienbare tijd bent u ongetwijfeld aan de beurt.

The Herfsts spelen op 30 oktober live op onze eigenste Suck It And See indie/rock party in Bonnefooi. De toegang is gratis, klik op het Facebook-evenement voor meer info.

The Herfsts

Feest en melancholie, een streep gitaargeram en een snuif elektronicagepingel.

Net buiten de Antwerpse grootstad, in het kleine dorp Vremde, weerklinken er dezer dagen nog andere geluiden dan de occasioneel passerende auto in de dorpskern. Het vijftal I Am Wolves perfectioneert er namelijk zijn instrumentale songs tot ze ook door de buitenwereld gehoord mogen worden.

De band bracht in juni een ep uit die drie nummers telde, en deze weten ons danig te bekoren. Samen klokken ze af op ongeveer 21 minuten – ter vergelijking: het debuutalbum van Perfect Pussy, eerder dit jaar uitgebracht, duurde 23 minuten. De muziek van I Am Wolves wegduwen in het hokje postrock is weliswaar iets te kort door de bocht.

Wanneer de sfeervolle soundscapes, zorgvuldig opgezet door gitaar, drum en bas, tijdens de intro’s van ‘October’ en ‘I move these mountains’ de uitspattingen afwachten, neigt de groep nadrukkelijk richting ambient, om daarna de postrock veelvuldig te omarmen. En in ‘Fratel’ neemt de prominent aanwezige viool ons mee op een slalom tussen neoklassieke filmcomposities, een noisy Thurston Moore-gitaar en een flinke dosis geluidsexplosies.

Als binnen enkele jaren de naam Vremde niet langer enkel op gefronste wenkbrauwen kan rekenen wanneer er buiten regio Antwerpen over gesproken wordt, dan weten wij alvast welk vijftal daar hoogstpersoonlijk voor verantwoordelijk gesteld kan worden. Wacht niet tot dan om I Am Wolves te ontdekken.

I Am Wolves

Op een warme zomeravond durven wij al eens te opteren voor een lekker biertje, bij voorkeur uit een flesje. De jongens van Tangerine grepen dus onze aandacht al vast met een nummer als ‘Beer Is Better In A Bottle’. Meer nog, dit is eveneens het ideale lied om door je speakers te laten gieren op zo’n zomeravond. Een aanstekelijke gitaarriedel, een solide ritmesectie en een herkenbaar refrein zorgen voor een heerlijke indierock-cocktail.

Ook ‘Amstilinya Toolba’ wringt zich als een volleerde oorwurm een weg richting onze trommelvliezen. Bewegen is niet enkel toegestaan, er lijkt haast geen andere optie te zijn. Deze Brusselse jonkies mikken geregeld op je dancing shoes, en doen dat in het zog van bands als Foals en Two Door Cinema Club – het lijkt soms of Sam Halliday zelve het geliefde snaarinstrument in handen nam.

Met ‘Papillons’, een vijf minuten durend epos als tegenpool voor het amper anderhalve minuut durende ‘Beer Is Better In A Bottle’, bewijzen ze ook onze aandacht te kunnen vasthouden als het tempo gedrukt wordt. Na Robbing Millions staat er dus mogelijk snel weer een Brussels indiecollectief op de rand van de doorbraak.

Tangerine

Julien (zang/gitaar), Woody (gitaar), Yves (drum) en Bregt (bas/toetsen), rond de 20 jaar oud. Geïnspireerd door The Kooks, Foals en dergelijke.

Voor de pure schoonheid van Captain Oats hebben we weinig woorden nodig. De loepzuivere zang neemt je aandacht onmiddellijk in een houdgreep, de klasse van zowel de strofen als de refreinen overtuigt meer dan vele schaduwfavorieten in de Tour de France, en de ongetwijfeld weldoordachte arrangementen bevatten de kinderlijke frisheid die zorgt voor catchiness van de betere soort.

De groep met (ex-)leden van bekende collega’s als Balthazar, Yuko en Marble Sounds behaagt zowel in meer uptempo songs zoals ‘Song For Jack’ als in het ingetogen ‘Decision Time’. Waar we bij wijze van werkpuntje weliswaar aanstippen dat de invloeden van de hierboven opgesomde bands nog te veel doorsijpelen, kunnen we niet anders dan dit gezelschap uit te roepen tot de Januzaj van de Belgische muziekscene: een basisplaats in de nationale elf is nog niet voor morgen, al is het de komende jaren evenmin een utopie. (Bart Somers)

Captain Oats

Radio 1: "songs met de juiste hoek af, heeft dezelfde frisheid van bands als Dead Man Ray en Grandaddy"

Het is als Waalse of Brusselse band nog altijd geen sinecure om voet aan wal te krijgen in Vlaanderen. In Wallonië speelt dit gezelschap de komende weken op enkele kleine festivals of in middelgrote cafés, in Vlaanderen is het programma helemaal leeg. Maar op kwaliteit mag geen maat staan, en al helemaal geen grens, dus zouden we de rockers van Thyself in de nabije toekomst in beide landsdelen meer aan het werk moeten zien en horen.

Wat vooral opvalt bij dit viertal, is de perfect gecoördineerde balans tussen gracieuze harmonieën en vernietigende uithalen. ‘Always The Same’ begint met een oerkreet zoals Dylan Baldi van Cloud Nothings die ook vakkundig weet uit te voeren. Na een verschroeiend begin valt de groep terug op een geluid dat het scherpste van The Veils verenigt met bij momenten Fleet Foxes-achtige samenzang. Een eclectische gitaarriff, twijfelend tussen het industriële van Nine Inch Nails en het aanstekelijke van Triggerfinger, domineert de stomende rocker ‘Come To Pray’.

Het in weemoed gedrenkte ‘Behind Clouds’ is een ware uitschieter. Het nummer veinst verscheidene malen een grungy randje , maar resulteert eerder in een bloemlezing aan Jeff Buckleys postuum verschenen meesterwerk ‘Sketches For My Sweetheart The Drunk’. En in de kracht van deze song bevindt zich ook de sterkte van Thyself. Dit jonge kwartet uit Franstalig België weet zowel te slaan met kletterende gitaarsalvo’s als te zalven met een puntgave sound. Moesten jullie de pointe nog niet gevat hebben: wij raden jullie ten stelligste aan om deze jongens in het oog te houden. (Bram Pollers)

Thyself

Thyself's first EP is now out and avaiable

De alom bekende Rock Rally van Humo ligt achter ons, het leven kan zijn normale gangetje weer gaan. En toch grijpen we terug naar een artieste die hoge ogen gooide in die vooraanstaande wedstrijd. Samowar greep naast de prijzen, maar haar naam staat intussen wel in ons langetermijngeheugen gegrift. De Antwerpse jongedame is, naast haar stem, enkel in het bezit van een loopstation waarmee ze haar creaties ontvouwt. Ze schept een eigen universum met haar songs zoals ene Björk dat eveneens geregeld weet klaar te spelen.

Op ‘Thirsty Well’ komt de naam van de IJslandse zangeres geregeld binnensluipen, zij het niet alleen. Lien Diependaele, het dagdagelijkse alter ego van Samowar, plaatst deze subtiel experimentele song op het muzikale kruispunt tussen het Zweedse popwonder Robyn, de weemoedige Kate Bush en, zoals eerder vermeld, de eigenzinnige Björk. Ook ‘Roots’ is pop zoals wij het graag hebben, namelijk met een hoek af. Wanneer het ritme werkelijk dansbaar dreigt te worden, neemt het nummer keer op keer een spannende tegendraadse wending.

En toch steekt het eclectische ‘A Good Head For Heights’ erboven uit. De vervaarlijk voortdenderende elektronica dient als ondertoon van Diependaeles constant muterende stem. Deze muziek is hoogstwaarschijnlijk niet gemaakt om massale airplay te genereren, maar om een al dampende club volledig te laten ontploffen. En dat is wat Samowar in de nabije toekomst vermoedelijk dan ook zal doen. (Bram Pollers)

Samowar

Vervormd, gemuteerd, ogenschijnlijk lief en aaibaar maar oh zo meedogenloos

Een drietal weken geleden ging Nordmann met de zilveren medaille lopen in ’s lands bekendste rock rally. De groep, die afwisselend naar jazz en rock neigde, had één groot voordeel ten opzichte van zijn medekandidaten, namelijk de alomtegenwoordige saxofoon. Maar het instrument hoeft niet per se hand in hand te gaan met jazz. Het zijn immers de zwoele tonen van de sax die Humanga Danga tot zo’n intrigerend project maken.

‘Abu Dhabi’ koppelt deze broeierige vibe aan zeer dansbare ska. De opmerkelijke combinatie zorgt voor een fris geheel en lijkt gemaakt om zomerfestivals in te pakken. ‘Nude On The Moon’ is dan weer een valse trage waar de schuifelende gitaar de blazers in de spotlights zet op het einde. De strakke ritmesectie op ‘Orchestrion’ geeft diezelfde gitaar dan weer de ruimte om de hoofdrol op te eisen zodat die het hele nummer een weerbarstige, meeslepende solo schijnt te spelen.

In 1994 forceerde Pulp Fiction een heuse surfrockrevival door ‘Misirlou’ in de versie van Dick Dale & His Del-Tones op te nemen in zijn soundtrack. Intussen zijn we twintig jaar verder, en het instrumentale surfgenre is verbleekt tot een vage trip down memory lane. Humanga Danga kan misschien alvast solliciteren bij Tarantino, want hun eigentijdse kijk zou de muziekstijl plotsklaps nieuw leven kunnen inblazen. (Bram Pollers)

Humanga Danga

Eigenzinnige surfband uit het Gentse (België).De blazerssectie geeft net dat verfrissende extraatje als een cocktail bij een stevige branding.

Een goede groepsnaam is soms een belangrijk element om de aandacht te trekken. Bij het lezen van “The Girl Who Cried Wolf” werd onze nieuwsgierigheid geprikkeld, en ook de sound bleek op z’n minst interessant te noemen. De innemende stem van Heleen Destuyver bevindt zich ergens tussen die van Dani Klein en Beth Gibbons. En de muziek sluit tot op zekere hoogte ook aan bij Gibbons’ Portishead, maar dit gezelschap is meer dan triphop. Dat merken we al meteen op ‘Ohm’, een voorzichtig opgebouwd nummer dat naar het einde toe ontploft en transformeert in een kletterende jamsessie.

Op ‘Volt’ experimenteert de band met noisy postrock die de hele song als een soort onheilspellende nevel rond Destuyvers stem hangt. Wanneer de jongedame een laatste keer “But the only thing that matters / is that we are not alone” zingt, staat het haar recht op onze armen. De muzikaliteit van deze mensen staat buiten kijf. En ook ‘Shuffle’ weet de spanningsboog zodanig strak te houden dat er geen moment aan verveling gedacht kan worden. Zowel de bas, de gitaar als de intrigerende cello vechten om de aandacht van de luisteraar, terwijl de drums de touwtjes stevig in handen houden.

Het Antwerpse vijftal zorgt voor genoeg afwisseling zonder de coherentie uit het oog te verliezen. We kunnen niet wachten om deze groep aan het werk te zien, bij voorkeur in een kleine zaal. Dan kunnen we over enkele jaren zeggen dat we erbij waren. (Bram Pollers)

The Girl Who Cried Wolf

OHM

Humo’s Rock Rally draait op volle toeren en wederom valt ons oog op een adept van Belgiës grootste rockwedstrijd. Sarah Devreese, gewapend met enkel stem en gitaar, pakt niet uit met grootse solo’s of ingewikkelde hooks. Ze weet ons met puurheid rond haar vinger te draaien. ‘Butterfly’ opent met de prachtige beeldspraak “I knew a girl, she lived in a cocoon / hoping she’ll turn into a butterfly soon” en haar innemende zang sleept ons mee.

Het mag niet verwonderen dat Daughter haar grootste inspiratiebron is. De sfeer van de nummers en zelfs de stem van Devreese sluiten aan bij de sound van de Engelse band. Maar ook de andere songs weten meer dan te overtuigen. In ‘Losing Faith’ gaat de zangeres een minder ingetogen toer op en met ‘Can’t You See’ laat ze elk publiek verstild genieten. Als deze jongedame nummers blijft schrijven met dezelfde kwaliteit, gaan we er nog veel van horen. Want schoonheid zit in de eenvoud, daar zijn we nu toch wel van overtuigd. Waarvoor dank, Sarah. (Bram Pollers)

Sarah Devreese

Singer-songwriter trying to make your eyes water or at least touch your soul. My biggest inspiration is daughter.

Indiestyles vi.be: Yamantau

Nu Humo’s Rock Rally 2014 van start is gegaan, besteedt Indiestyle veel aandacht aan deze muziekwedstrijd. Een van de deelnemers die ons al zowel live als online konden bekoren is Yamantau. In onze voorbeschouwing op de preselectie in Maldegem waren we al vol lof, getuige deze woorden: “Over zichzelf zeggen de leden van Yamantau dat ze meer zijn dan een gewone postrockband. ‘Slow Kills’ bewijst al onmiddellijk dat ze niet liegen. De opbouw verloopt wat sneller dan de clichés van het genre suggereren, en de sound klinkt tegelijkertijd voller en meer psychedelisch. Ook de andere songs laten zich kenmerken door een originele aanpak, een sterke ritmesectie, hier en daar zang die zich in je geheugen nestelt, wat ons woorden als beloftevol en potentieel doet gebruiken.”

In Maldegem waren we ook van de partij om deze groep en de andere deelnemers live te zien. Yamantau moest als laatste het podium op, en blies ons van onze sokken. Dit schreven we achteraf: “Soms zorgt de loting ervoor dat de laatste groep echt op een headliner lijkt, en dat was gisteren ontegensprekelijk het geval. Yamantau uit Lokeren ontlokte ons al hele mooie woorden in onze preview, en slaagde er in Maldegem toch nog in om die verwachtingen te overtreffen. Vol overtuiging ging deze afsluiter de psychedelische tour op met muziek die zich enkel laat beschrijven als een eigen geluid. We hoorden invloeden uit prog, postrock, new wave en postpunk, en vooral een band die variatie, diepgang en experiment feilloos weet te koppelen aan melodie, toegankelijkheid en dansbaarheid. Zien we daar al een finale wenken?”

We houden Yamantau in de gaten, en we raden je aan om hetzelfde te doen. De groep bracht deze week overigens ook een eerste ep uit, we hopen dat er nog veel mooie releases mogen volgen. (Bart Somers)

Yamantau

Psychedelicpostrocknoise