Enola vi.be van de maand
03.10.22
Maandelijks vist Enola Magazine een profiel uit de vi.be talentenvijver om in de schijnwerper te plaatsen met een korte recensie.
Gecreëerd door
Duyster herleefde laatst een heel klein beetje in Leffinge. In de muziek van Suura is het programma nooit uit de ether verdwenen. Tegelijk is Suura ook heel erg van nu: het Gentse trio biedt jazz die geen jazz is, maar ga nu niet aan Stuff. en aanverwanten denken. Suura zoekt veel meer de vallende bladeren op dan een dansvloer. De akoestische gitaar van Nicolas Van Belle biedt dezelfde melancholie als de hypnotiserende stukken van James Blackshaw. Die gitaar gaat een dialoog aan met de zachte, breed uitgespreide klanken van de sax van Werend Van Den Bossche, rustend op de onderhuidse bas van Emanuel Van Mieghem. ‘Eenzelfde Ochtend’ breekt prachtig open, lijkt soms het instrumentale broertje van de eerste plaat van Nick Drake, en keert daarna terug naar de bescheidenheid waarmee het begonnen is. In ‘Ingetogen Waardering’ en ‘Bezworen Verhalen’ durven de drie al wat meer wringen en botsen, wat de aandacht alleen maar ten goede komt. In ‘Γυ’ kleurt de herfstlucht bij valavond donkerrood. Doe er uw voordeel mee, nu de dagen weer beginnen te korten. (Maarten Langhendries)
Suura
Combining lyrical melodies over an acoustic landscape
Terwijl de jonge garde met precisie alle scherpe randjes van hun synthpop vijlt, is het de iets oudere generatie die voor het gevaar in de rock-’n-roll moet zorgen. Doet dat goed: Crystal Cabinet, een Hasselts trio met roots in de punk. Daar zijn de drie echter duidelijk al lang uitgegroeid. ‘Restless Soul’ is een zeven minuten durende woestijntrip waarop Ray Manzarek van The Doors zijn orgeltje nog eens laat uitzwermen van de andere zijde van het graf en de drums monotoon hameren. Jochen Vanbrabant zingt alsof de oude Nick Cave hem op de hielen zit. Zo klinkt ‘Restless Soul’ ronduit gevaarlijk. ‘Into Black’ deelt eveneens rake klappen uit en vlucht dan even snel weg als hij gekomen is. Hier kan je eender welke bruine kroeg mee binnenstebuiten keren. ‘Battles’ en ‘The Moon’ zijn meer ingehouden, en mikken weer meer op bezwering. Zand knispert onder de messcherpe boots, de wolf laat zijn tanden zien. Wij huilen mee naar de maan. (Maarten Langhendries)
Crystal Cabinet
Alternative psychedelic indie rock
Een is geen: Tom Waes wist het al, de gemiddelde Vlaamse muzikant beseft het ook. Alsof Groot-Antwerpen heeft stilgestaan sinds de jaren negentig houdt ook School Is Cooltoetseniste Hanne Torfs er na Nunki alweer een nieuw nevenproject op na. Fortress is zo goed dat een doorbraak wel moet lonken. Denk synths. Denk eighties. Doe er een sausje moderne tijden over: R&B, hippe elektronica, van die dingen. Fortress klinkt net zo hard van nu als van toen. Laat ‘Wanderlust’ pittige eightiespop horen, dan zweemt ‘Waterfall’ vaag naar het soort elektropop waar ook Justine Bourgeus – ooit Torfs' collega in School Is Cool – als Tsar B in grossiert. Daartussen? Misschien wel het beste nummer van de drie op hun pagina. Op ‘Colours’ toont Torfs haar hele vocale range, van diep cabaretesk in de strofes, tot speelse falset in het refrein. dj/toetsenist/knoppendraaier Ruben Den Brok knalt er diepe bassen onder, opdat het toch zeker dansbaar zou zijn; werkt goed. Eerlijk? Waren wij Johannes Genard, we kregen alweer slapeloze nachten over personeelswissels. (Matthieu Van Steenkiste)
Fortress
Fortress is een gloednieuw en verleidelijk dansbaar synth-pop trio uit Antwerpen.
Muziek hoeft niet altijd in het ondermaanse te blijven. Nagløed stijgt met veel plezier op de tonen van een Rhodes boven de dampkring op. Je zou het Gentse trio met een beetje goede of slechte wil (het is maar hoe je het bekijkt) tot de zogenaamde New Wave of Belgian Jazz kunnen rekenen. Dat zou echter afbreuk doen aan hun eigen insteek, namelijk voluit de kaart van het kosmische en de zweverige elektronica trekken. De muziek van de groep ligt zo veraf van bijvoorbeeld het dansbare van Stuff.. Zelf halen ze Floating Points aan als invloed, en wij horen zelfs een beetje Tycho. Vooral de manier waarop de gitaar om zijn as draait in het laatste deel van het prachtig opgebouwde ‘Wintermuts’ roept diens recente werk op. Die gitaar tilt in samenspel met een jachtige drum ook ‘Vöhl’ en ‘Waimes’ naar een hoger niveau. Daartussen legt de Rhodes ondertussen altijd een ambient-achtig valnet waardoor het dromerige aspect dat deze muziek zo intrigerend en verslavend maakt, nooit verloren gaat. Nagløed levert hier de ideale soundtrack bij een eerste lenteavond. ‘Symbols’ is seventies fusion op z’n best. Nagløed speelt het daarna meer raadselachtig door een dromerige zangpartij toe te voegen en de pianoklanken lang uit te rekken. De Ideale Wereld, waar ze als huisband mochten passeren, ontdekten hen al. Nu de rest van België nog. Voor wie daarbij hulp zou nodig hebben: de band bracht vorig jaar al een ep uit en is de komende maanden doorheen heel het land live te bewonderen. Zeg niet dat wij u niet gewaarschuwd hebben. (Maarten Langhendries)
Nagløed
De zwarte raven uit de jaren ’80 zijn al een tijdje terug, dat is geen nieuws. Het zorgt voor heel wat middelmatige bands die denken dat een harde basgitaar, aftandse synthklanken en een look druipend van de weltschmerz genoeg zijn om in de kijker te lopen. Af en toe stijgt er echter iemand boven het maaiveld uit, en First valt in die laatste categorie. Als afstudeerproject van PXL (het project When You Light My Skin, een samenwerking met modeontwerpster Yanaika Nuyts) zou je ze met een beetje goede (of kwade) wil de Limburgse Fär kunnen noemen. Beiden een duo (nuja, Fär sinds de komst van Sigfried Burroughs een trio) die grossieren in sfeervolle synthklanken (hier van Pieter Vochten), met daarboven een mysterieuze vrouwenstem die duister verlangen oproept. Bij First komt die uit de strot van Jasmin Smolders, die knap sensualiteit en onheil weet te verenigen. Bijvoorbeeld in ‘Losing’ waarin een kronkelend “I’m losing my affection” afgewisseld wordt met vocale uithalen. ‘Fear In My Head’ is evenzeer ingehouden verlangen, zowel muzikaal met zijn haperende synths als door Smolders’ lang uitgerokken en echoënde zinnen. Idem in ‘Peel My Skin’. Liefhebbers van de nacht hebben er een nieuwe, in de gaten te houden band bij. (Maarten Langhendries)
First
slightly moves from light to darker
Alweer een fijn muzikaal project uit de Antwerpse ondergrond: Fisherman is het project van de ons onbekende Simon Van Brandt, maar bandleden Michaël Lamiroy en Alec de Bruyn kwamen we al eerder tegen bij fijne bands als Undskyld, Tin Fingers, en in Lamiroy’s eigen soloproject M O O N B O A T. De wisselwerking tussen Van Brandt’s songs en de instrumentatie van de band zorgt er hier steeds voor dat de muziek boven zichzelf uitstijgt. ‘The Joke’ weet zich door Van Brandt’s dictie en de instrumentale begeleiding waarin viool en gefluit een prominente plaats innemen te positioneren ergens in het braakland tussen Leonard Cohen en Ennio Morricone. Zonder twijfel de sterkste song die het viertal voorlopig op zijn pagina heeft staan. Maar ook ‘The Fortunate Tale of John Doe’ weet door de veelzijdige vioolbegeleiding van Lamiroy boven zijn ogenschijnlijk doordeweekse muzikale begeleiding te breken. ‘French Kissing in the Morning’ heeft dan weer zo’n uitgebeende bluesklank die we ook al bij Undskyld hoorden, maar trekt die door in wat theatraler terrein waar we zowaar de dandyeske charme van pakweg Roy Orbison doorheen horen waaien. Fisherman is misschien geen echt vooruitstrevend project, maar het kwartet heeft wel een eigenzinnige en veelzijdige cocktail van uitstekende ingrediënten bekokstoofd die doet uitkijken naar meer. (Gowaart Van Den Bossche)
Fisherman
Fisherman tells stories. With a charismatic singer, picking away at his guitar, a violinist that brings soft melodies, and a very intricate play of bass and dru
De grond in het Hageland leent zich tot fantastische fruit- en wijnteelt, maar laat ons niet vergeten dat het ook een erg vruchtbare plaats is voor rock-’n-roll. The Spacelys zetten die muzikale traditie trots en gestaag voort. Het is duidelijk dat deze – durf ik het zeggen? – veteranen genoeg kaas hebben gegeten van snedige punkrock, met een lokaal wijntje bij natuurlijk. De nummers halen amper de meet van twee minuten, en het fuzzy, distorted geluid van de gitaren lijkt zo van een klassiek Buzzcocks album geplukt. The Spacelys zijn punk as fuck maar vallen niet in het vergane cliché van de ’77 punk. Ze dansen eerder rond op de jaren ’80 tijdlijn tussen de poppy Ramones albums, de intensiteit van de eerste Queers platen en de thematische schwung van een Sham 69. Hun eerste ep kwam dit jaar uit, werd getiteld ‘It’s Here! It’s There! It’s Every-fucking-where!’ (een ambitieuze keuze!) en is een premium voorbeeld van “dad punk”. Daar wordt niets slecht mee bedoeld, maar laat ons eerlijk zijn: ‘Sunday Cartoons’ toont het beeld van de zondagse huisvader met de kinderen voor de tv, en ‘What Ya Gonna Do’ weerspiegelt de ergernissen van de doorsnee belastingbetaler. Daarbovenop werd de lay-out van hun ep, gelimiteerd tot 100 stuks, verzorgd door de kinderen van de bandleden. Dat is DIY van een ongekend niveau. Veel meer “vaderschapspunk” moet het niet worden, genesteld in hun wilde jaren maar uitgegroeid tot een band met een hoog bewustzijn en – durf ik het zeggen? – verantwoordelijkheidszin. Al zijn de speelsheid en het kinderlijk enthousiasme ook nooit ver te zoeken. Het doet veel plezier om deze kerels te horen spelen, hun passie terug te zien vinden in punkrock en niet toe te geven aan leeftijd of enige soort van generatiekloof. De verhalen over vroeger moet je er dan maar bij pakken. (Karel Geuens)
spacelys
True believers! De vibe en sfeer van the golden age of punkrock in een hedendaags jasje. File under: Ramones, Wire, ATV, Buzzcocks
FANTOOMPIJN
De pijn is vormeloos.
Why so serious? Het staat waarschijnlijk in dikke letters op de deur van het repetitiekot van Kloothommel (als ze al ooit repeteren). Kloothommel is dan ook een zootje ongeregeld bestaande uit muzikanten met serieuze achtergronden in serieuze genres, die zichzelf allesbehalve serieus nemen. Hun “artwork” had de muren van een kleuterklas kunnen sieren (of een eerste leerjaar, kwestie van hun tekenkunsten nog iets meer krediet te geven). En de muziek? Die is al even ongeregeld als haar leden. Met hun nadrukkelijke huisvlijt staat de groep met haar voeten zowel stevig in het verleden (Daniel Johnston, Sparklehorse) als het heden (Mac DeMarco en Alex G). Dat betekent: rammelende gitaren die al eens naast elkaar heen staan te spelen, een zanger die zwalpt tussen de notenbalken (en er af en toe vanaf dondert) en scheve ritmes. Maar dan merk je dat onder al die ongein verdomd ingenieuze en schone melodielijnen lopen. Luister maar naar ‘Sancto-Quido’, dat in de tweede helft prachtig openbloeit, of naar het heerlijk zomerse niemendalletje ‘Yellow Peach Can’. ‘Red Canape’ is ideaal om een kater mee weg te werken, terwijl ‘Third Decade I’ meer de bad trip van de avond voordien is. Maar de band kan meer dan enkel zweven. ‘Third Decade II” swingt vanuit de heup, ‘Cabinet’ en ‘Loose Shirts On Landing Strips’ doen even vergeten dat Pavement al bijna twintig jaar geen plaat meer heeft uitgebracht. Hun eerste cd is “name your price”- gewijs te verkrijgen op Bandcamp (de veilige haven voor hedendaagse huis-tuin-en-keukengroepen). Je weet wat te doen. (Maarten Langhendries)
Kloothommel
Come on up to the Cabinet
The Girl Who Cried Wolf
Hypnotische doompop
Muzikanten die van hun lo-fi sound een merite in plaats van een gebrek maken, zo hebben we ze graag. ‘Pawnshop Hi-fi’ noemt het Gentse Static Party Poses het op hun debuut-ep die ze op hun zolder opnamen. Het levert in elk geval een setje fijne indiehits op die zich ergens ophouden in regionen waar ook Sparklehorse, Eels en Grandaddy in betere tijden durfden rond te waren. Prijsbeest van hun ep is het traag voortschrijdende ‘Waving’, dat een lieflijk rondcirkelend gitaarthema koppelt aan een statige synth die zijn knulligheid trots uitdraagt, terwijl Vincent De Prez er zijn vocals over drapeert alsof hij ze heeft ingesproken op een aftandse dictafoon. ‘The Lobster’ en ‘Doll’ zijn wat minder zwaarmoedig doordat ze gezegend zijn met zonnige gitaarriedels. Dat laatste heeft bovendien een instrumentale uitwerking aan het einde die met een gitaar-en-synth dialoog een brede grijns op je gezicht zal toveren. Na de opnames van deze ep muteerde het broersduo dat de opnames maakte tot een echte band, dus dat wordt uitkijken naar hoe zich dat in de toekomst zal vertalen, zowel op een podium als in nieuwe songs. (Gowaart Van Den Bossche)
Static Party Poses
Created by two brothers who share a love for 90' lo-fi pop.
MARIS
A Whisper-shout of little question songs, guided by a rille, that ́s only there by accident. Or is it not?
Nog meer lawaai uit Limburg. Met onder meer The Guru Guru, 30,000 Monkies en El Yunque zit het Belgische verre oosten niet bepaald verlegen om kwalitatieve noise bands, maar met deze Cleopatrick heeft Hasselt er alvast een uitstekende aanwinst bij. Blijkbaar niet echt als een band ontstaan, maar als een bachelorproef aan de PXL hogeschool. N’importe, want wat het vijftal hier laat horen is wel van dien aard dat we het graag eens op een podium zouden zien exploderen, zeker aangezien de songs hier allemaal live werden opgenomen. Onder leiding van drummer Dennis Mahieu wagen de jongeheren zich aan allerhande experimentele compositietechnieken die toch maar mooi resulteren in vette instrumentale songs ergens tussen noise, postrock (die climax van ‘Increase/Reduce’) en vuile hardrock in, een muzikaal braakland dat niet al te ver ligt van waar het net gereanimeerde Millionaire zich ophoudt. De onorthodoxe songschrijfaanpak zorgt ervoor dat er continu boeiende bochten gerond worden, met doorgaans een vette groove als houvast. Meer van dat, alstublieft! (Gowaart Van Den Bossche)
Cleopatrick
Experimenteel songwriting geïnspireerd door Aleatoriek, Oblique Strategies en conceptuele muziek
BOBBY C
BOBBY C is an Eeklo-based anti singer songwriter inspired by the britpop scene.
Neufchâtel
Brusselse rock met donkere pop en psychedelische invloeden
gooit de Antwerpse Willem Malfliet fragmenten uit improvisatiesessies met vrienden in de elektronische blender, voegt hij er wat subtiele beats aan toe, een bizarre vocal hier en daar, en slaagt er al doende in om erg boeiende songs in elkaar te knutselen. In ‘Post Love Rave’ wikkelt een gestaag ritme zich om een lieflijk gitaarthema, komen blazers aanwaaien vanuit galmende en overstuurde dieptes, en declameert een stem teksten waar we weinig tot niets van verstaan. En toch is het een verdomd catchy nummer. ‘25th Century Awakening’ borduurt verder in dezelfde volledig eigen muzikale zone, maar hier dan met een bizarre injectie spacefunk. Raar maar lekker. ‘waybackhome’ knoopt dan weer nog iets uitdrukkelijker aan bij de sferen die je wel eens op Brainfeeder hoort passeren. Er zit misschien niet echt een lijn tussen die drie tracks die allemaal andere uithoeken van het universum verkennen, maar ze zijn wel alvast bijzonder veelbelovend voor een meer coherent statement. (Gowaart Van Den Bossche)
woolvs
woolvs
sperwer
The Whereabouts Of J. Albert
The Whereabouts of J. Albert : a new indie/roots band formed around singer/songwriter Joeri Dobbeleir (Monster Youth/ex-Giants Of The Air)
Harpp
Harpp is een jonge, driekoppige band die muziek maakt beïnvloed door psychedelica en jazz op fundamenten van stevige garageblues en rock'n roll.
Korinthians
More Melancholy.
Wooly Mammoths
Mysterious since 2014 // Indie Psych Rock Pop from Brussels // Vibe with us
Mining Dust
Uncle Wellington's Wives
Akoestisch geweld. Nieuwe single 'The Catcher' nu op iTunes en Spotify.
Dat singer-songwriters meer vrienden moeten maken in vrije improvisatiekringen bleek vorig jaar nog met de uitstekende tweede plaat van Ryley Walker, en wordt bij deze nog maar eens bewezen door de Antwerpse Michaël Lamiroy (tevens actief in onder meer Tin Fingers). Voor zijn soloproject schakelde de jongeheer de hulp in van Niels Van Heertum, Nathan Wouters, Thomas Jillings en Quinten De Cuyper, allen aanstormend talent in het Belgische improvisatiecircuit. Wat Lamiroy op zijn debuut-ep ‘Sundrops’ laat horen, mag dan wel meer songgericht zijn, het zijn vaak die arrangementen die de muziek boven zichzelf doen uitstijgen. Neem bijvoorbeeld de zich alsmaar intenser om elkaar heen wikkelende blazers en synths in ‘Twilight’, die een meeslepend einde aan de song breien, of de minimale maar smaakvolle contrabas die geregeld de gitaarpartijen extra cachet geeft. Lamiroy zelf is een begenadigd zanger en songwriter die moeiteloos de aandacht weet vast te houden met songs die overtuigend mysterie aan lieflijkheid en experiment aan traditie koppelen. Hoewel doorgaans een vrij organische sound voorop staat die doet denken aan de betere jaren zeventig folk, of het werk van het miskende Troissoeur (en de nog meer miskende opvolger The Tribe Band), duiken elders ook meer hedendaagse elektronische neigingen op, zoals in het spacy met autotune opgeleukte ‘Sundrops’. (Gowaart Van Den Bossche)
Michaël Lamiroy
Michaël is een jonge zanger en liedjesmaker uit Antwerpen. Daarnaast speelt hij ook viool en synths is enkele andere bands (oa. Tin Fingers).
Be Irving.
Be Great, Be Irving.
Ripple Effect
Gaat voor de diepte.
FÄR
Daar waar geen licht is en je eigen gedachten weerkaatsen op de muren, daar vind je FÄR.
Wat doe je als je ooit frontman van de beste Joy Divisoncoverband ter wereld was, en die er het bijltje bij neerlegt? Je begint een eigen bandje. Uiteindelijk had dat Dead Souls met ‘Cognac & Coffee’ ook al eens een plaat gemaakt met puik eigen werk, dus je wéét hoe een song in elkaar steekt. En dat je kunt zingen staat ook vast.
Enter: Lighthousekeeper, de nieuwe band van Flip Vancanegem en ook nu weer ongegeneerd donker en eigenzinnig. We horen echo’s van Tindersticks, maar net zo goed slowcore en het zwartste van de jaren tachtig. Een eigen plaat is bijna uit, en wordt nu vrijdag 22 januari in JH Sojo in Leuven voorgesteld met Grim in het voorprogramma. Voor liefhebbers van lange zwarte jassen en goeie melodieën. (Matthieu Van Steenkiste)
Lighthousekeeper
Wanneer ex-leden van Thun aan de slag gaan met zanger van Dead Souls... Kick off in februari 2013
Uit het mondaine Maaseik komen deze drie jonge honden van Mantis. Gitarist Thomas Francot geselt ook de snaren bij het geweldige Lothorian, dus qua moddervette stonermetal kom je hier zeker aan je trekken, hoewel Mantis wat meer zwier en flair in de mix gooit ten opzichte van hun loodzware broertjes. Met hun indrukwekkende instrumentale sound die aangedreven wordt door krachtige, punchy gitaar- en basriffs en solide drumwerk zorgt Mantis voor het betere beuk- en knalwerk. Maar er zijn ook meer dan voldoende atmosferische post-rockinterventies om het geheel in balans te houden, en zo maximaal effect te creëren. Net zoals de bidsprinkhaan waar ze naar vernoemd zijn, zijn ze perfect beslagen in het geduldig wachten tot het juiste moment om dan genadeloos toe te slaan, zoals in het schitterende ‘DÆTH’. Ook het feit dat de sound van de band wordt ontdaan van alle franjes (geen elfendertig gitaareffecten, samples of andere tierlantijntjes) maakt de sterkte van de nummers des te opvallender. Deze gasten hebben heel wat in handen om de komende maanden geen spaander heel te laten van Vlaamse concertzalen. Doe er uw voordeel mee! (Bart Van Put)
MANTIS
"What is it?" "Hell, we don't know, but it's alive, and it's LOUD."
Bonfire Lakes
6-koppig collectief dat het vallen van de bladeren van een soundtrack voorziet.
G A U S S
Atmosferische pop met loops en vocals
Baltimore
Yamantau
Psychedelicpostrocknoise
Hazey Jane
https://dztapes.bandcamp.com/album/being-in-mint-condition
Midwinter
We carefully grow music
Lara Leliane
"Her music as the celebration of existence"
In tijden waarin elke onbenul met een laptop een muziekprogramma kan downloaden en wat beats in elkaar kan knutselen, is uitblinken als electronica-artiest geen sinecure. Dauss, een Gents eenmansproject, weet dat toch te doen met fijne luisterelectronica ergens tussen Boards Of Canada, Burial en (de toegankelijker neigingen van) Aphex Twin in. Sferische synths, potente drum loops en welgemikte vocale samples vormen immers ook hier de hoofdmoot. Er is weliswaar nog heel wat groeimarge en een volledig eigen sound is er nog niet, maar nummers als ‘Nomads’ en ‘Higher’ hebben in feite nu al alles om het tot in onze zomersoundtrack te schoppen. (Gowaart Van Den Bossche)
EraserHead
Somewhere between Sonic Youth & The Flaming Lips
Angström
Angström New electronic pop / trip-hop band based in Brussels. by Gudrun Roos & Tom Moons
“Smeed het ijzer wanneer het heet is” is een spreekwoord dat we bij Enola graag ter harte nemen. Case in point: het Kempense duo SeizoensKlanken is zo kersvers dat ze nog niet eens op een podium hebben gestaan (eerste try-out 24 februari in Geel). Pianist/producer Gilles Helsen en gitarist Freek Vreys slaan de handen in elkaar voor een elektronisch project dat de oren wijd open heeft staan, en in opgenomen vorm alvast erg veelbelovend klinkt. Zelf citeren ze invloeden als Darkside en Mount Kimbie, en de eclectische live-aanpak van die beide duo’s schemert hier ook wel door, maar tegelijkertijd vallen er genoeg eigen accenten te horen. Uitschieter is hier ongetwijfeld ‘Modern Desire’, een compositie die vanuit traag openbloeiende sfeerwerking enkele lekkere groovestukken met glitchy, ratelende beats serveert en zonder moeite negen minuten lang de aandacht weet vast te houden. ‘Arts/Loi’ is wat gezapiger en biedt vooral opvallende soloruimte voor de muzikanten. ‘The Television Will Not Be Revolutionized’ laat dan weer Gil Scott-Heron opdraven om wat galmende comments te geven (tegen de verwachting in niet ’s mans legendarische tirade over de revolutie) boven een golvende track waarin synths en glitch-beats elkaar melancholisch omarmen. Kortom, kwaliteit genoeg hier om in de categorie “in het oog te houden electronicatalent” te worden opgenomen. (Gowaart Van Den Bossche)
SeizoensKlanken
DEBUT ALBUM :: METROPOOL NOW ON BANDCAMP: https://www.seizoensklanken.bandcamp.com/
Occlusion
Band die wat vergelijkingen oproept met bands zoals Khoma, Radiohead, NIN,... toch gekenmerkt door een eigen stevige en ietwat duistere unieke sound.
SCHNTZL
Hendrik Lasure (Piano & Electronics) -- Casper Van De Velde (Drums & Electronics)
Oei, Enola was in slaap gesukkeld en moet twee maanden inhalen op vi.be. Hoe we dan toch wakker zijn geworden? De opmerkelijke trap van Golden Noo$e heeft ons eens goed dooreen geschud. Toegegeven, wij hebben onze hiphop nogal graag op klassieke wijze met breakbeats en jazz samples, maar deze resoluut hedendaagse interpretatie kan ons ook behoorlijk bekoren. De invloed van acts als Odd Future en Joey Bada$$ is groot, net als de sound van Apex Rise. Vooral ‘Us’, opener van de recente ep ‘Pale’, maakt indruk met zijn donkere synthgolven en ratelende drums. Ook elders is het vooral de productie die indruk maakt. Golden Noo$e toont zich weliswaar ook een behoorlijk begenadigd mc, maar we weten niet zo goed wat we moeten denken van die constant omlaag gepitchte vocals. Anderzijds werkt het wel met de duistere sound die wordt opgebouwd, dus geen klachten. (Gowaart Van Den Bossche)
Golden Noo$e
THE GOLDEN NOO$E. THE GHETTO WIZARD. THE $LUDGE PHENOMENON. ALL HAIL THE GOLDEN GOD.
Het moeten niet altijd snotneuzen zijn die met de eer gaan lopen! Bij deze krijgen de oude rotten van Monstera Deliciosa de eer om het tot vi.be van de maand augustus te schoppen. Met hun eclectische psychedelische sound, doordrongen van invloeden uit de jaren zestig en zeventig, levert deze band immers enkele tracks af die bijzonder veelbelovend klinken. ‘Fill’ wordt aangedreven door het soort stonerriff waarrond bands als Earthless hele kosmische regionen verkennen. ‘Nicotine Addict’ is dan weer een korte splinterbom die de ophitsende simplesse van de punk ter harte neemt en het koppelt aan spacy synthgeluiden. Echt psychedelisch wordt het in ‘Blackened Lemon Sun’ waarin sitarklanken aanvankelijk het voortouw nemen, waarop de band een song inzet die duidelijk goed naar de vroege Pink Floyd heeft geluisterd. Geen nieuwe klanken dus, maar wel een verfrissende geluidspuzzel die het beste uit de werelden van stonerrock, psychedelica en garage rock verenigt. (Gowaart Van Den Bossche)
MonsteraDeliciosa
Turn On, Tune in, drop out. Monstera Deliciosa brings you the retro sound of the future. Heavy Psych garage prog played on 60's and early 70's instrumentarium.
Whatever happened to IDM? Met de recente overstroming aan ongeïnspireerde EDM lijkt het geschifte broertje van de dansmuziek wat meer naar de achtergrond verdwenen. Niet zo bij Cordyceps, een Limburgs duo dat de geest van Aphex Twin in leven houdt door hyperkentische breaks, clicks en cuts aan atmosferische gitaar-, bas- en synthlagen uit de postrocktraditie te koppelen. In een track als ‘Key Agitator Index’ horen we 65daysofstatic rondwaren, maar dan met meer subtiliteit en variatie en minder in your face agressie. Ook ‘BCC1869’ en ‘Monopoly On Violence’ verenigen de werelden van math rock, glitch en (gematigde) breakcore in een best opwindend amalgaam, hier en daar opgeleukt met allerhande vocale samples. Niet altijd even evidente muziek, maar wel songs die steeds weer boeiende hoeken ronden en ons op het puntje van onze stoel houden doorheen al die wendingen. Bovendien maakt Cordyceps deze muziek door een koppeling van live instrumenten aan laptopelectronica, wat ons best benieuwd maakt naar hoe dit live gebracht wordt. (Gowaart Van Den Bossche)
cordyceps
Het geluid van Cordyceps werd ooit treffend omschreven als Battles die de liefde bedrijven met Aphex Twin.
Niets nieuws onder de zon, ook niet bij een band die zich naar die zon heeft genoemd: Majestic Sun. Dit viertal Gentenaars heeft duidelijk goed geluisterd naar grote voorbeelden als Kyuss en Sleep, maar brengt wel een korte metalen songcyclus waar verder weinig op af te dingen valt. Debuut-ep ‘Plague Or Cholera’ valt uiteen in drie delen die binnen het basis stoner rock idee best een grote stijlbreedte aan de dag leggen. Zo opent ‘The Clash’ met vurige punktempo’s en wordt verderop zelfs tegen Led Zeppelin aangeschurkt met wijds uitwaaierende gitaarriffs. Afsluiter ‘The Solution’ rommelt in het begin dan weer richting het zwaarste Tool werk. Tussen al die variatie blijft een aspect absoluut centraal staan: de nadruk op stevig groovende riffs. Het mag duidelijk zijn dat die riff inderdaad het heilige na te streven doel is voor Majestic Sun. Die missie is ook behoorlijk goed geslaagd, want voor een beginnende band klinken de songs hier opmerkelijk afgewerkt en vaak zelfs verdomd catchy. Nog wat rijping en Majestic Sun is zo klaar om zelfs op stoner hoogmis Roadburn hoge ogen te gooien. (Gowaart Van Den Bossche)
Majestic Sun
Progressive stonerrock
Afrikaanse spirituele gezangen en een strijkkwartet? Niet bepaald een voor de hand liggende combinatie, maar Zikr Project toont dat het wel vonken kan geven. Op zijn minst is deze koppeling van hedendaags werk voor strijkkwartet, beïnvloed door het soort minimalisme dat we horen bij pakweg Lou Harrison en John Zorn, en de ophitsende vocale stijlen uit zulke ver uit elkaar liggende gebieden als Senegal, Congo en Burundi immers hoogst interessant. Zikr Project slaagt er vooral in een heel eigen geluid neer te zetten en ondanks het feit dat de muziek door verschillende componisten werd gearrangeerd plakt de muzikale lijm tussen de drie stukken onderling en binnen de stukken zelf erg goed. Al worden wel steeds andere nadrukken gelegd in de arrangementen om de klankwereld open en breed te houden. ‘Zikr in D Minor’ laat de vier strijkers zich bijvoorbeeld polyfoon om elkaar heen wikkelen met veel vrijheid voor de stemmen, terwijl ‘Xarnu Bi’ met een heerlijke pizzicato groove is gezegend die het grootste deel van de song vooruit stuwt. ‘Lumbu’ biedt dan weer een erg sfeervolle en textuurrijke klankvorming wanneer gestreken akkoordreeksen doorspekt worden door ritmisch snarengepluk, en past zich structureel zelfs aan aan een klassieke vers-refrein-vers vorm. Vaak simpelweg bloedmooi, soms bijzonder meeslepend en continu intrigerend: Zikr Project heeft een erg veelbelovende klank die ook buiten de klassieke en crossoverwereld meer erkenning verdient. (Gowaart Van Den Bossche)
zikrproject
Zikr project is essentially and by means of compositions a fusion between a “Western” string quartet and traditional African vocal music.
Het aforisme “Know Thyself” gaat al mee sinds een millenium of drie, maar krijgt door middel van de Brusselse band Thyself meteen een mooie nieuwe lading. Te oordelen naar de bijzonder frisse klanken te vinden op het vi.be-profiel van dit viertal, zou elke muziekliefhebber deze band immers moeten leren kennen. De drie songs werden gelicht uit hun zelfgetitelde ep (volledig luisteren kan op Bandcamp) en leveren alternatieve rock zo spannend als we de laatste jaren nog maar zelden gehoord hebben. De songs blijven toegankelijk, maar verweven wel allerhande goed gevonden ideeën en vaag verwante invloeden in een geheel dat voldoening geeft. Speelt ‘Behind Clouds’ bijvoorbeeld nog leentjebuur bij hedendaagse postrock, dan zorgen de doorleefde vocalen (denk een minder extraverte Gregory Frateur) voor een fikse dosis eigenheid. Het tweeluik ‘Always The Same’ schippert dan weer tussen groots klinkende stadionrock en jazzy refreinen om na een a capella intermezzo in een voortdurend spanning opbouwende climax uit te monden. Vuil rocken kan de groep ook, wat duidelijk is uit de zwaar door fuzz aangevreten finale in ‘Come To Pray’. Eclecticisme gaat hier echter niet ten koste van toegankelijk songmateriaal, waardoor we de band gerust zien doorbreken bij een breder publiek. De vergelijking met Radiohead lijkt voor de hand liggend, en met enkele jaren rijping en misschien ook wel een accent-coach om het hier en daar wat bizar klinkende Engels te verhelpen zou die vergelijking niet eens onterecht zijn. In Wallonië en Frankrijk krijgt Thyself al heel wat kansen aangereikt, Vlaanderen mag hierin snel volgen. (Gowaart Van Den Bossche)
Thyself
Ze mogen nog zo veel van de toren blazen dat ze experimentele noiserock spelen, toch zal niemand ontkennen dat er onder, boven en tussen al de lawaaimakerij van The Guru Guru verdomd catchy songs verscholen zitten. Als een schaap vermomd in wolfskledij wordt de catchiness hier kundig verpakt in sonische torpedo’s vol freakende gitaren, knallende drums en licht psychotische zang. The Guru Guru grossiert in deze drie songs in onverwachte wendingen en scherpe bochten die ons de hele tijd op het puntje van onze stoel houden, en ons hier en daar zelfs uit die stoel weten te rukken om ophitsende vocals genre “What is your problem, buddy?” in het geschift rammende ‘The Pelican Boy’ mee te roepen. Of om die gitaarriff aan het begin van ‘Syq Kumshod’ mee te air guitaren. En dan hebben we het nog niet eens gehad over prijsbeest ‘Lotion In The Ocean’, een song die ons zowaar doet denken aan de vroege dEUS maar dan zonder aan te voelen als een ripoff. Kortom, gerief dat we graag eens op een podium willen zien exploderen. Meer lekkers op de Bandcamp van de band overigens! (Gowaart Van Den Bossche)
MASDA omschrijft zichzelf als “broeierig en onheilspellend”, en slaat daarmee de nagel behoorlijk hard op de kop. Het Lokerse tweetal brengt songs die hun tijd nemen om traag spanning op te bouwen zonder noodzakelijk in vernietigende finales te ontaarden. Het hypnotische ‘Shots For Fun’ weet je op die manier mee te sleuren in een sfeervolle geluidsvorming. Bluesy gerommel met onverwachte tussenwerpsels (het synthwerk op ‘All Things Grow In Springtime’ bijvoorbeeld) vormen de basis, maar toch valt het duo niet meteen neer te pinnen op deze of gene invloed. (Gowaart Van Den Bossche)
MASDA
-