Rechtspersonenbelasting en patrimoniumtaks
Organisaties (rechtspersonen) zonder winstoogmerk, zoals de meeste ‘gewone’ vzw’s, zijn onderworpen aan de rechtspersonenbelasting. Dit betekent dat zij geen belastingen betalen op hun normale inkomsten of winsten, maar enkel op inkomsten uit onroerende goederen (bv. huurinkomsten) en bepaalde vormen van roerende inkomsten (bv. beleggingen). Ook als de vzw geen dergelijke belastbare inkomsten heeft, ben je verplicht om de aangifte te doen. Dit komt dan neer op een ‘nulaangifte’. De aangifte in de rechtspersonenbelasting moet verplicht elektronisch (via BIZTAX) worden ingediend in de periode van september-oktober. Meer uitleg en een uitgebreide handleiding vind je hier.
Sommige vzw’s moeten wel een zgn. patrimoniumtaks betalen als de ‘bezittingen’ van de vzw (bv. eigen lokalen of andere infrastructuur, geluidsmateriaal, beleggingen, …) meer dan € 50.000 waard zijn. Werkingsmiddelen, zoals het geld dat op de zichtrekening staat of een spaarrekening waar af en toe iets wordt op gezet, worden niet meegeteld. Als het vermogen van de vzw niet groter is dan € 50.000 (bands en kleinere vzw's), dan hoef je helemaal geen aangifte te doen. De patrimoniumtaks is progressief (in schijven) en moet – indien van toepassing – elk jaar voor 31 maart betaald worden. Voor meer info kan je terecht bij de collega's van Cultuurloket.
Als er geld vanuit de vzw op de rekening van de leden terecht komt (lonen, via factuur, …) dan moeten die leden daar personenbelasting op betalen. Als de fiscus oordeelt dat de activiteiten van de vzw overwegend commercieel zijn, waardoor ze concurrentie aangaan met vennootschappen, kan deze ook onderworpen worden aan de vennootschapsbelasting.