Ontdek het Young Curators programma tijdens de European Jazz Conference 2024
Adia Vanheerentals: Het idee een ‘maker’ te zijn was altijd al mijn grote ideaal
De toch wat rebelse jazzmuzikante is een aangestormd talent binnen de Belgische jazzscene, en plaveide daarbinnen vooral koppig haar eigen weg. Samen met drummer Anke Verslype en gitarist Willem Malfliet vormt ze Bodem, een jong maar veelbelovend veulen binnen de Belgo-Jazz.
Over haar hobbelig muzikaal parcours is de jonge Antwerpse openhartig. “Ik ben rechtstreeks van de kunsthumaniora in Antwerpen naar het Conservatorium gegaan, ook in Antwerpen”, vertelt Adia. “Maar wel met veel moeite, het was niet zo’n gemakkelijk traject. Ik werd niet bepaald gelukkig van muziek te studeren, en de focus op traditionele jazzmuziek vond ik moeilijk. Die muziek heeft zo‘n rijke geschiedenis, dat er een duidelijker kader is ontstaan van wat zogenaamd goed en slecht is. Zelf had ik echter weinig voeling met die muziek.”
“Op dat moment wist ik zelf nog niet goed waar ik dan wél voeling mee had. Ik was tegen veel, maar niet per se pro iets anders. Dus heb ik maar een sabbatjaar genomen na mijn derde jaar op het Conservatorium, en ben ik langzaamaan beginnen te componeren, op piano. Zo heb ik eigenlijk voor mezelf uitgemaakt waar ik voor sta, wat voor muziek mij het hardst aanspreekt. Toen ben ik ook veel naar muziek beginnen luisteren waar ik wél voeling mee had, om zo te onderzoeken waar ik mij goed bij voelde en wat ik écht wilde spelen.”
Ik heb eigenlijk voor mezelf uitgemaakt waar ik voor sta, wat voor muziek mij het hardst aanspreekt.
Adia Vanheerentals
“Daardoor heb ik mijn liefde voor muziek, en mijn liefde voor spelen, een beetje teruggevonden. Ik voelde mij klaar om terug naar het Conservatorium te trekken, wat een stuk vlotter ging dan ervoor. Ik wist eindelijk waar ik effectief voor stond, zelfs wanneer ik niet akkoord ging met wat er van mij werd verwacht of wat er werd aangehaald als voorbeelden van ‘correcte’ of ‘goede’ jazz. Ik had de middelen in mezelf gevonden om me daar tegenover te verhouden, om een tegengewicht te bieden.”
Klassieke pedagogie
“Ik ging veel kritischer en selectiever om met de informatie die leerkrachten mij toedienden, en was geneigd datgene er uit te halen dat voor mij handig was en de rest liet ik varen. En ik blijf denken dat dat de beste manier is om naar een kunstschool te treden.”
“De leuze ‘een conservatorium conserveert’ houdt absoluut steek. Conservatief omgaan met muziek zit nu eenmaal in het woord. Het is moeilijk om les te geven in een bepaald genre zonder dat te definiëren, zonder daarbinnen onderscheid te maken in goed en slecht. Zoiets compleet openhouden is haast niet doenbaar. Sinds ik zelf lesgeef, heb ik daar wel wat meer begrip voor gekregen.”
Maar conservatoria blijven geen ‘makersscholen’. De nadruk ligt op uitvoeren, niet zozeer op creëren. Dat je een zo goed mogelijke uitvoerder moet worden en dat je enkel daarmee een carrière kan uitbouwen, is voor mij persoonlijk echter een achterhaald idee.”
Zich afzetten tegen die klassieke pedagogie was voor Adia dan ook essentieel. “Je moet dat makerschap in jezelf kunnen bevorderen. Dat vanaf het begin al zien als een deel van het proces dat je doorloopt als muzikant. Dat je zo niet enkel goed wordt als instrumentalist, maar dat je ook ontdekt wat je zelf graag maakt en hoe je dat moet maken dóór te componeren. Die twee dingen zouden parallel moeten lopen, niet het ene na het andere, zoals een leerkracht me ooit vertelde dat ‘componeren pas is voor wanneer je 30 bent’. Maar creatief zijn, vraagt ook oefening. Dat komt niet vanzelf uit de lucht gevallen. Dat idee van een ‘maker’ zijn was altijd al mijn grote ideaal, ook toen ik nog kind was en nog geen saxofoon speelde”
Dat idee van een ‘maker’ zijn was altijd al mijn grote ideaal, ook toen ik nog kind was en nog geen saxofoon speelde
Adia Vanheerentals
Circulaire beweging
“Mijn mentaliteit is wel compleet anders tussen componeren en spelen. Bij componeren zal intuïtie mij altijd voor een stuk drijven. Ik zoek meestal naar een harmonie die mooi klinkt op de piano, en dan blijf ik maken tot ik iets vind dat goed past bij die beginharmonie, als een soort circulaire beweging. Daarorver zing ik een melodie terwijl ik aan het spelen ben, singer-songwritergewijs, zonder zang, gewoon wat geneurie of gebrabbel. Ik wil dat die melodieën blijven plakken, zodat ik op het einde van de dag nog steeds kan zingen wat ik in het begin van de dag geschreven heb.”
“Improviseren is een heel stuk complexer, want dat hangt heel hard van de situatie af. Als ik solo improviseer zet ik veel in op expressie. Ik hou me dan eerder vast aan bepaalde thema’s, of vaker zelfs woorden, en dat zet ik dan om in spel. Als ik op mezelf ben is dat heel vrij, maar in een context als Bodem zet de compositie die je speelt wel een bepaalde context, waardoor je niet alles kan doen. De energie van het stuk stuurt je al een bepaalde richting uit die voor een stuk de interactie met je medespelers kleurt. Zien dat je in het moment kan reageren op wat anderen spelen en tegelijkertijd een algemene boog doorheen het spel bewaren is een stuk complexer dan zelf losgaan.”
Ik hou me wel wat vast aan bepaalde thema’s, of vaker zelfs woorden, en dat zet ik dan om in spel.
Adia Vanheerentals
“Als ik componeer, doe ik vaak waar ik zin in heb, en het is pas daarna dat ik begin te puzzelen en voor mezelf uitmaak wat ik nog nodig heb om een compleet stuk te creëren. Deels vanuit gevoel, deels bewust uitwerken, de gaatjes invullen, zo komen mijn composities meestal tot stand. In het kader van Bodem beeld ik me dan bijvoorbeeld in hoe onze drummer, Anke, speelt en dan geraak ik in haar flow terwijl ik schrijf. Ik schrijf dus met bepaalde speelstijlen in mind. En die manier van componeren heb ik ook moeten aanleren en is pas gegroeid sinds ik begon met Bodem.”
Als ik componeer, doe ik vaak waar ik zin in heb, en het is pas daarna dat ik begin te puzzelen en voor mezelf uitmaak wat ik nog nodig heb om een compleet stuk te creëren.
Adia Vanheerentals
Headhunten
Bodem dus, het project waarmee Adia dit weekend ook op de European Jazz Conference in Gent speelt. Een project dat voortvloeide uit het sabbatjaar dat ze nam, en de herbronning die daaruit voortkwam.
“Tijdens dat jaar had ik heel wat composities geschreven. Voor ik terug naar het Conservatorium trok, maakte ik een lijstje met alle artiesten die ik toen kende, direct of indirect. Uit dat lijstje zocht ik heel stelselmatig de artiesten die mijn composities zouden willen spelen. Anke en Willem zaten daar bij. Willem zag het meteen zitten, maar aan Anke durfde ik het niet meteen vragen omdat ik wist dat ze zó drukbezet was. Uiteindelijk heb ik het toch gedaan, bleek dat ze net was gestopt met al haar andere projecten. Ze wou zichzelf vrijmaken voor nieuwe projecten, en net toen kwam ik daaraan met mijn pitch. Een groter teken van het universum kon bijna niet (lacht). Zo heb ik mijn band wat kunnen headhunten.”
“Met Bodem is het gezellig (lacht). Het is een heel fijne samenwerking, ook al kenden we elkaar eerder via-via en hadden we ervoor nog nooit samengespeeld. We werken wel hard en serieus aan onze muziek, maar daartussen is enorm veel plaats voor vriendschap. Ik merkte pas wat voor harde werkers wij zijn toen ik tijdje terug met een groot orkest repeteerde, en merkte hoe vaak zij pauze namen. Het besef dat ik een soort slavendrijver ben bij Bodem overviel me plots, want dat is niet hoe wij het doen (lacht).“
We werken wel hard en serieus aan onze muziek, maar daartussen is enorm veel plaats voor vriendschap.
Adia Vanheerentals
De samenhorigheid tussen de drie leden van Bodem viel ook niet uit de lucht, beschrijft Adia. “Zowel Willem als Anke hechten veel belang aan klankkleur, meer dan virtuositeit of complexiteit. Het gaat meer om sfeer dan pure techniek. Op zoek gaan naar de sfeer van een nummer en dat zien te vertalen naar een instrument. Wat me bijvoorbeeld opviel bij Anke is dat het niet uitmaakt op welk drumstel ze speelt, ze zal altijd klinken als zichzelf. Uniek. Haar affiniteit voor haar drumstel is ongelofelijk. Hetzelfde geldt voor Willem, met alle effecten die hij mateloos kan bedwingen op zijn gitaar creëert hij zowat zijn eigen wereld.”
Het gaat meer om sfeer dan pure techniek. Op zoek gaan naar de sfeer van een nummer en dat zien te vertalen naar een instrument.
Adia Venheerentals
“Conceptueel was het altijd wel de bedoeling om een album uit te brengen met Bodem. Dat hebben we redelijk snel gedaan gezien hoe ‘jong’ we eigenlijk nog zijn. Drie jaar geleden zijn we begonnen met Bodem, en al in het eerste jaar zijn we demo’s beginnen opnemen. Die hebben we niet uitgebracht, maar we zijn er gewoon aan blijven sleutelen tot we er een album van konden maken. En nu zijn we al aan het werken aan het volgende album. In het voorjaar hebben we dan ook een JazzLab-tournee om naar uit te kijken en zo de nummers bij het publiek te brengen.”
“Artistiek gezien zijn de spirituele dimensies van de jazz van Alice Coltrane een enorm voorbeeld voor mij. Die vrijheid en openheid, ik hoor daar enorm veel expressie in. Dat keiharde rammen op die harp, zij veegt daarmee het klassieke delicate harpspel gewoon helemaal van tafel. Door de groove heen kan je het allemaal wel volgen, maar wat er allemaal over die groove gebeurt is haast pure chaos. Het bruter omgaan met instrumenten en toch behapbaar blijven, dat is wat mij ook drijft.
Ons eerste album was dan wel redelijk sereen, het is een richting die ik nog wil uit gaan. Toen een van onze opnametechniekers eens kwam kijken naar een van onze concerten, vertelde hij dat onze muziek ‘aan het puberen is’. Zelfs toen begon het al wat uit zijn voegen te barsten. Ik heb het gevoel dat we wat bruter geworden zijn, dat we wat aan het rebelleren zijn met ons nieuw materiaal.”
Ik heb het gevoel dat we wat bruter geworden zijn, dat we wat aan het rebelleren zijn met ons nieuw materiaal.
Adia Vanheerentals
Bruggen bouwen
“Bij Bodem probeer ik het toch altijd wel behapbaar te houden. Zoals ik al aanhaalde probeer ik alle composities melodieus en bijna ‘zingbaar’ te houden, zelfs als er geen zang is. Dat komt deels ook uit mijn neiging om een band te creëren met het publiek. Je kan een publiek nooit inschatten, maar met Bodem trekken we wel een wat breder publiek aan. Als ik alleen improvisatie speel, ga ik snel naar klanken toe die minder behapbaar zijn. Eerder geluid opzoeken dan muziek.”
“Maar beiden zijn artistiek uitdagend, gewoon op een andere manier. Voor mij is het ook wel interessant om klanken op mijn saxofoon op te zoeken die ‘niet normaal’ zijn. Dat doe ik bij Bodem dan misschien wat minder, al maak ik daar eerder de afweging tussen melodieus en toch niet saai zijn. Zo ligt er toch ook daar weer een uitdaging. Af en toe heb ik iets lineairs nodig om een brug te bouwen tussen mij en het publiek.”
Af en toe heb ik iets lineairs nodig om een brug te bouwen tussen mij en het publiek.
Adia Vanheerentals
“Toen ik vroeger naar jazzconcerten ging was dat publiek vaak grijs en kaal. (lacht) Dat is oké natuurlijk, maar ik wil ook wel iets kunnen maken van mijn tijd en vanuit mijn ervaring. Ik luister dan ook niet alleen naar jazz. Jazz behapbaar maken betekent voor mij ook de genres die nu eenmaal een breder publiek hebben daarin te betrekken en te verwerken, zonder dat we onszelf verloochenen. En Bodem is 100% een voorbeeld van die drive naar bruggen bouwen tussen genres en publieken. Maar zoiets komt gewoonweg uit mij, het is niet dat daar een grote tactiek achter schuilt. Het is geen strategische verzoening”
Jazz behapbaar maken betekent voor mij ook de genres die nu eenmaal een breder publiek hebben betrekken en verwerken, zonder dat we onszelf verloochenen.
Adia Vanheerentals
“Binnenkort hebben we een residentie De Singel in Antwerpen, waar we samenwerken met visual artist en sound designer Joris Perdieus. De visuals die hij gaat ontwerpen voor ons gaan onderdeel worden van onze concerten, zodat we onze identiteit op die manier nog meer kunnen uitbouwen. Hoe meer ervaring en budget we kunnen opbouwen, hoe actiever ik begin te denken over hoe we de publiekservaring wat kunnen sturen. Mijn uiteindelijke doel is wel van het podium te stappen. Het voelt onnatuurlijk om boven de mensen te staan als ik speel, als een hiërarchisch idee waar ik absoluut geen fan van ben. Hoe toegankelijk ik mijn muziek ook probeer te maken, dat heeft weinig zin als die afstand behouden blijft.”
Bodem treedt dit weekend aan op de European Jazz Conference in Gent, als onderdeel van het Young Curators programma. 9 jonge curatoren gingen zelf aan de slag met hun eigen avond. Het resultaat ontdek je op donderdag 12 september in De Centrale in Gent. De toegang is gratis.
Meer weten over de European Jazz Conference?
Reclame