VI.BE

Steunpunt voor artiest
en muzieksector

Participatiesurvey 2020-2022: sterke stijging concertbezoek in voorbije 20 jaar

Wat doet de Vlaming in haar of zijn vrije tijd? Hoe vaak gaan we naar concerten of naar het museum, hoeveel keer per week sporten we en hoeveel tijd spenderen we voor een scherm? Voor de vierde keer (2004 - 2009 - 2014 - 2020) werden deze en andere vrijetijdsactiviteiten in kaart gebracht. Deze jongste editie van het onderzoek werd verstoord door de coronapandemie, maar levert net daardoor ook interessante opzichten op.

Research

De vierde Participatiesurvey werd bij een representatieve steekproef van ruim 1.700 Vlamingen afgenomen in de periode 2020-2022. Tweemaal moest de dataverzameling onderbroken worden door de coronamaatregelen, waardoor de interviews in 3 fases werden gevoerd: februari-maart 2020, september-december 2021 en maart-mei 2022. De bevraging bestond uit een combinatie van face to face interviews en een aanvullende vragenlijst die de deelnemers konden invullen. 

De coronapandemie doorkruiste dus het onderzoek, maar tegelijk zorgde dit voor een unieke situatie waarbij er trends kunnen worden gedetecteerd in de vrijetijdsbesteding pre-corona (gegevens van 2004 tot maart 2020) én een evolutie in vrijetijdsparticipatie tijdens en na de coronagolven. 

We geven eerst wat resultaten en trends mee voor algemene cultuurparticipatie en zoomen daarna in op concertbezoek in Vlaanderen.

Algemeen

  • Het gaat goed met wat in het onderzoek de ‘uithuizige cultuurparticipatie’ wordt genoemd. In vergelijking met bijna 20 jaar geleden bezoeken we vaker een museum of erfgoedlocatie, gaan we vaker naar een podiumkunstenvoorstelling of naar de bioscoop etc. Voor concerten is er zelfs een verdubbeling van het aantal bezoeken in vergelijking met de eerste Participatiesurvey in 2004. Enkel de bibliotheken doen het minder goed dan 15 jaar geleden.
  • In vergelijking met de vorige onderzoeken in 2004, 2009 en 2014 zien we nu een groter aandeel van ‘frequente participanten’. Dat zijn Vlamingen die in de 6 maanden voorafgaand aan de bevraging deelgenomen hadden aan 7 of meer culturele activiteiten (concerten, musea, erfgoed, bioscoop etc.). Zij maken nu 39% uit van de respondentengroep, de vorige keren was dit gemiddeld 31%. Tegelijk daalt het aantal Vlamingen dat nooit aan cultuur deelneemt van gemiddeld 26% naar 20%.
  • Ongeveer 1 op de 3 Vlamingen beoefent minstens maandelijks een vorm van amateurkunsten. Dat cijfer is de voorbije jaren min of meer stabiel gebleven. Belangrijke kanttekening hierbij: de Participatiesurvey vraagt maar in beperkte mate naar amateukunstenparticipatie. Het grootschalig amateurkunstenonderzoek dat in 2020 werd gepubliceerd laat zien dat maar liefst 44% van de Vlamingen in haar of zijn vrije tijd een of andere vorm van amateurkunst beoefent. Dit cijfer is een stuk betrouwbaarder dan dat uit de Participatiesurvey.
  • Er gaapt nog steeds een grote sociale kloof in Vlaanderen als het over deelname aan cultuur gaat. De meest frequente bezoekers aan concerten, musea etc. zijn de hooggeschoolden. Midden- en laaggeschoolden hinken een heel stuk achterop. Die kloof is in de voorbije 20 jaar niet verkleind. Enig lichtpunt is dat de kloof tussen laaggeschoolden (secundair onderwijs niet voltooid) en middengeschoolden (secundair onderwijs voltooid) kleiner is geworden doordat vooral de laaggeschoolden meer zijn gaan participeren. We moeten trouwens ook in rekening brengen dat de scholingsgraad van de Vlaming in het algemeen gestegen is het voorbije decennium, dus dat maakt de kloof tussen de participatie van hooggeschoolden enerzijds en laag- en middengeschoolden anderzijds eigenlijk nog groter.
  • Bij heel wat activiteiten zien we overheen de voorbije 20 jaar een (sterk) gestegen deelname van ‘oudere’ leeftijdsgroepen (40 tot 54 en 65 tot 74). Dat is o.a. zo voor musea, theater en dans en concerten 'hedendaagse muziek'.
  • De deelname aan cultuur herstelt zich maar moeizaam na corona. Het aanbod voor podiumkunsten, concerten ... is nagenoeg terug hetzelfde als pre-corona, maar vooral bij concerten en films zien we een relatief grote groep ‘afhakers’: respondenten die aangeven dat ze post-corona minder deelnemen dan ervoor. Die afhakers zien we trouwens vooral bij de laag- en middengeschoolden. De heropleving van cultuur na corona is hoofdzakelijk toe te schrijven aan hoogopgeleide vrouwen. De relance laat zich tot slot vooral merken in grote steden en op het platteland. In semi-verstedelijkte gebieden laat het herstel nog wat op zich wachten.

Concertbezoek in Vlaanderen

  • Concerten worden in het onderzoek ingedeeld in ‘klassieke muziek’ en ‘hedendaagse muziek’. Als we hieronder over concerten spreken, hebben we het over die laatste categorie.
  • In het algemeen is het concertbezoek in Vlaanderen de afgelopen 20 jaar meer dan verdubbeld. Dat is enkel en alleen toe te schrijven aan een sterke stijging in het bezoek van concerten hedendaagse muziek, aangezien het bezoek van klassieke concerten stabiel bleef. In 2004 gaf 12% van de respondenten aan een concert hedendaagse muziek bezocht te hebben, in 2020 is dat 27%. Vooral de groep frequente bezoekers (2 of meer concerten bezocht in de referentieperiode) is sterk gestegen: van 7% in 2004 naar 19% in 2020. 28% van de respondenten geeft aan minstens 1 festival te hebben bezocht, dat cijfer is niet significant veranderd ten opzichte van vorige onderzoeken.
  • Genres die een significante stijging in bezoekers laten optekenen zijn pop & rock, populaire Vlaamse muziek (Tien om te zien, schlagers, levenslied ...) en kleinkunst/chanson. House/techno, wereldmuziek, folk of country, jazz/blues/soul/funk en R&B/hiphop/rap blijven stabiel overheen de tijd.
  • 26- tot 39-jarigen bezoeken het vaakst een concert, gevolgd door 40- tot 54-jarigen, 14- tot 25-jarigen en 55- tot 64-jarigen. De sterkste groei overheen de tijd zien we vooral bij 65- tot 74-jarigen en 75-plussers. 
  • De sociale kloof op basis van opleiding is erg groot bij concertbezoekers. In 2004 was er nog geen significante kloof tussen midden- en hoogopgeleiden, maar ondertussen is die kloof er overduidelijk wel. Ook tussen laag- en middenopgeleiden is er een duidelijke kloof - dat is bij andere vormen van cultuur (bv. bioscoopbezoek) niet zo. De opleidingskloof wordt overheen de tijd trouwens alleen maar groter als we naar concertbezoekers kijken. Die sociale ongelijkheid is het grootst bij bezoekers van klassieke concerten, maar ook bij concertbezoekers van hedendaagse muziek is de kloof erg diep. 
  • Het onderzoek stelt geen significante genderverschillen vast in concertbezoek. Evenveel vrouwen als mannen gaven aan dat ze een concert hadden bezocht in de 6 maanden voorafgaand aan de bevraging.
  • Corona heeft er uiteraard stevig ingehakt. Waar begin 2020 nog 27% van de Vlamingen (regelmatig) een concert bezocht, was dat begin 2021 nog 14%. In het voorjaar van 2022 stijgt dit opnieuw tot ca. 17%, maar van een volledig herstel is dus zeker nog geen sprake (terwijl het aanbod wel terug op pre-covidniveau is). Mannen haken sterker af dan vrouwen: het aandeel niet-participerende mannen is ook in de ‘herstelperiode’ (voorjaar 2022) significant groter dan in voorjaar 2021. Het aandeel frequente mannelijke concertbezoekers lag begin 2022 ook significant lager dan een jaar eerder. Bij vrouwen zien we wél herstel: het aantal niet-bezoekers daalt significant en zowel het aantal occasionele als frequente concertebezoekers stijgt bij vrouwen merkbaar in de periode begin 2020 - begin 2022. Hoe hoger opgeleid de Vlaming, hoe sneller zij of hij naar de concertzaal terugkeert. Wie een diploma secundair of hoger onderwijs op zak heeft is duidelijk meer geneigd om post-corona opnieuw concerten bij te wonen dan wie enkel een diploma lager onderwijs heeft. De heropleving is tot slot het sterkst in groot- of centrumsteden en in verstedelijkt gebied. Dat mag niet verwonderen, aangezien het aanbod daar uiteraard ook veel groter is.

Meer uitgebreide rapporten

De onderzoekers vullen de gedetailleerde analyses constant aan. Hier kan je zelf meer uitgebreide resultaten terugvinden:

Publicatiejaar
2022