Amateurkunsten in de lift, muziek stijgt licht
Het gaat goed met de amateurkunsten in Vlaanderen. Op tien jaar tijd kwamen er maar liefst 500.000 vrijetijdskunstenaars bij. Muziek blijft populair, met naar schatting iets meer dan 550.000 beoefenaars.
Bijna de helft van de Vlamingen beoefent vandaag een of meer kunstdiscipline(s) in de vrije tijd. Amateurkunsten zitten duidelijk in de lift, want 10 jaar geleden was dat nog één op drie. Beeldende kunst is het populairst, muziek is de vierde grootste discipline. 11,4% van de Vlaamse bevolking ouder dan 14 speelt of maakt muziek, een stijging van 1,3% op tien jaar tijd. Wat leert het grootschalig bevolkingsonderzoek ons over die muzikanten?
Populaire muziek is populair
Hoewel het aantal muzikanten grotendeels stabiel blijft, geven meer mensen aan dat ze een muziekinstrument spelen dan 10 jaar geleden. Ook zingen in een band en rappen zijn in het afgelopen decennium populairder geworden. Zowat 40% van de muzikanten en zangers maakt pop/rock, 1/4 speelt in een harmonie, brassband of fanfare. 18% speelt blues of jazz, 13% folk of country, 12% wereldmuziek, 8% maakt of speelt elektronische muziek en 7% R&B, hiphop of rap. De ‘populaire’ genres (pop/rock, elektronische muziek, hiphop ...) zijn duidelijk meer in trek bij jongere leeftijdsgroepen (-18 en 18-34), terwijl de ‘traditionele’ genres (wereldmuziek, folk, jazz ...) meer beoefend worden door iets oudere muzikanten (55-64 of +65).
Iets oudere doelgroep, maar geen vergrijzing
Het aantal amateurkunstenaars is in de afgelopen 10 jaar dan wel significant gestegen, maar die stijging is vooral toe te schrijven aan occasionele beoefenaars. Die algemene trend zien we ook bij muzikanten: het percentage dat frequent muziek speelt (minstens 1 keer per maand) is gedaald met meer dan 7%. Bovendien haakt de jongste doelgroep blijkbaar af: het aandeel van -18-jarige muzikanten zakt van 40,4% in 2008 naar amper 19% nu. Dat is zorgwekkend, vandaar ook het pleidooi om in het basis- en secundair onderwijs blijvend aandacht te besteden aan kunst- en cultuureducatie. De daling bij jongeren wordt gecompenseerd door een duidelijke stijging bij 35-plussers. In het algemeen vergrijst de populatie van amateurkunstenaars, maar bij muziek zien we dat minder: er is - in tegenstelling tot bij sommige andere disciplines - geen significante stijging bij 65-plussers.
Het geluid van de grootstad
Nog een duidelijke verschuiving: er wordt steeds meer muziek gespeeld in de grootsteden. Tien jaar geleden was de verdeling tussen grootsteden, centrumsteden en meer landelijke regio’s nog min of meer gelijk, maar nu zien we een significante toename in de grootsteden. Dat brengt uiteraard specifieke situaties of noden met zich mee: muzikanten geven duidelijk aan - meer dan in andere disciplines - dat ze nood hebben aan goeie en betaalbare repetitieruimtes.
Ook is er veel vraag naar mogelijkheden om op te treden op toegankelijke en laagdrempelige podia. Muzikanten vragen ook naar meer ondersteuning voor hun creatieve activiteiten door de lokale overheden. Toegang tot cursussen en vorming blijkt ook een typisch grootstedelijk probleem, net als de mogelijkheden rond contact en ontmoeting met andere muzikanten.
Drijfveren en ambities
Waarom doet iemand aan kunst in de vrije tijd? Algemeen gesproken zijn de ‘ontspanningsmotieven’ het belangrijkst: je amuseren, je zinnen verzetten, stress wegnemen... Ook ‘persoonlijke motieven’ scoren goed: iets bijleren, jezelf ontwikkelen, experimenteren met iets nieuws ... Minder belangrijk zijn de ‘professionele motieven’: erkenning krijgen van een publiek, er iets mee verdienen etc. Dat beeld zien we volledig terug bij de amateurmuzikanten, al zijn die professionele motieven hier iets belangrijker dan bij sommige andere disciplines. Kijken we echter naar de doelgroep van VI.BE (die in een aparte ‘leden’bevraging een reeks gelijkaardige vragen kreeg voorgeschoteld), dan zien we een heel ander plaatje: professionele motieven staan daar op de tweede plaats, na de persoonlijke motieven en vóór de ontspanningsmotieven. De VI.BE-doelgroep is dus duidelijk meer bezig met het uitbouwen van een ‘carrière’ dan de achterban van andere amateurkunstenorganisaties.
Leergierige muzikanten
Van alle disciplines is muziek de uitblinker als het gaat om les volgen in het deeltijds kunstonderwijs (de muziekacademie). Eén op drie amateurmuzikanten heeft ooit les gevolgd in het DKO; dat aantal is zelfs significant gestegen in de afgelopen 10 jaar. Bovendien geeft nog eens 36% van de muzikanten aan dat ze ooit lessen hebben gevolgd buiten de academie. De VI.BE-doelgroep volgt nog massaler lessen en workshops dan de gemiddelde bevolking: uit het ledenonderzoek blijkt dat 57% van ‘onze’ muzikanten ooit lessen volgde in het DKO en 48% buiten het DKO. De VI.BE-respondenten zijn echter gemengd tevreden over hun tijd in het DKO: op het aspect dat ze het allerbelangrijkst vinden in de academie (‘De mogelijkheid om mijn creatieve activiteit te oefenen’), scoort het DKO het allerlaagst qua tevredenheid. Wél tevreden zijn de VI.BE’rs over de mogelijkheden die het deeltijds kunstonderwijs biedt om door te stromen naar (semi-)professioneel kunstenaarschap en de informatie die ze er krijgen over alternatieve opleidingen en workshops.
Dure hobby
In het bevolkingsonderzoek werden geen vragen gesteld over kosten of inkomsten die bij de creatieve hobby komen kijken. Het ledenonderzoek leert ons daar wel een en ander over. De achterban van VI.BE geeft van alle amateurkunstenaars het meeste uit per jaar, gemiddeld zo’n € 3.700. Het overgrote deel daarvan gaat uiteraard naar instrumenten en gear (gemiddeld € 2.000 per jaar), maar ook vervoer, cursussen/vorming en promotie kosten een aardige duit. De helft van de VI.BE doelgroep betaalt dat allemaal uit eigen zak, maar gelukkig vergaren muzikanten, dj’s etc. op jaarbasis ook best wel wat inkomsten met hun muzikale activiteiten om die kosten te kunnen dragen. Een gemiddelde VI.BE artiest verdient op jaarbasis € 1.959 met muziek, ongeveer € 1.000 via optredens en een kleine € 600 met lesgeven. 47% van onze doelgroep geeft dan ook aan meer dan € 1.000 euro per jaar in het rood te gaan, niet verwonderlijk dus dat de helft van de doelgroep ‘Meer steun om mijn creatieve hobby betaalbaar te maken’ aanduidt als belangrijke nood.
Hallo, VI.BE?
Tot slot: in het ledenonderzoek werd aan de achterban van de verschillende amateurkunstenorganisaties ook gevraagd wat ze precies van ‘hun’ organisatie verwachten. Of, anders uitgedrukt: wat moet VI.BE precies doen om muzikanten, dj’s, producers ... zoveel mogelijk te ondersteunen? Deze verwachtingen geeft onze doelgroep ons mee, in volgorde van belangrijkheid:
- De belangen verdedigen van beoefenaars naar de overheid toe (70% van de respondenten vindt dit een belangrijke taak voor VI.BE)
- Aanreiken van ondersteuning bij opstap naar een (semi-)professioneel niveau (69%)
- Aanreiken van administratieve/juridische ondersteuning (69%)
- Het promoten van muziek in het algemeen (67%)
- Promotie voeren voor wedstrijden, evenementen of festivals (niet zelf georganiseerd) (63%)
- Voorzien in toonkansen (62%)
- Aanreiken van een communicatieplatform voor beoefenaars (57%)
- Voorzien in (of stimuleren van) internationale toonkansen (56%)
- Voorzien in mogelijkheden om eigen werk of materiaal te verspreiden (56%)
- Aanreiken van begeleiding/coaching op artistiek vlak (52%)
- Organiseren van evenementen of festivals (52%)
- Een link zijn tussen de beoefenaars en de rest van de samenleving (51%)
- Organiseren van wedstrijden (50%)
- Voorzien in (toegang tot) infrastructuur (ateliers, podia, repetitieruimtes) (48%)
- Organiseren van samenwerkingsmogelijkheden (al dan niet interdisciplinair) (46%)
- Organiseren van ontmoetingen of uitwisseling tussen verschillende beoefenaars (46%)
- Voorzien in informatie en documentatie (tijdschriften, boeken, cd-roms, enz.) (40%)
- Organiseren van artistieke cursussen en vorming (39%)
- Aanreiken van ideeën en vernieuwende impulsen (39%)
- Het stimuleren van zoveel mogelijk mensen om met muziek te starten (32%)
- Sociaal-interculturele samenwerking stimuleren (32%)
- Voorzien in verzekeringen (24%)
- Voorzien in werkmaterialen (bv. uitleenkoffers, partituren, enz.) (20%)
- UGent
- Prof. Dr. John Lievens
- 2020
- Onderwijsinstelling
- Promotor
- Publicatiejaar