VI.BE

Steunpunt voor artiest
en muzieksector

Muziek in erfgoed. Herbestemming van monumenten tot concertzalen in Vlaanderen.

De Roma, Amuz, C-mine en andere Bijlokes zijn Vlaamse monumenten die de laatste decennia zijn herbestemd tot concertzalen. De delicate afweging van akoestiek en erfgoedwaarde bepaalt zowel het prijskaartje als de muziekgenres die kunnen geprogrammeerd worden.
Research

Waarderen is beleven

De waarde die we toekennen aan erfgoed is tijds- en cultuurgebonden. In 1977 wordt Richie Blackmore verbannen uit het Empire theater in Liverpool. De gitarist heeft net zijn Stratocaster stuk geslagen op het plaasterwerk van het Louis XVI-interieur. Vijftien jaar later worden beschadigingen door bekende artiesten gekoesterd als waardevolle relieken bij de reddingsoperatie van L’Olympia in Parijs. De plaats van herinnering wint dus aan belang ten aanzien van de intrinsieke fysieke waarde van het gebouw. Nog merkwaardiger is dat zelfs de gebreken inzake akoestiek bewust worden behouden als volwaardig aspect van authenticiteit. Zo verwonderlijk is dit echter niet. Beleving van zowel erfgoed als muziek maken deel uit van eenzelfde proces.  Door zintuigelijke waarneming worden positieve of negatieve emoties teweeggebracht via stimuli. Vervolgens worden die emoties beleefd. Opeenvolgende belevingen tenslotte vormen onze ervaring. Waardering kan zo beschouwd worden als functie van de mate waarin een stimulus een organisme activeert.  De bijzondere waardering van monumenten kan verklaard worden door hun visuele variatie en verscheidenheid van elementen en bouwmaterialen en hun symbolische rijkdom als historische bron. Dit beantwoordt aan een menselijke psychologische en fysiologische basisbehoefte om te leren en te ontdekken.

De kip of het ei? Ontstaan van concertzalen

Van de vroege middeleeuwen tot de 17de en 18de eeuw wordt muziek gemaakt op maat van bestaande gebouwen. Gregoriaanse gezangen en later polyfonie worden geschreven op maat van nagalmende kerken en kamermuziek voor intiemere salons of balzalen in paleizen. Pas na het verdwijnen van het adellijke patronage ontstaan concertzalen voor betalend publiek. Om rendabel te zijn wordt het aantal zitplaatsen en het volume groter. Composities uit de 19de -eeuwse Romantiek zijn daarom geschikt voor statige concertzalen met een lange nagalmtijd. Dit is het aantal seconden dat het duurt voor het geluidsdrukniveau met 60 dB is gedaald. De Amerikaan Sabine ontdekt begin 20ste eeuw dat nagalmtijd berekend kan worden door het volume te delen door de geluidsabsorptie. Vanaf dan wordt het ontwerp van concertzalen bepaald door de beoogde nagalmtijd naargelang de muziekstijl. Er is daarom differentiatie tussen zalen voor symfonisch orkest, kamermuziek, populaire muziek of multifunctioneel gebruik. Zowel nagalmtijd als geluidsfrequenties spelen hierbij een rol. Geluidsgolven kunnen immers kort of lang zijn met respectievelijk hoge en lage frequenties. Zalen voor pop, rock en jazz met elektronische versterking worden gekenmerkt door een staand publiek dat veel midden- en hoogfrequenties absorbeert en een hoog geluidsniveau in de lage frequenties. In het ontwerp dient daarom de nagalmtijd in deze lage frequenties te worden beperkt.

Het oog wil ook wat

Concertzalen kunnen met elkaar vergeleken worden door middel van kwaliteitscriteria. Naast nagalmtijd zijn er onder meer verstaanbaarheid, ruimtelijkheid en intimiteit. Vooral het laatste criterium is interessant omdat uit recent onderzoek blijkt dat naast auditieve ook visuele stimuli bepalend zijn. De intimiteit wordt verhoogd door fysieke nabijheid. Vandaar ook de tendens van nieuwe concertzalen voor symfonisch orkest waar het publiek als een wijngaardveld verdeeld is rond het podium. Belangrijk voor concertzalen in erfgoed is dat bouwkundige erfgoedwaarden die in het bijzonder visueel beleefd worden een belangrijke meerwaarde kunnen zijn voor de intimteitsbeleving. Bovendien kunnen architectonische erfgoedwaarden zoals typologie, materialen of ornamenten fysieke randvoorwaarden stellen voor de objectiveerbare kwaliteitscriteria. Een groot volume zoals een kerk gaat gepaard met een grote nagalmtijd. Of een bepaalde eigenschap uiteindelijk een akoestisch voor of nadeel is zal vooral afhangen van de gewenste muziekprogrammatie.

Bezin eer je begint

Beleidskeuzes kunnen al dan niet uitgaan van de sterkte van een bepaalde typologie. Bij de herbestemming van de voormalige 17de eeuwse Augustijnerkerk tot Amuz is resoluut gekozen voor de programmatie van Vlaamse polyfonie. Aangezien dit muziekgenre aansluit bij zowel het sacraal karakter als de lange nagalmtijd van het gebouw zijn kleine investeringen voldoende inzake akoestiek. Om de 13de eeuwse ziekenzaal van het Bijlokeklooster geschikt te maken voor symfonisch orkest is daarentegen ingrijpend verbouwd. Het houten dakgebinte absorbeert immers veel geluid en ook de te smalle en lange ruimte zorgt voor een mindere intimiteitsbeleving.  Om voldoende nagalmtijd te creëren is daarom het volume vergroot door uitdieping van de vloer. Bepaalde vormen, ornamenten of ruimtelijkheid van monumenten kunnen dus geluidstechnische uitdagingen zijn. Zo zorgt de centrale koepel in de Roma voor een flutterecho bij versterkte muziek. Anderzijds biedt het initieel ontwerp als schouwburg en cinema goede zichtlijnen, intimiteitsbeleving en geluidsabsorberende materialen die een veelzijdige programmatie toelaten. De Roma toont ook aan dat met goedkope ingrepen akoestische problemen aangepakt kunnen worden.  De ambitieuze herbestemming van Handelsbeurs Gent daarentegen is niet mogelijk zonder de grote financiële draagkracht van een private mecenas (het huidige Baloise Insurance). Alhoewel de zaal een natuurlijke akoestiek heeft voor kamermuziek is ingezet op innovatieve technologie om de ruimte flexibel te maken voor een breed spectrum aan nagalmtijden. Zowel theater, rock als klassieke muziek kunnen zo geprogrammeerd worden.

Erfgoed first

Ongeacht de technische of financiële mogelijkheden is erfgoedzorg bij beschermde monumenten steeds een belangrijke bekommernis. Door prioritair in te zetten op de akoestische eisen en enkele ingrepen met een eerder irreversibel karakter werpt de Bijloke dit dwingende keurslijf voor een stuk van zich af. De slinger kan ook omslaan in de andere richting. Bij de Centrale in Gent leidt het streven naar een zo intact mogelijk behoud tot akoestische problemen. Een glazen wand als venster op de als museum behouden turbinehal is zodanig reflecterend dat het permanent met geluidsabsorberende doeken moet verhuld worden. Als een soort derde weg heeft C-mine volledige nieuwbouwen ingepast in de T-vormige machinegebouwen van de mijnsite. De theaterzaal voldoet aan alle hedendaagse akoestische eisen. Door te ontsnappen aan de restricties van het bestaande monument, mist de concertzaal wel een directe erfgoedbeleving.  De puzzel is vaak moeilijk te leggen. Een akoestisch en erfgoedprofiel dat volledig samenvalt zoals Amuz of plaatsen van herinnering die één worden met de concertzaal zoals de Roma blijven zeldzame parels.

download de scriptie
Onderwijsinstelling
Universiteit Antwerpen
Studierichting
Erfgoedstudies
Promotor
Prof. Philippe Lemineur
Student
Raf De Mey
Publicatiejaar
2021