Muziekrechten brengen wereldwijd bijna 40 miljard dollar op
Zowel op composities (songs) als op de opnames van die songs rusten heel wat auteurs- en naburige rechten. Die rechten brengen geld op als ze geëxploiteerd worden, bv. als muziek gestreamd wordt, op de radio te horen is of live wordt gespeeld. Om die opbrengsten in kaart te brengen moeten heel wat bronnen gecombineerd worden. Will Page, de voormalige Chief Economist bij Spotify en auteur van het succesvolle boek Tarzan Economics, waagt zich al enkele jaren aan die rekenoefening.
Om een volledig beeld te kunnen schetsen van hoeveel muziek wereldwijd écht opbrengt, moeten heel wat bronnen samengevoegd worden. Will Page deed dat opnieuw voor het jaar 2021: hij combineerde de rapporten van IFPI (de wereldwijde vertegenwoordiger van platenfirma’s), CISAC (de koepel van beheersvennootschappen voor auteursrechten), een studie over de wereldwijde omzet van publishing, en een schatting die MIDiA maakte van de opbrengsten van rechtenvrije (library) muziek. Opbrengsten van liveshows, fees voor schrijfopdrachten etc. zitten hier dus niet in, maar dit plaatje is toch al een pak vollediger dan de gefragmenteerde rapporten die elk jaar verschijnen.
In 2021 bracht de exploitatie van songs en opnames $ 39.6 miljard op. Dat cijfer ligt een héél pak hoger dan de 25.9 miljard die IFPI rapporteerde, een cijfer dat vaak gebruikt wordt als dé referentie voor de omzet van de wereldwijde muziekindustrie. De omzet die Page berekende ligt 18% hoger dan in 2020, een stevige groei dus.
Van die totale omzet gaat ongeveer 66%, of bijna $ 26 miljard, naar de platenlabels. Dat is dus omzet die grotendeels gegenereerd wordt uit streaming, de verkoop van vinyl en cd’s, downloads etc. Ongeveer een vierde, of $ 10 miljard werd gehaald uit inningen voor auteursrechten (gebruik van muziek in horeca en winkels, op evenementen, op radio & tv, door streamingdiensten etc.). Die 10 miljard is een duidelijke stijging t.o.v. het coronajaar 2020 (toen live muziek onmogelijk was en winkels en horeca gesloten waren), maar nog niet terug op het niveau van 10.2 miljard in 2019.
In verhouding is het aandeel van de labels in de totale wereldomzet vandaag een pak groter dan een kleine 10 jaar geleden. In 2014, wat algemeen beschouwd wordt als het absolute dieptepunt van de omzet van de muziekindustrie, was de totale waarde van muziekrechten ongeveer 25 miljard dollar. Toen was het aandeel van de labels (opnames) nog 55% en dat van de beheersvennootschappen en publishers (songs, composities) nog 45%. Vandaag is die verhouding 66% - 34%. Daar zijn een aantal verklaringen voor, maar de meest voor de hand liggende is het feit dat in het huidige dominante streamingmodel een veel groter deel van de koek naar de recording-kant gaat (en dus in de eerste plaats naar de labels) dan naar de publishing-kant (beheersvennootschappen voor auteursrechten, publishers, songwriters). Die ongelijke verdeling is dus de afgelopen 10 jaar nog een pak ongelijker geworden.
Streaming was in 2021 goed voor 55% van de totale omzet. Maar ook hier gaat achter dit cijfer een ongelijke verdeling schuil. IFPI rapporteerde dat streaming aan de kant van de labels in 2021 goed was voor 65% van de inkomsten. Langs de kant van de beheersvennootschappen maakt streaming in hetzelfde jaar minder dan een derde van het totaalplaatje uit. Deze cijfers bevestigen dus nogmaals wat we hierboven al schreven.
Lees de volledige analyse van Will Page, inclusief links naar de bronnen en de gegevens voor de vorige jaren, op zijn website.
Reclame