Bavo Vanden Broeck, al ruim 20 jaar de programmator van Dranouter Festival, laat in zijn kaarten kijken en vist Coline & Toitoine met hun track ‘Write A Song’ op.

Wat triggert jou bij Coline & Toitoine?
Bavo: “Soms heb je dat gewoon, dat een song je direct bij je nekvel grijpt. De stem van Coline zal er in dit geval wel veel mee te maken hebben. En die song, man man, hoe heerlijk is die. ’t Is lekker elektronisch geknutsel en tegelijkertijd een eenvoudig liedje dat zelfs solo op een slecht gestemde ukelele overeind zou blijven. Een refrein dat je zin doet krijgen om te dansen en toch voel ik ook een constante melancholie doorheen deze nauwelijks drie minuten durende track. Laat ze het Sportpaleis opwarmen voor Bazart et ça va chauffer. Of laat ze late night een afterparty spelen in Dranouter op een van onze kleine podia en iedereen gaat een zalige nacht in.”

Hoe springt opkomend talent in het oog van grote festivals? 
Bavo: “Spring in het oog op de podia van clubs, cafés, jeugdhuizen en wedstrijden. Grote festivals bereik je als jonge wolf niet in 1-2-3, maar als je op deze podia opgemerkt wordt, heb je een verhaal om op te bouwen en deed je ook de nodige live-ervaring op. Verzorg daarnaast zeker ook je online media: gooi geen crappy demo’s online en vermijd slechte livevideo’s die voor eeuwig ronddwalen.”

Wat is eigenlijk het interessantste aspect aan jouw job als programmator? 
Bavo: “Ik vind dat nog steeds het onverwacht van je sokken geblazen worden door een band die je niet kent. En aangezien er altijd meer muziek is die ik niet dan wel ken, blijft die kans altijd bestaan. Dranouter Festival probeert met zijn internationale line-up ook heel wat ontdekkingen aan het publiek te presenteren. Om die ontdekkingen op het spoor te komen reis ik ook regelmatig naar andere festivals of concerten in het buitenland. Die combinatie van nieuwe muziek ontdekken, boeiende mensen ontmoeten en inspirerende plaatsen bezoeken is een van de mooiste kanten van de job.”
 

Waarom is programmeren veel meer dan namedroppen? 
Bavo: “Elke zaal of evenement vereist een specifieke aanpak. Als programmator moet je het DNA van je organisatie goed begrijpen en beseffen dat je voor een publiek werkt en niet enkel voor jezelf. Ik zou zeker niet de perfecte programmator zijn voor heel wat andere festivals, maar het DNA van Dranouter heb ik intussen al ingeslikt. Bij het programmeren probeer ik ook steeds het juiste podium en moment van de dag te matchen met de juiste band. Een luisterconcert moet je niet ’s avonds laat zetten, al is dat soms net weer wel doenbaar met een artiest die een massa stil kan krijgen. Het is altijd balanceren.”

Naar welke andere line-ups kijk je jaarlijks reikhalzend uit?
Bavo: “De zomer is helaas vooral het moment om te focussen op onze eigen line-up. Daardoor kom ik zelden op andere festivals in juli en augustus. Maar Esperanzah festival in Wallonië volg ik steeds met aandacht. Ze hebben een zeer avontuurlijke line-up met veel wereldmuziek. En omdat dat festival in hetzelfde weekend als Dranouter plaatsvindt, proberen we af en toe samen een grote naam te strikken.”

Wat is het laatste concert dat je in pré-coronatijden bijwoonde? 
Bavo: “In Muziekcentrum Dranouter zijn er bijna wekelijks concerten. Het laatste dat ik daar meepikte, was een dubbele line-up met twee jonge acts: Mirek Coutigny en Wolker. Die laatste speelde in juli ook een set op onze Zomersessies, de kleinschalige en intieme coronaproof concertreeks waarmee we deze zomer proberen door te komen.”

Tot slot, hoe zag jouw allereerste concert of festivalervaring eruit?
Bavo: “Mijn eerste festivalervaring was in Dranouter. Ik herinner me lauw bier uit driekwartliterflessen. En er moeten vast ook concerten geweest zijn, maar welke? (lacht) ”

Studio Brussel #luistertbelgisch deze zomer. Ze draaiden de keuze van Bavo en schreven er ook een artikel over.