VI.BE

Steunpunt voor artiest
en muzieksector

Advies

Repetitieruimte bouwen

Heel wat muzikanten in Vlaanderen zijn op zoek naar een repetitieruimte. Een plek om ongestoord en zonder te storen te kunnen werken aan nieuwe muziek. Maar waar moet je zoal rekening mee houden als je zelf je eigen kot bouwt of inricht?

Laatst bewerkt op 11.06.24

© nina vandeweghe

© nina vandeweghe

Vaak kan je met een aantal eenvoudige ingrepen al een groot verschil maken. Check zeker deze tips vooraleer je start met het (ver)bouwen van een repetitieruimte: 

  • Speel minder luid. Hoe minder luid je speelt, hoe minder je moet isoleren. En het is bovendien nog goed voor je oren ook.

  • Vermijd frequenties lager dan 100 Hz. Als je een zanginstallatie of ander geluidssysteem gebruikt, kan je met een equalizer bepaalde frequenties wegfilteren. Die lage frequenties worden in een kleine repetitieruimte snel een stoorzender voor de basgitaren of basdrum.

  • Hou ramen en deuren toe. Nogal logisch, maar toch. Om de isolerende capaciteit van een raam te vergroten, kan je een voorzetpaneel maken dat net in de raamopening past. Deuren kan je verzwaren of verdubbelen door een sas te plaatsen.

  • Zet versterkers op een statief of stoel, kantel ze licht naar boven en richt ze naar jezelf in plaats van achter jou te plaatsen. Zo vermijd je contactgeluid met de vloer, en bereikt het geluid rechtstreeks het (juiste) oor. 

In de praktijk zal je altijd ingrepen moeten doen op het vlak van isolatie (het geluidsdichtmaken van een ruimte) en op het vlak van akoestiek (de geluidskwaliteit binnen in de ruimte). Meer daarover hieronder!

Isolatie

Door de massa van de basisconstructie groter te maken, wordt er ook meer geluid geïsoleerd. Een zwaar materiaal is moeilijker in beweging te brengen door de geluidsgolven en zal dus beter isoleren. Beton(steen) zal dus meer geluid tegenhouden dan een houten wand. Als je geen beton kunt gebruiken (bv te zwaar voor een zolderverdieping), moet je kiezen voor het ‘massa-veer-massa’-principe: twee massa’s worden van elkaar gescheiden door een elastische veer zoals een luchtspouw gevuld met minerale wol. We noemen dit ook wel ‘akoestische ontkoppeling’. Dat is onder andere het systeem dat gebruikt wordt als je een ‘box in a box’ bouwt. 

De meest voorkomende vormen van structurele isolatie zijn:

  • Nieuwbouw: massa is cruciaal. Kies voor een zwaar materiaal, zoals volle beton(steen). In snelbouwstenen zitten teveel gaatjes, waardoor de isolatie veel minder is. Hou rekening met de zwakste schakels: ramen en deuren. Voor een nieuwbouw neem je het best eens contact op met een architect of ingenieur.

  • Zwevende vloer: de basis van je nieuwe repetitieruimte. De zwevende vloer heeft zo weinig mogelijk contactpunten met de bestaande vloer en raakt ook nergens aan de bestaande muren. Je gebruikt best akoestische dragers, waartussen je rotswol aanbrengt. Daarop bevestig je twee lagen OSB-platen, waarbij je de tweede laag een kwartslag draait ten opzichte van de eerste. Daartussen kan je nog een laag loodfolie of roofing aanbrengen.

  • Ontkoppelde voorzetwand: om de wand van je repetitieruimte te scheiden van de bestaande muur. Vermijd hier elk contact. Als er toch contact nodig is, kan je speciale isolerende muurprofielen gebruiken. Tussen die muurprofielen steek je rotswol, waarover je geschrankt 2 lagen gipskarton aanbrengt.

  • Ontkoppeld plafond: hier geldt hetzelfde principe als bij een ontkoppelde voorzetwand. Je kan elk contact vermijden met het bestaande plafond door te dragen van wand tot wand. Als er toch contact nodig is, gebruik dan speciale plafondankers.

  • Box-In-Box: dit is een constructie die volledig losstaat van de buitenwanden. Je bouwt letterlijk een ‘doos in een doos’. Dit is handig voor grotere ruimtes waar je een repetitiekot in wil plaatsen, een loods bijvoorbeeld. Hiervoor zal je zelfdragende plafonds en wanden gebruiken. De wand bouw je op op de zwevende vloer met houten balkjes of metal studs. Daartussen breng je rotswolplaten aan, en zowel aan de binnen- als aan de buitenkant bevestig je 2 lagen gipskarton. Voor een zelfdragend plafond steek je in het midden van de ruimte steek een zware balk over de hele breedte. Tussen die balk en de wanden komen houten latten, waartussen je rotswolplaten steekt. Zowel aan de binnen- als aan de buitenkant bevestig je 2 lagen gipskarton.

  • Deur: er bestaan speciale akoestische deuren, die helaas duur zijn. Je kan zelf een systeem bouwen dat er dicht bij aanleunt. Goed opmeten is hier de boodschap, zodat er geen kieren zijn. Kies voor een volle deur, die je eventueel nog zwaarder maakt door er zware platen (staal, lood…) aan te monteren. Nog beter is een sas-systeem: 2 deuren achter elkaar, waarvan de ene naar binnen en de andere naar buiten draait.

  • Ramen: speciaal akoestisch isolerend glas is de beste, maar helaas ook de duurste oplossing. Gelukkig kan je met een dubbel raam (dat is niet hetzelfde als dubbel glas) al een heel eind verder geraken. Zorg hier, net als bij deuren, voor twee afzonderlijke kaders.

  • Verluchting: een zwak punt in je constructie, omdat je gaten in de wanden maakt waarlangs het geluid naar buiten kan. Plaats daarom over de gaten in het plafond en de zijwand een ventilatiekast. Dat is een koker met tussenschotten, die aan de binnenkant volledig met isolerend materiaal bekleed wordt.

Akoestiek

Een repetitieruimte met harde en vlakke wandoppervlakken is niet aangenaam om in te spelen. Absorptie, reflectie en diffusie zijn belangrijke punten om rekening mee te houden. Hieronder vind je een aantal tips:

  • Zorg ervoor dat het geluid van je instrumenten zo rechtstreeks mogelijk hoort (en dus zo weinig mogelijk het gereflecteerde geluid). Zet daarom de versterkers of luidsprekers op een verhoog en kantel ze een beetje. 

  • Plaats bass traps in de hoeken van je ruimte: een houten kader waarin je rotswol plaatst. Het kader dek je af met een stuk stof en bevestig je aan de muren in de hoeken. De ruimte achter het paneel kan je nog volledig met rotswol opvullen. Deze bass traps dienen om de lage tonen te absorberen en het geluid in de ruimte minder vervormen. Bass traps zijn extra handig in kleine ruimtes, waar die lage frequenties vaak het meest uitgesproken zijn. In home-studio’s of kleine repetitieruimtes is dit de eerste ingreep die je zal doen. 

  • Absorptie zorgt ervoor dat de verschillende frequenties niet op volle kracht gereflecteerd worden. Bekleed je ruimte zeker niet volledig met tapijt, want dan ben je alle hoge frequenties aan het absorberen en dat klinkt dan ook weer niet goed. In plaats daarvan maak je beter een kader met houten latten, dat je opvult met rotswol en bekleedt met een stuk stof. Plaats dat paneel eens op verschillende plaatsen in de ruimte om te kijken wat het beste resultaat geeft. Daarna maak je het vast aan de muur. Overdrijf hier ook niet mee. Bekijk telkens per paneel of er nog extra absorptie nodig is. Een volledig dode ruimte is alles behalve aangenaam om in te repeteren of op te nemen.

  • Diffusie betekent dat je het geluid gaat sturen, ‘verstrooien’. Dat kan door onregelmatige wanden of een gebogen plafond te bouwen. Ook een onregelmatig gevulde boekenkast in je ruimte kan helpen, maar daar moet je wat mee experimenteren. In elk geval moet je 3 zaken combineren: verschillende materialen (hoe hard is de reflectie), verschillende dieptes (op welk moment gebeurt de reflectie) en verschillende hoeken (in welke richting gebeurt de reflectie). Je kan zelf ook een diffuser maken, op YouTube vind je alvast een hele hoop ‘How To’ videos.

Veel meer uitleg over isolatie en akoestiek vind je ook in onze brochure ‘bouw je repetitieruimte’. 

Een vraag over jouw situatie? We geven je persoonlijk advies via mail of telefoon.

Wil je een uitgebreide babbel? Stuur een mailtje en we plannen een adviesgesprek via videocall of bij ons op kantoor.