VI.BE

Steunpunt voor artiest
en muzieksector

Veel jonge vrouwen, leeftijds- en genderdiscriminatie, en de nood aan verduurzaming: resultaten van onze nulmeting persoonskenmerken

De resultaten van onze nulmeting zijn bekend! In het voorjaar van 2024 bevroegen we artiesten en muziekprofessionals over persoonskenmerken zoals gender, opleiding, herkomst en leeftijd, en over hun ervaringen met uitsluiting en discriminatie. We kamden door de resultaten en vatten die voor jullie samen!
Research

Meten is weten – maar tijdens de coronapandemie bleek dat we in Vlaanderen en Brussel veel cijfers missen over onze muzieksector, waaronder de verdeling van persoonskenmerken als gender, opleiding, herkomst of leeftijd. Ook over ervaringen met uitsluiting en discriminatie in de muzieksector ontbrak uitgebreide data.

Daarom sloegen VI.BE en PXL-MUSIC Research de handen in elkaar voor het onderzoeksproject Science of the Times (2021-2024). Als steunpunt voor artiesten en de muzieksector planden wij een nulmeting van persoonskenmerken, uitsluiting en discriminatie in de Vlaamse en Brusselse muziekindustrie. In totaal namen 553 respondenten deel op een sample van 5.023 initiële contacten: goed voor een responsgraad van 11,01%. De respondenten kregen een combinatie van open en gesloten vragen over persoonskenmerken en over hun individuele ervaringen met uitsluiting en discriminatie. Daarmee probeerden we twee kernvragen te beantwoorden: 

  1. Wat is de verdeling van (intersectionele) persoonskenmerken zoals genderidentiteit, herkomst en geloofsovertuigingen in onze sector?
  2. Wat is de overeenkomst tussen diverse intersectionele persoonskenmerken en gerapporteerde ervaringen van benadeling, uitsluiting en/of discriminatie, zoals leeftijdsdiscriminatie, zorglast en jobonzekerheid?

Het belang van een nulmeting 

Het is niet eenvoudig om in te schatten wat een representatieve responsgraad moet zijn voor de Vlaamse en Brusselse niet-klassieke muzieksector. Een exhaustief overzicht van alle artiesten, muziekprofessionals, freelancers en vrijwilligers – samen het muzikaal ecosysteem van ons land – bestaat niet. Daarom selecteerden we een populatie op basis van ons uitgebreide contactensysteem, dat we en masse aanspraken via mailings en sociale media. We vroegen deelnemers ook expliciet om de enquête verder te verspreiden in hun netwerk. Ook deden we beroep op word of mouth van deelnemers aan de enquête.

In de resultaten viel op dat vooral artiesten, freelancers en muziekorganisaties zoals concertzalen en labels – vaak ook alumni van muziekopleidingen – hebben deelgenomen. Meer vrijwilligersgedreven organisaties zoals jeugdhuizen en muziekcafés waren, ondanks hun grote verspreiding doorheen Vlaanderen en Brussel, opvallend afwezig in de resultaten. Dat beïnvloedt ook de mate waarin we kunnen spreken van oorzaak en gevolg tussen opvallende statistieken. Daarom lichten we in deze nulmeting alleen opvallende correlaties toe en spreken we slechts van mogelijke verklaringen als die ook al bleken uit vergelijkbare onderzoeken in het buitenland. 

Daarom lees je het bijgevoegde rapport best als startpunt voor verder onderzoek dat we in de komende jaren zullen hernemen in samenwerking met de sector. Op die manier kunnen we zowel de diversiteit van de sector als de impact van inclusieve acties opvolgen. In de rest van dit artikel lichten we alvast enkele belangrijke resultaten toe!

11 belangrijke inzichten

  1. De muzieksector in Vlaanderen en Brussel is relatief jong: de gemiddelde leeftijd van artiesten en muziekprofessionals is 36 jaar. Dat lijkt onder meer te komen door een grote instroom van mensen geboren in de jaren 90 en na de eeuwwisseling. Die laatste groep is ondertussen al bijna net zo vertegenwoordigd als babyboomers.

  2. De sector is vooral een mannenwereld: 60% van de deelnemers identificeert zich als dusdanig. 33% van de sector is vrouw. Genderexpansieve personen, zoals non-binaire, genderqueer en transgender individuen, vormen samen iets meer dan 3% van de populatie. Een minderheid wenste niet te antwoorden. Jonge vrouwen vormen wel de grootste relatieve groep in de sector: 50% van alle deelnemende vrouwen is in de jaren 90 geboren.

  3. Antwerpen is de meest muzikale stad van België: 19% van de sector woont er. Tellen we Gent (13,6%) erbij, dan komen we bijna aan een derde van de voltallige sector. Ook de provincie Antwerpen is met 37% het dichtstbevolkt qua muzikanten en muziekprofessionals. En met 12,5% huisvest ook het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een aanzienlijk deel van de Vlaamse muzieksector.

  4. We studeren lang en hard voor een job in de muzieksector: 41% heeft een professionele bachelor, 31% een academische master. Maar wat vooral opvalt: een kwart van alle langopgeleide muziekprofessionals volgde een muziekopleiding. Zo’n 40% van hen volgde een van de tien muzikantenopleidingen in Vlaanderen en Brussel.

  5. Bijna 93% identificeert hun herkomst als West-Europees. Dat is een flinke uitschieter en doet vermoeden dat er weinig personen met een migratieachtergrond hebben deelgenomen. Ook qua nationaliteiten oogt de muzieksector vrij homogeen: meer dan 96% heeft een Belgisch paspoort. 5% van de sector heeft ook een tweede nationaliteit, zoals Nederlands (24%), Turks of Marokkaans (7%).

  6. Ongeveer 60% van de muziekprofessionals werkt in loondienst, waarvan bijna driekwart voltijds. Zelfstandigen (in bijberoep) maken meer dan 42% van de sector uit. Verder is bijna 13,5% van de zelfstandigen een zaakvoerder. Qua lonen bezetten vrouwen iets vaker lagere inkomensposities, terwijl mannen sterker zijn vertegenwoordigd in hogere loonschalen. Ongeveer 2 op de 3 muziekprofessionals verdient ook een inkomen buiten de muzieksector. Bijna 8% heeft effectief geen inkomen in de sector. Het lijkt er dus sterk op dat een deel van onze artiesten en muziekprofessionals voorlopig alleen nog maar investeren zonder rendement.
     
  7. Vrouwen nemen minder technische en leidinggevende functies in: respectievelijk 60% en 80% van die rollen zijn door mannen bezet. Desondanks zien we een grote instroom van vrouwelijke artiesten en muziekprofessionals, maar hun aantal daalt per ervaringscategorie met gemiddeld 9%. Zowel natuurlijke uitstroom als uitsluiting en de ongelijke verdeling van zorgtaken kunnen daar een rol in spelen, maar respondenten schatten de impact van zorgtaken bijvoorbeeld vrij laag in. Daarom zijn verduurzaming van de inhaalbeweging én verder onderzoek erg belangrijk! 

  8. Ongeveer 11,5% van de sector heeft een fysieke handicap – met 21,5% zijn mentale handicaps iets meer aanwezig. Iets meer dan 3,5% heeft beide. Mentale handicaps en aandoeningen worden wel minder vaak gerapporteerd aan de werkomgeving: waar bijna 75% spreekt over hun fysieke uitdagingen, dan vertelt net 50% maar over mentale of neurodiverse aandoeningen – mogelijk vanwege een gebrek aan kennis onder collega’s over de zichtbaarheid en impact ervan.

  9. Een eenvoudige ja-neevraag of respondenten ooit te maken hebben gehad met benadeling, uitsluiting en discriminatie: 241 personen of 43,5% antwoordde van wel. Daarbij scoorden leeftijdsdiscriminatie, genderdiscriminatie en lichaamsdiscriminatie het hoogst. Onderaan de lijst staan o.a. discriminatie op basis van huidskleur, taal, politieke overtuiging en religie, geloof of levensovertuiging. 

  10. De brandpunten van uitsluiting en discriminatie zijn de juniorjaren van carrières (in tijd) en de jobs in kantoorruimtes (in ruimte). 20% van wie al zulke ervaringen doormaakte, ervoer die in de beginjaren van hun carrière. En bijna 40% maakte uitsluiting en discriminatie mee op het kantoor. Artiesten en muziekprofessionals noemen ook de backstage vaak, samen goed voor bijna 25% van wie al te maken kreeg met uitsluiting en discriminatie. 

  11. Leeftijds- en genderdiscriminatie treffen vooral jonge vrouwen in de muzieksector. Gemiddeld 20% geboren in de jaren 80 en 90, ervaart soms tot vaak leeftijdsdiscriminatie; en 16% genderdiscriminatie. Ook opvallend is de 10% mannen geboren in de jaren 70 die soms leeftijdsdiscriminatie ervaren. En zeer schokkend is 71,43% vrouwen die vaak uitsluiting ervaren op basis van hun lichaam
Lees hier het volledige rapport!
Publicatiejaar
2024