Afgelopen weken kreeg Kunstenpunt meermaals dezelfde servicevraag, telkens in een lichtjes andere gedaante: “Hebben jullie zicht op het aandeel van [vul zelf een discipline in] in de subsidies via het Kunstendecreet?” Een antwoord formuleren op de vraag is echter minder voor de hand liggend dan op het eerste zicht lijkt.

De moeilijkheid zit onder andere in het systeem van zelfprofilering binnen het Kunstendecreet: indieners moeten een combinatie maken tussen een aantal mogelijke disciplines (en hun onderverdelingen); daarnaast moet er ook ingediend worden op een (of meerdere) van 5 functies. Dat alles leidt tot meer dan een half miljard mogelijkheden tot zelfprofilering, en dat maakt een antwoord op bovenstaande vraag er niet makkelijker op.

Daarnaast is er altijd de zoektocht naar de juiste gegevens om berekeningen te maken. De cijfers van het Departement Cultuur, Jeugd en Media zijn wel online beschikbaar, maar sommige gegevens ontbreken of worden maar gedeeltelijk ontsloten. Onderzoekers moeten daarom vaak manueel op zoek naar aanvullende of volledige gegevensbronnen, wat alweer niet bevorderlijk is voor een snel een eenuidig antwoord op de gestelde vraag.

In deze blogpost vertellen de onderzoekers van Kunstenpunt in detail hoe complex de vraag naar het aandeel van een discipline precies is. Je vindt er ook links naar de meest relevante bronnen van ruw cijfermateriaal.

Blijf je graag op de hoogte van sectorspecifiek nieuws en trends in de muziekindustrie? Schrijf je in voor onze sectormailing en we sturen geregeld updates jouw richting uit.