VI.BE

Steunpunt voor artiest
en muzieksector

Vitja Pauwels: “Muziek is een zoektocht naar schoonheid.”
© lucinde wahlen

Vitja Pauwels: “Muziek is een zoektocht naar schoonheid.”

Met bijna elke vinger zit Vitja Pauwels in een ander muzikaal project, van sidekick bij Naima Joris tot muzikale vuurverdeler bij Bombataz, en binnenkort gaat hij ook op tour met Early Life Forms. Tussen al die projecten door, bracht hij ook zijn prachtige solo-album uit, dat hij volgende week live brengt op Jazz Brugge. Hoog tijd dus voor een interview met de Brusselse gitaarvirtuoos. Omdat we graag wilden weten wat de Brusselaar zelf triggert in zijn muzikale queeste naar schoonheid, spraken we hem in de Gentse Vooruit, aka VierNulVier.

Sven De Potter

06.11.23

Features

Voor ondergetekende zal Vooruit altijd Vooruit blijven, culturele stronghold in barre tijden. Voor Vitja Pauwels is de plek voor een paar dagen een muzikale bivak waar hij met Naima Joris en Niels Van Heertum in residency werkt aan een nieuw muzikaal project. Altijd bezig, met andere woorden.
 
Bij het luisteren naar de Spotify-Vitja Pauwels artist radio, kwamen na het mooie ‘Muchacha’ (op ‘Drift By/Sink In’, nvdr.) achtereenvolgens songs van Portico Quartet, Bremer/McCoy, Nev Cottee en Doppelfinger langs. Allemaal nobele onbekenden, maar wel inspirerend. Jij kent ze wel?
 
“Ik moet je helaas teleurstellen, (lacht). Ik ken geen enkele van die bands, maar ik moet wel zeggen dat Spotify me vaak verrast. Het liefst van al laat ik me door mensen inspireren of beland ik bij nieuwe muziek doordat iemand me deze of gene artiest aanraadt, maar Spotify kan me soms even doen opkijken. Onlangs ben ik dagen blijven hangen bij de keuzes die het algoritme me voorschotelde. Dat zat echt vol fijne ontdekkingen.”

Stel dat je het algoritme zelf zou kunnen sturen, met welke muzikanten of bands zou je de luisteraars van jouw artist radio in contact brengen?
 
“Zeker Ry Cooder, Marc Ribot, Daniel Lanois, Bill Frisell … dat zijn toch de muzikanten die me – zeker voor ‘Drift by/Sink in’ - het meest beïnvloed hebben. Voor mij zijn het internationale, grote gitaarhelden. Maar ook hier in België lopen er natuurlijk heel wat straffe gitaristen rond, muzikanten die in de loop der tijd een eigen geluid opgebouwd hebben en ondertussen een vrij herkenbare signatuur hebben.

Ik denk maar aan Geoffrey Burton, Elko Blijweert, Mauro Pawlowski, Ruben Machtelinckx en zeker Frederik Leroux, een van de best bewaarde gitaargeheimen van België, zowel muzikaal als technisch. Leroux is van vele markten thuis, en is lang mijn mentor geweest. Hij heeft onlangs samen met Ruben Machtelinckx onder de naam Poor Isa een erg fijne banjo-plaat gemaakt,  ‘dissolution of the other’.”
 

Is het ontwikkelen van een signatuur iets waar jij bewust mee bezig bent?
 
“Neen, niet echt. Dat komt ook doordat ik in zoveel verschillende projecten werk, met telkens weer een andere insteek. Daarin probeer ik echt te differentiëren. Er bestaat niet één Vitja-sound, maar ik denk dat ik ondertussen wel een muzikale persoonlijkheid heb. Ik gebruik verschillende pedalboards en durf nu en dan wel eens dezelfde setting of tricks toe te passen, maar ik blijf zoeken naar interessante insteken. Als ik iets tien keer op dezelfde manier heb aangepakt, dan durft de verveling al eens toe te slaan. Vooral wat het maken van albums betreft, probeer ik niet altijd naar dezelfde dingen terug te grijpen. Al valt herhaling of het terugkeren van een bepaalde sound niet uit te sluiten, omdat de gitaar waarmee ik speel veel bepaalt. Een klassieke gitaar met nylonsnaren geeft totaal andere mogelijkheden dan een elektrische. Voor songwriting is zo’n klassieke gitaar interessant, terwijl ik met een elektrische veel vaker in de effecten duik en de whammy-bar gebruik. Nu ja, de persoonlijkheid zit hem los van al het materiaal eerder in de touchée en de verbeeldingskracht.”
 

Er bestaat niet één Vitja-sound, maar ik denk dat ik ondertussen wel een muzikale persoonlijkheid heb.

Vitja Pauwels

Voor elke mood een gitaar

In een interview liet je je eens ontvallen dat je niet durfde te zeggen hoeveel gitaren je had. Nu wel?
 
“Haha, ja hoor. Ik denk dat het er tussen de 20 en 30 zijn, wat best wel meevalt toch? En stel je daar niet te veel bij voor: de meeste gitaren die ik heb blinken uit in karakter en niet in prijs. Ik heb niet een specifiek go-to merk en kan helemaal enthousiast worden van obscure Italiaanse of Japanse merken. Meestal vintage of uit de jaren 1960, omdat de gitaren die toen gemaakt werden – ook de onbekende merken – kwalitatief echt wel kunnen wedijveren met budgetmerken van vandaag. Ik heb de indruk dat het gebruikte hout toen van hoogwaardiger was en het technische vakmanschap iets hoger lag. Ik heb me onlangs wel een nieuwe zwarte baritongitaar gekocht van Airline, een submerk van Eastwood, ze klinkt fantastisch.”

De meeste gitaren die ik heb blinken uit in karakter en niet in prijs.

Vitja Pauwels

Zou je jezelf een gearslut noemen?
 
“Niet meteen, maar waarschijnlijk is dat wel zo voor vrienden. Ik kan bijvoorbeeld wel verloren lopen op tweedehandssites, op zoek naar leuke pedaaltjes. Maar ik probeer me daarin niet te verliezen, want voor je het weet sta je te twijfelen of je je dat ene vintage effect van 1000 euro wel moet aanschaffen. Wat ik, voor de goede orde, niet doe, haha. Ik ben ook geïnteresseerd in allerhande snaarinstrumenten, niet enkel gitaren maar ook harpjes of niet-westerse instrumenten. Maar goed, wat pedaaleffecten betreft, heb ik voldoende. En ik vind het leuk om met een beperkt aantal toch alle mogelijkheden te exploreren.”
 
Of zoals het Duitse spreekwoord zegt: in die Beschränkung zeigt sich der Meister.
 
“Helemaal.”

(c) Lucinde Wahlen

(c) Lucinde Wahlen

Nu, je ziet er niet uit als een tafelspringer. Je soloproject straalt dat alleszins niet uit.
 
“Neen, maar ik ben in wezen wel nogal rusteloos. Muziek maken helpt om die rusteloosheid te kanaliseren. Ook het spelen van of luisteren naar muziek van anderen die rust uitstraalt of oproept kan mee veel voldoening geven. Maar als ik moet kiezen, dan speel ik liever zelf; en de verschillende projecten vullen allemaal een ander verlangen in of sluiten aan bij een stuk van mijn persoonlijkheid. Met Bombataz kan het soms funky-fel gaan, met heel veel dansbare elementen. Ik heb die uitlaatklep nodig. Ik zie me alleszins niet als een muzikaal kluizenaar door het leven gaan. Twee jaar zou ik dat volhouden. Of wacht, dat heb ik al gedaan (lacht). Mijn muzikale pad slingert organisch van het ene naar het andere project. Ondertussen staat er een nieuw project in de steigers, Early Life Forms, met Frederik Leroux (op baritongitaar), Laurens Dierickx (Hammond orgel, cf. Absynthe Minded, nvdr.) en Casper Van De Velde (drum, cf. Schntzl, Bombataz, nvdr.), een heel genereuze band waarin we ons allemaal kunnen uitleven. Ik vind dat minstens even leuk als solo spelen.

Mijn verschillende projecten vullen allemaal een ander verlangen in of sluiten aan bij een stuk van mijn persoonlijkheid.

Vitja Pauwels

Je bent een homo ludens, een spelende mens. Je hebt al op talloze albums meegespeeld. Er staat – bij wijze van spreken – al heel wat van je muziek in steen gebeiteld. Hoe hou je voor jezelf interessant wat je speelt? Ik kan me inbeelden dat je graag – ook als iets vastligt op plaat – ruimte krijgt voor andere interpretaties.

“De meeste bands waarin ik zit, hebben amper vaste partijen. Het is sowieso altijd een beetje herontdekken en elke uitvoering is per definitie anders. Dat houdt het wel spannend. Live spelen is sowieso nodig, zeker om het financiële plaatje te laten kloppen. Maar het werk in de studio vind ik het leukst. Ik kan daar echt naar uitkijken, zowel om eraan te beginnen als om het af te sluiten. Als de muziek opgenomen is, is het klaar en kan ik – bij wijze van spreken – verder met het leven. Want zo lang het in de lucht hangt, blijf ik ermee bezig. En achteraf kan ik de opname live weer op een andere manier interpreteren of misschien zelfs optimaliseren. Waardoor ik vaak de gedachte krijg: “Ah, ik had het zo moeten opnemen!” (lacht). Maar goed, een studiosessie is een momentopname. Op een bepaald moment moet je dat gewoon kunnen loslaten.”

Het werk in de studio vind ik het leukst. Ik kan daar echt naar uitkijken, zowel om eraan te beginnen als om het af te sluiten.

Vitja Pauwels

Inspiratie

“Ik zit vrijwel nooit verlegen om inspiratie. Zodra ik wakker word, neem ik een gitaar vast en begin ik te tokkelen. Soms vloeit er uit die matinale sessies iets voort, soms blijft het bij wat vrij spelen. Het gebeurt soms dat ik ’s nachts droom dat ik bij een concert ben van een mij onbekende band, en ik dan wakker word om wat ik net droomde op te schrijven of in te spreken. Maar als ik dan ’s ochtends kijk wat ik heb opgeschreven, dan blijk ik er vaak – hoe gedetailleerd mijn nachtelijke muze ook was – geen touw meer aan te kunnen vastknopen. Wat tijdens de droom mega-kleurrijk en gelaagd was, wordt bij het ontwaken iets heel vluchtigs. Maar goed, meestal starten nieuwe songs bij een harmonisch idee, opeenvolgingen van akkoorden, een bepaalde tuning of een melodie.”
 
Misschien moeten we het even hebben over AI en muziek. Jij bent naast begenadigd muzikant ook een gediplomeerd burgerlijk-ingenieur architect. Wiskunde en muziek liggen heel dicht bij elkaar. En AI lijkt daar wel de lijm te zijn.

“We hebben lang nog niet alle mogelijkheden ontgrendeld, hé. Zelf ben ik er nauwelijks of niet mee bezig, maar ik heb er alleszins geen schrik voor. Je hoort wel eens dat AI de creativiteit zal fnuiken, maar ik denk dat het net iets positiefs kan zijn. Songs maken via prompts, die voor een leek klinken als een echt muziekwerk, en dus ook emoties oproepen. Maar ik zit daar niet op te wachten, tenzij we op zoek zijn naar generische muziek? Popmuziek is zodanig aan een keurslijf onderworpen dat het inderdaad gereduceerd kan worden tot formules. Maar ik geloof nog niet in de authentieke zeggingskracht of de baanbrekende creativiteit van AI. Misschien komt dat nog. Waar AI in de tussentijd handig voor is, is bijv. om alle tussenschakels te vergemakkelijken, van het voorschotelen van generische ideeën of klanken (gebaseerd op input) tot het maken van arrangementen of mixen ‘in de stijl van …’. We gaan sowieso met AI te maken krijgen, vooral in de commerciële hoek, denk ik. Misschien zet het mensen aan om zich unieker te uiten en zich te onderscheiden van de AI-eenheidsworst.”

Heb je iets overgehouden aan die studies burgerlijk-ingenieur dat je vandaag nog gebruikt?
 
“Jazeker! Dankzij de vakken wiskunde, informatica, etc. ben ik vandaag wel sneller mee met bepaalde muzieksoftwareprogramma’s zoals Max/MSP, wat voor sommige mensen misschien wel een drempel kan zijn. En sowieso het nadenken over design en proporties, iteraties maken van hetzelfde basisidee. Er is ook een gelijkenis tussen 3D-sculpturen, fysieke texturen en sound design. Wat me ook bijblijft, is de thesis die ik maakte, waarin ik met een minimaal aantal componenten een maximaal aantal brugmodellen moest maken, met verschillende overspanningen, hoogteverschillen en dergelijke. Dus, hoe kan je met weinig toch creatief het onderste uit de kan halen? Het is iets dat ik vandaag nog toepas, voor mij is dat een constante. Maak het niet te moeilijk, en werk met wat er is. Al betrap ik mezelf er ook op dat ik van een idee eerst tien pistes wil onderzoeken voor ik een keuze maak. Maar steeds vaker blijf ik bij het initiële idee, en zoek ik tot ik vind waar ik blij van word.”

Hoe kan je met weinig toch creatief het onderste uit de kan halen? Het is iets dat ik vandaag nog toepas, voor mij is dat een constante.

Over blij worden. Met welke akkoorden mogen we je altijd wakker maken?
 
“Dat kan van alles zijn, maar het zou wel cool zijn, mocht er een programma bestaan dat je elke ochtend met drie random akkoorden wekt, maar daarvoor een keuze maakt uit twee modi. Dat het programma uit twee verschillende toonaarden akkoorden kiest en zo bij intersecties belandt die je op het eerste gezicht niet verwacht. Voor mij is dat ook vaak de sleutel tot een compositie. Heel veel songs van The Beatles zijn trouwens gemaakt uit de combinatie van akkoorden uit twee modi of combineren twee toonladders. Majeur en mineur, met bijvoorbeeld één akkoord uit de mineur toonladder en drie akkoorden uit de majeur toonladder. ‘Modal interchange’ heet dat principe. Daar valt te ontdekken, en te herontdekken.”

Op zaterdag 18 november zie je Vitja Pauwels live aan het werk op Jazz Brugge. Hij maakt deel uit van de officiële Belgium Booms selectie, en kan zich zo tonen aan het brede publiek, maar ook aan een beperkte internationale delegatie van jazzprofessionals. Deze delegatie wordt door Belgium Booms, Jazz Brugge en de muzikanten samengesteld, om zo de Belgische scene de juiste aandacht te bezorgen.

Maak kennis met de officiële Belgium Booms selectie op Jazz Brugge ’23

Promo adverteren

Reclame