Van Popraad tot muziekscene: hoe repetitieruimtes het muzikale weefsel versterken
Wie Sint-Niklaas zegt, denkt al snel aan Hooverphonic, Alioth of Kids with Buns. Je kan er namelijk niet omheen: er zit muziek in de Sint-Niklase wateren. De laatste jaren bougeert er muzikaal nogal wat in de Wase parel. En nu er ook een nieuw repetitiecomplex is, kan het niet anders of Sint-Niklaas wordt binnen afzienbare tijd één van dé muzieksteden van Vlaanderen.
We gingen op een bijzonder stormachtige januarimiddag op audiëntie bij de bezielers van het nieuwe repetitiecomplex. Kopje koffie dabei en los kwamen de tongen. Je hoorde het hart tussen de bedrijven door hard slaan.
“De vraag naar een ruimte waar bands en artiesten konden repeteren, bestond al lang”, steekt Tijl Wymeersch (Teamcoördinator Jeugd) van wal. “En dat zowel bij muzikanten als bij het lokaal bestuur. In 2018 hebben we samen met VI.BE een Popraad georganiseerd om de muzikale temperatuur in Sint-Niklaas te meten en te weten te komen wat er precies leefde én waar het muzikanten aan ontbrak. Uit die druk bijgewoonde Popraad werd duidelijk dat er nood was aan zowel scene- en communitybuilding, meer podiumkansen en – wat heel duidelijk naar voren kwam – degelijke repetitieruimtes. Vooral dat laatste bleek een grote lacune. In Sint-Niklaas vond je wel een aantal privéruimtes waar artiesten konden repeteren, maar de meeste bands zaten in garages, oude boerderijen of andere plekken, en trokken naar andere steden, zoals Gent, Antwerpen.
Het huidige lokale bestuur ging aan de slag met de resultaten van de Popraad, en focuste daarbij hard op de urgente vraag naar repetitieruimtes. En maakte een budget vrij. We hadden vooraf wel al gepolst bij een aantal private investeerders om het verhaal te helpen dragen, maar dat bleek allemaal niet zo vanzelfsprekend. Privé-investeerders willen uiteraard graag hun centen terugverdienen, maar met het verhuren van repetitiekoten zou dat wel eens heel erg lang kunnen duren. De oplossing kwam vanuit het bestuur zelf: Bart (De Bruyne, de schepen voor jeugd) had het plan geopperd om de bouw van de repetitieruimtes in eigen handen te nemen, en deze te laten uitbaten door jeugdhuis Kompas.”
het huidige lokale bestuur ging aan de slag met de resultaten van de popraad, en focuste daarbij hard op de urgente vraag naar repetitieruimtes. en maakte een budget vrij.
tijl wymeersch
Bart: “Ik sprak de eigenaars van Het Binnenwerk, het pand waar we uiteindelijk deze repetitieruimtes hebben gebouwd, en ook zij bleken ooit met het plan te hebben gespeeld om hier repetitieruimtes te bouwen, maar aangezien ze daar niet de centen voor hadden en niet wisten hoe ze die ruimtes moesten uitbaten, hebben ze dat idee laten varen. We zagen daar uiteraard meteen een mooie kans. Wij konden wél investeren, zonder dat het meteen iets moest opbrengen. Toen we ook lucht kregen van het feit dat ze dit pand wilden verbouwen, hebben we de koppen bij elkaar gestoken. Op het plan om hier repetitieruimtes te voorzien, reageerden ze heel enthousiast. Maar daarmee hadden we nog geen uitbater.
Dat de repetitieruimtes er kwamen stond dus vast, maar toen kwam de vraag: wie zal de uitbating ervan op zich nemen? Je kunt zoiets niet overlaten aan de mensen die voor de stad werken. Toevallig bleek OJC Kompas hier elke maand al een open café te houden, en kwamen er zo nu en dan eens bands langs. OJC Kompas was op dat moment een zwervende VZW en op zoek naar een vaste stek. Die twee zaken leken perfect op elkaar af te stemmen, en zo geschiedde: OJC Kompas vond een nieuw onderdak en nam er meteen de uitbating van de repetitieruimtes bij. En zo is de puzzel stilaan mooi in elkaar gevallen. Nadat we een ontwerper en een architect met kennis van zaken hadden gevonden, kon de concrete uitwerking van het plan beginnen.”
Akoestiek: een delicaat gegeven
Talloos zijn de muzikanten die ooit aan de slag gingen met eierkartons, isolatiemateriaal of matrassen tegen de muur. En groot was wellicht de verbazing toen bleek dat de ingenieuze plannen om een hok geluidsdicht te maken, uitdraaiden op een halve teleurstelling. Een degelijk repetitiehok bouw je niet zomaar. Bij het bouwen van een repetitieruimte komt heel wat kennis van zaken kijken.
“Dat is zeker zo,” vertelt Kristof De Lange (Architectenbureau Kristof De Lange), de architect die het hele project uittekende en superviseerde. “De moeilijkheid bij een repetitiehok is dat je er rekening mee moet houden dat eender welk klein kiertje, gat of scheurtje je hele, vooraf uitgekiende plan, tenietdoet. Het is dus zaak om heel secuur te werk te gaan en vooraf een zeer duidelijk plan op te maken.
Bijkomende uitdaging hier was dat we op de eerste verdieping zitten en dat we rekening moesten houden met het gewicht. Bouw je een repetitiehok op het gelijkvloers, dan hoef je je weinig aan te trekken van welk soort materialen je gebruikt. Hoe meer gewicht je kunt toevoegen, hoe makkelijker je akoestisch kunt isoleren. Dat was hier wel even anders. Het was dus zaak om zo licht mogelijk te bouwen, met een maximale geluidsbeperking.
Nu, de ervaring hadden we wel al, want met deze repetitieruimtes zijn we niet aan ons proefstuk toe. Hier was het vooral de uitdaging om de binnenbox (het repetitiehok zelf) en de buitenbox akoestisch zo goed mogelijk van elkaar te scheiden. Op plan is dat heel eenvoudig – twee lijntjes tekenen en klaar - maar het echt realiseren, dat is een ander paar mouwen. Want stel dat je de twee ruimtes onopzettelijk aan elkaar koppelt doordat er een vijs te ver is doorgedraaid, dan is al je werk voor niets geweest. En als je weet dat je de akoestiek pas op het einde van de rit kunt testen, dan zal het je niet verbazen je dat we hier bij de oplevering ervan met een klein hartje stonden te luisteren. De eerste keer dat we de ruimtes testen, bleken de deuren nog niet helemaal geluidsdicht te zijn, en dat zorgde hier en daar wel voor wat gefronste wenkbrauwen. Maar uiteindelijk kwam het toch nog allemaal in orde (lacht).”
Bart: “Er was bovendien een mooie en nauwe samenwerking met Atelier Piraat, het designbureau dat de uitvoering van de ruimtes voor hun rekening nam. Er was een heel open communicatie tussen de architect en Atelier Piraat, waardoor er snel bijgestuurd kon worden.”
de moeilijkheid bij een repetitiehok is dat je er rekening mee moet houden dat eender welk klein kiertje, gat of scheurtje je hele, vooraf uitgekiende plan, tenietdoet
kristof de lange
Spannende testfase
Je kan een repetitiehok pas naar waarde schatten als je er muziek in maakt. En het liefst meteen luid genoeg. “Er zijn toch wel een aantal heavy bands de revue gepasseerd,” zegt Seppe Batens, een van de drijvende krachten achter OJC Kompas. “Walfang, bijvoorbeeld. Dat was stevige paté. Maar het hok doorstond de proef met glans. We hebben wel nog de binnenakoestiek moeten aanpassen, want het galmde te veel. Dat hebben we gelukkig makkelijk kunnen oplossen met akoestische panelen.”
Kristof: “Twaalf ton bouwmateriaal houdt zelfs de stevigste metalband tegen (algemene hilariteit). Vertaal je dat naar een gelijkaardig bouwproject op de begane grond dan mag je dat gerust maal drie doen. Voor elke repetitieruimte hebben we gewerkt met drie lagen. Eén laag volstaat om een gewoon gesprek te dempen, maar om de lage tonen uit een ruimte te halen, heb je meer nodig. Bas, drum, … om die frequenties eruit te filteren, hebben we de vloeren ontkoppeld en laten zweven. Heel de binnenbox is één zwevend geheel, met daarrond een schil. Ook over de ventilatie hebben we goed moeten nadenken, want je kunt een ruimte dan wel geluidsdicht maken, je hebt wel gezonde lucht nodig.”
twaalf ton bouwmateriaal houdt zelfs de stevigste metalband tegen
kristof de lange
Uitbating: OJC Kompas!
Nieuwe repetitieruimtes, dat is één, maar er moeten uiteraard ook bands en artiesten zijn die er komen spelen. En dat leek eerst een beetje moeilijker te verlopen. Oudere bands en artiesten vonden snel hun weg naar Het Binnenwerk, maar de jongere generatie bleef weg. “In het begin was het een beetje zoeken,” beamen Seppe Batens en Gilles De Boeck van Kompas. “Dankzij een samenwerking tussen de stad, De Casino en ons, werd een promocampagne uitgerold en nam Alioth, artist in residence bij De Casino, tijdelijk zijn intrek in één van de koten. Stilletjes aan zagen we een stijging in de bezetting. Met dank aan De Casino, die hard mee aan de kar duwen.”
“Sinds januari zijn de ruimtes populairder. Het heeft inderdaad wat tijd gekost, maar op korte tijd kregen we een verdubbeling. En met de opening van het derde hok, is het succes nog toegenomen. Daar zijn we uiteraard heel opgetogen over. Je moet weten dat het hier heel laagdrempelig is. Bands en artiesten kunnen repeteren van 10u ’s ochtends, tot 23u ’s avonds, met telkens een half uur change over. Reserveren doen ze via de site van OJC Kompas, per drie uur. Hier staan versterkers, drums, zanginstallaties, xlr-kabels, microfoons …. Daar betaal je iets meer voor, maar dat is heus niet het einde van de wereld.”
Seppe: “Iedereen krijgt een badge, er is een lift … er werd echt aan alles gedacht om alles zo vlekkeloos te laten verlopen.”
Tijl: “Die badge is wel een belangrijk onderdeel van de hele werking: elke band krijgt na een informeel intakegesprek een badge, na het tekenen van een contract. Met die badge kun je zowel via de voor- als achterdeur binnen. Verder zijn er opbergboxen, is er een reservatiemodule … alles gebouwd op basis van de data die we kregen uit de resultaten van de Popraad.”
Seppe: “Tijdens de werkuren is hier altijd iemand, mochten bands met vragen zitten. Er is altijd een heel fijne sfeer. Trouwens, bands kunnen ook iets drinken, zelfs als er niemand aanwezig is. Dan rekenen we op de eerlijkheid, en rekenen we achteraf af. Hier ontstaan mooie vriendschappen.”
“Het feit dat er nu repetitieruimtes zijn, vergroot ook de synergie van Het Binnenwerk. Hier zaten al andere creatievelingen, en dankzij de aanwezigheid van muzikanten, ontstaan mooie kruisbestuivingen. Ook tussen de muzikanten zelf ontstaan mooie samenwerkingen. Daarbij komt dat een muziekhub als deze meteen ook aanleiding geeft voor het ontstaan van een hechte scene. Iedere muzikant weet hoe belangrijk een scene is, hoe je van daaruit kunt groeien. En dat is nu het geval. De repetitieruimtes vormen de lijm van een bloeiende Sint-Niklase muziekscene.”
Iedere muzikant weet hoe belangrijk een scene is, hoe je van daaruit kunt groeien. en dat is nu het geval. de repetitieruimtes vormen de lijm van een bloeiende sint-niklase muziekscene.
seppe baten
Bart: “Dat is zeker zo. En daaraan ontbrak het hier toch wat. Sint-Niklaas is – los van het feit dat het een goeie band is – meer dan Hooverphonic. Je hebt nu ook Jan Verstraeten, Pauwel, Blck Mamba, Alioth, Kids with Buns, K1D, Woodie Smalls … en zoveel anderen. Met de aanwezigheid van een concertzaal als De Casino, OJC Kompas, Het Hemelrijk, Den Eglantier … en een aantal andere muziekcafés was er al een duidelijke muziekcultuur. Nu vind je die homogeen terug in Binnenwerk.”
Seppe: “De mogelijkheden zijn eindeloos: Pauwel De Meyer zou hier binnenkort gitaarlessen beginnen geven. Ook daarin kunnen we groeien.”
Tijl: “Ik merk dat de Sint-Niklase muziekscene wel een momentum kent. Er bougeert het een en ander. De Casino heeft sinds een tijdje een clubstage, Het Hemelrijk en Den Eglantier programmeren jonge bands, JC Den Eglantier verbouwt dit jaar haar zalen, het lokale rockconcours, de Lawijtstrijd, maakt in 2023 haar terugkeer en werd een samenwerking tussen muziekspelers uit Sint-Niklaas, Lokeren en Stekene… en daartussen zitten ook artiesten die hier hun eerste stappen zetten. De drempel van repetitiehok naar podium wordt kleiner.”
Seppe: “We organiseren hier soms akoestische optredens. Voor beginnende bands is de eerste keer live spelen, in een veilige omgeving, een stap in de richting van meer. En dat kan hier ook.”
Deugdzaam muziekbeleid
De repetitieruimtes kaderen binnen een groter muziekbeleidplan. Het is een radertje dat van Sint-Niklaas opnieuw een aantrekkelijke muziekstad moet maken. “Het is een mooie stap in de goede richting”, aldus Bart De Bruyne. “Met het lokaal bestuur willen we echt werk maken van een deugdzaam muziekbeleid, omdat je net zoals ons goed weet: music is the answer.”
Reclame