VI.BE

Steunpunt voor artiest
en muzieksector

Nathan Daems : “Luxe dat ik als professionele muzikant geen compromissen moet maken.”
nathan daems © lucinde wahlen

Nathan Daems : “Luxe dat ik als professionele muzikant geen compromissen moet maken.”

Nathan Daems, bekend van onder meer Black Flower en Echoes Of Zoo, is wat je kan noemen een bezige bij en dat is nog een understatement. Wij praatten met de Brusselse multi-instrumentalist over zijn liefde voor zijn instrumenten, (verre) reizen, helden en het muzikantenbestaan.

Lennert Hoedaert

25.11.21

Features

Balkanmuziek, klassieke Turkse muziek, Noord-Indische klanken, rembetiko, ethiojazz, afrobeat, Braziliaanse en West-Afrikaanse voodooritmes, noem maar op: Nathan is er helemaal in thuis. Het verbaast dan ook niet dat hij een breed scala aan blaasinstrumenten, vooral verschillende saxofoons en fluiten, bespeelt. Zo behoren ook de klassieke fluit, de Turks-Bulgaarse kaval, de Turkse ney, de Ethiopische washint en Nyahbingi –een Jamaicaans percussie-instrument– tot zijn muzikale speeltuin.

Op het moment van het uitschrijven van het interview heeft hij net met Echoes of Zoo –de energieke psychedelische jazz band die hij vormt met Bart Vervaeck, Lieven Van Pée en Falk Schrauwen– op Womex in Portugal, één van de grootste internationale folk- en wereldmuziekmeetings ter wereld, gespeeld. Ongetwijfeld gaan de vier daar indruk gemaakt hebben op een internationaal publiek.

Met zijn andere project Trance Plantations –ook met Falk Schrauwen– haalt hij meer invloeden uit voodoo, trance en tribale stammen. Dan is er uiteraard ook nog Black Flower –samen met Jon Birdsong (cornet), Simon Segers (drums), Filip Vandebril (bas) en Wouter Haest (orgel)– die het nu even kalmer aan doen. “Na een pauze van een paar maanden gaan we volgend jaar een nieuwe plaat uitbrengen. Ik mag nog niet zeggen met wie maar we hebben voor het eerst samengewerkt met een zangeres”, kan hij alvast verklappen.

Nog een ander opvallend project van Daems is Ragini Trio, dat hij oorspronkelijk vormde met STUFF.-drummer Lander Gyselinck en nu een internationaal gezelschap is met Marco Bardoscia (bas), Bojan Z (piano) en zangeres Sawani Mudgal. Alsof dat allemaal nog niet genoeg is, werkte Daems in het verleden ook nog samen met onder anderen Tcha Limberger, The Gaslamp Killer, Warhaus, Dijf Sanders, Stef-Kamil Carlens, Lady Lynn, Sylvie Kreusch en ga zo maar door.

Hoe slaag je erin om alle projecten uit elkaar te houden en het overzicht te bewaren? 

“Soms zit ik bijna aan mijn limiet, maar ik kan de grens vrij goed bewaren. Door corona zit ik nog niet aan een voor 100 procent gevulde agenda en heb ik nog altijd tijd genoeg om mij voor te bereiden. Veel concerten spelen is geen probleem voor mij, het moeilijkste is het feit dat ik verschillende instrumenten speel. Enerzijds is dat tof omdat dat voor variatie zorgt en het mij fris houdt, anderzijds is het best intens om alle instrumenten technisch te onderhouden. Daardoor moet ik elke dag studeren; soms het ene instrument, soms het andere. Ik speel bijvoorbeeld verschillende fluiten van verschillende lengtes, waardoor ik mijn mondstand constant moet aanpassen. Net dát technische aspect is voor mij een grotere uitdaging. Verschillende repertoires onthouden gaat mij wel goed af. Onlangs heb ik gelezen dat het geheugen werkt op een heel speciale manier op vlak van muziek. Een album dat ik 20 jaar niet gehoord heb, kan ik nog perfect mee zingen. Melodieën en structuren onthouden gaat vlot omdat mijn brein op die manier gevormd is.”

Welk instrument vergt het meeste technische onderhoudswerk?

“Qua precisie is dat ongetwijfeld de Turkse ney, qua fysieke uithouding is het de baritonsax. Technisch gezien heb ik de sax al goed onder de knie want ik bespeel het instrument sinds ik 10 jaar ben. De ney speel ik nog maar acht jaar, dus ik heb het gevoel dat ik daar nog wat studiewerk nodig heb. Anderzijds heb je voor de ney weinig fysieke conditie nodig. De mondspieren die ik nodig heb om de baritonsax te spelen, moet ik wél voortdurend onderhouden. Dat is topsport. Kort samengevat: elk instrument is een andere uitdaging.”

Een album dat ik 20 jaar niet gehoord heb, kan ik nog perfect mee zingen.

nathan daems

Kan je kort uitleggen hoe je al die instrumenten ontdekt hebt?

“Toen ik aan het conservatorium studeerde, werd ik gevraagd om de klassieke fluit te spelen. Ik vond dat wel tof om in te studeren, maar ik voelde er nog niet de passie voor. Ik had wel al lang een fascinatie voor oosterse fluiten maar die waren zeer moeilijk om te spelen. Tot een vriend mij een Bulgaarse kaval cadeau gaf. De eerste maanden dat ik het instrument had, kreeg ik er geen toon uit, maar op de een of andere manier was ik toch gemotiveerd om het instrument te willen spelen. Achteraf gezien heb ik misschien wat te lang gewacht om eraan te beginnen. Na de kaval wou ik de ney leren spelen. Qua techniek is het vergelijkbaar met de overstap van de sax naar de klarinet. Vandaag kan ik nog altijd niet kiezen tussen beide omdat ik beide instrumenten super graag speel. Toen ik het bestaan van de washint ontdekt had, heb ik meteen iemand gecontacteerd in Ethiopië. Het was het eerste instrument dat ik ooit vasthad en meteen kon spelen. Dat was het tegenovergestelde van de ney, waar ik jaren op heb zitten zwoegen.”

Wat drijft je om al die instrumenten te leren? Is het een constante drang om jezelf te vernieuwen?

“Ik heb in alle groepen waarin ik speel de nood om andere klanken te brengen. Ik heb het gevoel dat ik met één instrument niet alle sferen kan neerzetten die ik wil neerzetten. Als ik iets in mijn hoofd heb dat iets weg heeft van een rock riff, dan neem ik mijn baritonsax. Voor iets dat bijvoorbeeld meer ijl en uitgesmeerd klinkt, neem ik mijn ney. Instrumenten lenen zich tot specifieke sferen en dat is de reden waarom ik naar verschillende instrumenten grijp. Zo krijg je een rijker klankenpalet.”

Ik heb het gevoel dat ik met één instrument niet alle sferen kan neerzetten die ik wil neerzetten.

nathan daems

Waar komt die brede fascinatie voor zoveel verschillende genres en klanken vandaan?

“Ik heb altijd naar veel verschillende genres geluisterd. In de nineties was Rage Against The Machine mijn favoriete band. Ik zie mij nog altijd headbangen op mijn kamertje op hun klassiekers. Nadien begon ik achtereenvolgens naar hiphop, reggae en West-Afrikaanse muziek te luisteren. Vervolgens begon ik te reizen naar de Balkan en India. Als je op een bepaalde plek komt, versta je waarom de muziek zo klinkt. Er is een mega groot verschil tussen een optreden van een balkanband in België en een optreden in een dorp in Servië. Je zit op een terras raki te drinken en plots begint een lokale band te spelen tot 's ochtends vroeg; dan begrijp je ineens waarom dat nummer zo grooved, zo vrolijk of zo triestig klinkt. Traditionele folkmuziek is iets van vele generaties, het is een stijl die eeuwenlang groeit. De beste melodieën worden onthouden, de middelmatige worden vergeten. Dan voegt iemand er iets aan toe dat iedereen overneemt. Er is een soort collectieve intelligentie over verschillende generaties heen en dat creëert een soort kwaliteit in de muziek die één iemand nooit zou kunnen bedenken.”

Reizen is een belangrijk element binnen je muzikale evolutie. Heb je nog andere voorbeelden van muzikale trips die je nog lang zullen bijblijven?

“Het eerste waar ik aan denk is een van mijn reizen in het binnenland van Griekenland. In een klein dorpje speelde een bandje met een zurna –een dubbelriet volkshobo– en davul, in openlucht. Ze speelden luide maar zeer trancy volksmelodieën. Het optreden begon om 9 uur 's avonds en eindigde pas om 8 uur 's ochtends. Fascinerend is dat het concept van davul en zurna van Oost-Europa tot India te vinden is, in verschillende variaties. Het is heel hardcore muziek met snerpende melodieën en opzwepende ritmes. En dat een hele nacht lang.”

“Daarnaast heb ik ook in India vaak zotte concerten gezien, soms zelfs in dodgy kelders voor heel weinig volk. Wat mij daar vooral opviel, is dat het muziek is van duizenden jaren oud is en samenvalt met de cultuur, poëzie en religie. Ook wordt het door de bevolking op een heel ander niveau gespeeld; iedereen blijft daar leerling tot zijn 40 of 50 jaar, en dan ben je pas iemand die als een maestro concerten kan geven.”

Traditionele folkmuziek is iets van vele generaties, het is een stijl die eeuwenlang groeit. De beste melodieën worden onthouden, de middelmatige worden vergeten.

nathan daems

Kan je nog specifieke muzikanten noemen die je tot op vandaag inspireren?

“Sowieso Tcha Limberger (Manoesj-muzikant die wereldwijd gerespecteerd wordt in een muziekstijl die cultureel gezien niet eigen is). Ik heb al vaak met hem samengespeeld en ondertussen is hij een goede vriend geworden. Tcha speelt samen met de crème de la crème van de folkmuziek in verschillende stijlen en culturen, dat is bijna bovenmenselijk. Hij spreekt ook nog eens alle talen die gelinkt aan die genres, of het nu Roemeens, Hongaars of Grieks is. Als ik mezelf lui vind of minder zin heb om te spelen, dan denk ik aan Tcha. Hij is een uitzonderlijk muzikant.”

We kunnen ook stellen dat jij in verschillende bands samen speelt met de crème de la crème van de Belgische jazz- en wereldmuziek.  

“De muzikanten met wie ik samen speel, vind ik zelf ook super spectaculaire mensen van wie ik energie krijg, zowel op het moment zelf als achteraf. We hadden onlangs een fotoshoot met Black Flower en ik dacht: ‘dat wordt weer de max als we gaan samen spelen binnen een paar maanden’. Ik voel me zo gelukkig dat ik met zo'n kanjers kan samenspelen. Ze hebben allemaal een specifiek muzikaal karakter en geloven in wat ze doen, zowel op als naast het podium.”

De muzikanten met wie ik samen speel, vind ik zelf ook super spectaculaire mensen van wie ik energie krijg, zowel op het moment zelf als achteraf.

nathan daems

Hoe belangrijk zijn liveshows voor jou?

“Zeer belangrijk, want uiteindelijk is dat de essentie. Muzikant zijn gaat ook over componeren, oefenen en opnemen in de studio, maar allemaal met één einddoel: concerten spelen voor een live publiek. Live ervaar ik een positieve druk dat het goed moet zijn. Daarom gaan mensen zo graag naar livemuziek kijken; iedereen leeft extreem in het moment, dat geeft een soort levenskracht die je voortstuwt en zorgt zowel voor band als publiek voor een zeer kwalitatieve ervaring.”

Wanneer wist jij dat je professioneel muzikant zou worden?

“Ik heb sociaal werk gestudeerd na het middelbaar. Ik weet nog goed dat een leraar van mij zei dat professionele muzikanten altijd compromissen moeten maken, maar dat gevoel heb ik niet. Toen ik afgestudeerd was als sociaal werker, wou ik alleen maar muziek spelen, dus ben ik begonnen aan het conservatorium. Als het niet lukt om van muziek te leven, dan lukt het niet, dacht ik, maar ik zou het wel geprobeerd hebben. Ik was toen 21 of 22 jaar. Ik heb ooit wel met lichte tegenzin op recepties moeten spelen, maar ik dacht altijd dat het een goede oefening was. Vandaag heb ik de luxe om daar nee tegen te kunnen zeggen.”

“Ik heb het geluk dat ik kan doen wat ik graag doe en dat is iets waar ik dag en nacht door geobsedeerd ben. Ik droom zelfs vaak over muziek en heb nog altijd het gevoel dat mijn verbeeldingskracht sterker en sterker wordt met de jaren. Onbewust ben ik altijd bezig met muziek. Zelfs als ik aandachtig naar een film kijk, is er een deel van mijn bewustzijn nog bezig met de muzikale oefening die ik die dag deed. Het is een soort brainwashing, maar ik denk dat dat ook geldt voor een schilder of filmmaker”, besluit Daems lachend.

Ik heb het geluk dat ik kan doen wat ik graag doe en dat is iets waar ik dag en nacht door geobsedeerd ben.

nathan daems

Sabam september

Reclame