Internationale presentatieprojecten (IP)
Internationale presentatieprojecten werden in 2022 in het leven geroepen. Vroeger moest je via de klassieke projectsubsidies binnen het Kunstendecreet om steun te krijgen voor het opzetten van concerten in het buitenland, maar daar is nu dus een apart instrument voor.
Je kan een projectsubsidie en een IP trouwens ook combineren, door bijvoorbeeld eerst een projectsubsidie binnen de functie productie aan te vragen en tegelijk of later ook een IP voor de presentatie van die productie in het buitenland. Daarnaast kan je ook gewoon meerdere functies aanduiden in een dossier voor een IP.
De IP moet ook worden onderscheiden van de TIP (Tegemoetkoming voor Internationale Presentatiemomenten). Waar de TIP vooral bedoeld is om reiskosten te dekken, kan je met een IP veel verder gaan. Het maximumbedrag ligt beduidend hoger omdat ook productiekosten en vergoedingen van artiesten en omkadering in aanmerking komen. Deze twee subsidielijnen kunnen ook niet gecombineerd worden voor hetzelfde project.
Als de kosten voor het organiseren van bepaalde concerten in het buitenland oplopen, kan deze subsidie aangevraagd worden door:
-
Een bij de presentatie betrokken artiest;
-
Een bij de presentatie betrokken organisatie, tenzij die een werkingssubsidie van meer dan 400.000 euro toegekend kreeg;
-
Een kunstwerker die als bemiddelaar optreedt voor de presentatie van één of meerdere kunstenaars of organisaties (boekers of managers);
-
Een buitenlandse organisatie die artiesten programmeert die in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad gevestigd is. Zij kunnen de aanvraag ook in het Engels doen.
Het moet gaan over presentatieplekken met internationale uitstraling en er wordt altijd rekening gehouden met de prioritaire landen en regio’s in het Vlaams internationaal cultuurbeleid. Als je voor een ander land of regio kiest, zal je goed moeten motiveren waarom. Voor de periode van 2021-2025 gaat het concreet over:
-
de Franse en Duitstalige Gemeenschap
-
de buurlanden (Nederland, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk) en Ierland
-
sterke regio’s zoals Catalonië, Baskenland, Schotland en Wales
-
de Noordelijke landen (Denemarken, Finland, Noorwegen, Zweden) en de Baltische staten (Letland, Estland en Litouwen)
-
Italië en Oostenrijk
-
de Noord-Amerikaanse grootsteden, die zeker voor kunsten een belangrijke exportbestemming zijn, maar door de omvang en de aard van de markt (sterke Angelsaksische focus) voornamelijk voor meer gevestigde artiesten haalbaar zijn
-
Zuid-Afrika, als langdurig partnerland waarbij cultuur een belangrijk onderdeel vormt van de samenwerking
-
Marokko, waarbij de samenwerking rond het Vlaams-Marokkaans culturenhuis Darna een aanknopingspunt kan bieden voor andere dossiers.
De aanvraag gebeurt zoals bij alle Vlaams subsidies via KIOSK. Hou goed rekening met de volgende deadlines:
-
Start je internationaal presentatieproject tussen 1 februari en 30 april? Dan dien je uiterlijk in op 31 oktober van het voorgaande jaar.
-
Start je internationaal presentatieproject tussen 1 mei en 31 juli? Dan dien je uiterlijk in op 31 januari van hetzelfde jaar.
-
Start je internationaal presentatieproject tussen 1 augustus en 31 oktober? Dan dien je uiterlijk in op 30 april van hetzelfde jaar.
-
Start je internationaal presentatieproject tussen 1 november en 31 januari van het volgende jaar? Dan dien je uiterlijk in op 31 juli van hetzelfde jaar.
Een uitgebreide handleiding en meer info over de begroting, beoordeling, toekenning en afrekening vind je op de site van het Departement Cultuur, Jeugd en Media.